De koning als bijna niemand kijkt

Reportage

Tien jaar koning Willem-Alexander De populariteit van Willem-Alexander daalt, terwijl een monarchie alleen bestaat als het volk erachter blijft staan. Is hij wel zichtbaar genoeg?

Koning Willem-Alexander bezoekt een Integraal Kind Centrum in Aalsmeer.
Koning Willem-Alexander bezoekt een Integraal Kind Centrum in Aalsmeer.

Foto EPA/Koen van Weel

De oude boer heeft tranen in zijn ogen. Hij staat midden in de sportzaal van het nieuwe buurthuis van De Krim, een dorp vlakbij Coevorden en de Duitse grens. Om hem heen zijn meisjes aan het turnen, kinderen aan het voetballen, ouderen aan het sjoelen en borduren.

De inwoners van De Krim hebben dit dorpshuis zelf gebouwd. Met naast de sportzaal ook een bibliotheek en een buurtkamer met bar en biljart. Tienduizend uur klussen, en heel veel „zweetdruppels” en inzamelingsacties zitten erin, zeggen ze trots.

Nu is de koning hier, op een januarimiddag, om het te openen. De boer schiet vol: „Wanneer komt de koning nou naar De Krim? Dat betekent dat we gezien worden.” Alle tweeduizend dorpelingen lijken te zijn uitgelopen om Willem-Alexander te zien.

Zo’n middag in De Krim valt misschien niet op als je het koningschap van Willem-Alexander beziet. Niet buiten het dorp in elk geval, misschien alleen in de omringende dorpen van de gemeente Hardenberg.

Volgende week is Willem-Alexander tien jaar koning, en als je die jaren beschouwt dan gaat het over Koningsdag, Prinsjesdag, staatsbezoeken. Misschien over de ramp met de MH17, toen de koning en koningin zichtbaar geëmotioneerd raakten toen in juli 2014 de kisten met slachtoffers aankwamen op vliegveld Eindhoven. Misschien gaat het over de toespraak van de koning op de lege Dam, tijdens de Dodenherdenking van 2020.

Het gaat zeker over de Griekenlandreis van oktober dat jaar, toen het koninklijke gezin met vakantie ging, enkele dagen nadat de premier iedereen had opgeroepen zo veel mogelijk thuis te blijven vanwege de coronapandemie. De ophef en het ongeloof waren groot. De excuses die volgden, lijken nauwelijks indruk te hebben gemaakt.

Koning Willem-Alexander bezoekt Overschild in het aardbevingsgebied in Groningen. Foto EPA/Koen van Weel

Vóór ‘Griekenland’ kreeg Willem-Alexander in de peiling rond Koningsdag, van Ipsos in opdracht van de NOS, elk jaar een rapportcijfer boven de 7, met in april 2020 nog een 7,7. Toen zei 76 procent van de ondervraagden veel of tamelijk veel vertrouwen in hem te hebben. Door ‘Griekenland’ kelderde dat vertrouwen, tot 46 procent nu. De daling is het grootst onder ouderen, traditioneel de trouwste monarchisten. Iets minder dan de helft van hen had nog veel vertrouwen in de koning. En hij krijgt nu een 6,5 als rapportcijfer. Nog wel een voldoende.

De vraag is of hij die dalende trend kan ombuigen. En een monarchie blijft alleen bestaan als het volk achter die staatsvorm blijft staan. Dat geldt volgens de Ipsos-peiling nog voor 55 procent van Nederlanders.

Als je hem er zelf naar vraagt, zoals RTL Nieuws deed op Koningsdag 2022 in Maastricht, dan antwoordt de koning: „Van peilingen heb ik me nooit echt iets aangetrokken, die zijn korte termijn.” Op de vraag of hij wat aan die peilingen gaat doen, zei Willem-Alexander: „Ik denk dat ik een langetermijnpositie heb in Nederland en de lange termijn zal bewijzen dat het allemaal in orde komt.”

Door mensen om hem heen wordt soms verwezen naar zijn moeder Beatrix. Ook zij was niet altijd even populair: bij haar twintigjarig jubileum als koningin in 2000 droeg 67 procent van de ondervraagden haar een warm hart toe, bleek uit een peiling van TweeVandaag. Dat werd toen erg laag gevonden. Het Historisch Nieuwsblad vroeg mensen de koningin te karakteriseren; ‘sympathiek’ werd slechts door 1,3 procent van de ondervraagden gezegd.

Dat veranderde, deels door gebeurtenissen waarbij Beatrix zich nadrukkelijk liet zien als moeder des vaderlands. Na de vuurwerkramp in Enschede in 2000 bijvoorbeeld, en na de cafébrand in Volendam in 2001. En er was de ‘zucht’ nadat een man in 2009 bewust op de stoet was ingereden tijdens Koninginnedag in Apeldoorn en zeven mensen doodde. De majesteit werd meer mens, was de conclusie bij haar abdicatie in 2013.

Meer mens dan majesteit

Willem-Alexander wilde vanaf het begin van zijn koningschap meer mens zijn dan majesteit. Toegankelijk zijn. Geen ‘protocolfetisjist’, zei hij vlak voor hij koning werd. Je ziet het in de manier waarop hij mensen langs de kant van de route begroet. Met twee handen tegelijk, high-fivend, van de linkerkant naar de rechter lopend. Vaak niet eens óp de loper, maar er naast.

Of hoe hij ergens binnenkomt. Dan maakt hij een grapje om het ijs te breken. Want mensen zijn, hoe hard ze dat van te voren ook ontkennen, vaak zenuwachtig als de koning komt. Dat merk je vooral als hij weer weg is, dan volgt opeens de ontlading. Zoals in De Krim, in het nieuwe dorpshuis. Als Willem-Alexander weg is, ploft iedereen neer op een stoel in de nieuwe bar. Ook de commissaris van de koning, met een alcoholvrij biertje voor zich.

Juist dat soort bezoeken als in De Krim wil Willem-Alexander afleggen, bij mensen die zich misschien niet gezien voelen, maar iets bijzonders doen. Of wier stemmen onvoldoende worden gehoord in het politieke en maatschappelijke debat.

Koning Willem-Alexander krijgt uitleg bij een drugscontainer (een demonstratieobject). Tijdens een bezoek aan een agrarisch bedrijf wordt hij bijgepraat over drugsgerelateerde criminaliteit en ondermijning in het buitengebied. Foto ANP/Jeroen Jumelet

‘Aanmoedigen’, is de term die hij er voor gebruikt. Hij noemde dat als opdracht aan zichzelf in zijn inhuldigingstoespraak in 2013: „Als koning wil ik mensen aanmoedigen om actief gebruik te maken van de mogelijkheden die ze hebben. Hoe groot de verscheidenheid ook is, hoe verschillend onze overtuigingen en dromen ook mogen zijn, waar onze wieg ook stond, in het Koninkrijk der Nederlanden mag iedereen zijn stem laten horen en op voet van gelijkwaardigheid meebouwen.”

Wie hem volgt, ziet hoe Willem-Alexander dat in de praktijk probeert te brengen. Waar zijn moeder Beatrix vooral veel inging op officiële uitnodigingen, voor een opening of een congres, gaat Willem-Alexander het liefst op werkbezoek. Mensen opzoeken op hun werk, bij hun vrijwilligerswerk, in hun buurt. Hoe kleinschaliger het bezoek, hoe inhoudelijker, hoe interessanter hij het lijkt te vinden.

Het gevolg is dat veel van wat de koning doet onder de radar blijft. De werkbezoeken vinden vaak plaats zonder al te veel aandacht, zonder aankondiging soms ook. Soms weten de mensen die hij bezoekt dat pas drie kwartier van te voren. Dan staan er geen zwaaiende dorpelingen, zoals in De Krim. Soms blijven omstanders alleen staan omdat ze een cameraploeg, wat fotografen en een handvol agenten zien en vermoeden dat er iets aan de hand is.

De paradox is dat de monarchie juist bestaat bij de gratie van zichtbaarheid. „Ik moet gezien worden om geloofd te worden”, zei de Britse koningin Elizabeth eens. Dat is de reden dat Willem-Alexander op Koningsdag naar het volk toekomt, in navolging van zijn moeder.

Hij heeft het er over tijdens een persgesprek tijdens de coronalockdown in 2020. Alle publieksevenementen zijn afgelast, en de koning en koningin zoomen dan veel. Dat moet een gevoel van nabijheid creëren, zegt Máxima. „Een van de belangrijkste elementen van de monarchie is aanraakbaarheid en tastbaarheid”, zegt Willem-Alexander.

Als een jaar later uit onderzoek van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) blijkt dat mensen eigenlijk niet goed weten wat de koning doet, en dat zij zelden lezen dat de koning en koningin bezoeken afleggen waarbij ze interesse tonen voor wat er in het land gebeurt, wijt hij dat tijdens een volgend persgesprek aan die lockdown. Aan zoomgesprekken waarvan alleen de deelnemers weten, en aan werkbezoeken die niet worden aangekondigd uit vrees voor een oploop.

De paradox is dat de monarchie juist bestaat bij de gratie van zichtbaarheid

Maar dat geldt óók vaak voor de bezoeken voor en na corona. Uit een soortgelijk onderzoek van de RVD in 2018 blijkt al dat mensen het meeste zien van de koning bij Koningsdag en de Dodenherdenking, of bij sportevenementen. Werkbezoeken worden minder zichtbaar gevonden. Uit de Koningsdagpeilingen blijkt dat rond de 40 procent van de ondervraagden vindt dat de koning zich meer moet laten zien.

Vergetelheid

Te weinig zichtbaarheid leidt tot vergetelheid, zei de negentiende-eeuwse Britse constitutioneel historicus Walter Bagehot ooit. Of tot onbegrip. De ondervraagden uit het RVD-onderzoek van 2021 gingen „er een beetje naar raden” wat de koning nu doet. Als men al sprak over de rol van het koningshuis leek het vooral naar aanleiding van incidenten te zijn. Die bleven wel hangen.

Bij zijn vijfjarig jubileum was de enige smet die toen werd benoemd het biertje met de Russische president Vladimir Poetin op de Olympische Winterspelen van 2014. Bedoeld om de verzuurde banden met Rusland aan te halen. Dat was kabinetsbeleid. De komst van de koning zou hebben bijgedragen aan de vrijlating van activisten van Greenpeace, die in Rusland gevangen zaten. Maar elf dagen na de Spelen zou Rusland de Krim binnenvallen. Dat biertje werd hem destijds niet aangerekend. Zijn rapportcijfers bleven hoog.

De coronajaren veranderden wel hoe er naar de koning wordt gekeken. Met een regeringstoestel naar een tweede huis in Griekenland vliegen mocht, maar was een verkeerd signaal in een week waarin de coronaregels werden aangescherpt. „Het was onverstandig geen rekening te houden met de inwerking van de nieuwe beperkingen”, zei Willem-Alexander in zijn excuses. En: „We zijn betrokken, maar niet onfeilbaar.”


Lees ook over de excuusvideo: Koning neemt met spijtvideo verantwoordelijkheid op zich

Een jaar later gebeurde iets soortgelijks: het kabinet adviseerde met Kerst maximaal vier mensen te ontvangen. Een paar dagen daarvoor waren er bij het verjaardagsfeest voor Amalia zestien gasten. „Bij nader inzien was het niet goed dit zo te organiseren”, zei de koning toen. Opnieuw leek het alsof het koninklijke gezin zodra het om privézaken ging, de adviezen die voor de rest van Nederland golden in de wind sloeg.

„Ze hadden symbool moeten zijn van wat iedereen overkwam tijdens de lockdown en in de beeldvorming waren ze dat niet”, zegt staatsrechtdeskundige Peter Rehwinkel. „Op de momenten dat je kunt verbinden, dan komt het er op aan.” Hun uitzonderingspositie „wordt hun steeds meer aangerekend”, zegt hij. „Het bevestigt het gevoel dat zij een jetsetleven leven en dat wat zij hier in Nederland doen plichtmatig is.”

De kersttoespraak van koning Willem-Alexander in 2022. Foto RVD

Rehwinkel sluit niet uit dat ook de VN-functie van Máxima dat beeld bevordert. Ze is de speciale pleitbezorger voor inclusieve financiering en reist de wereld rond om te hameren op een goede digitale publieke infrastructuur voor financiële diensten. Hij zegt: „Het is goed dat de echtgenote van het staatshoofd een eigen rol heeft, maar dit kan bijdragen aan het beeld dat hun internationale aanzien zwaarder telt.”

Maandagochtendoverleg

Wat de koning en koningin wel en vooral niet doen, wordt op maandagochtend vastgesteld, aan een grote ovale tafel in de Putti-kamer op paleis Noordeinde. Daar gaat het alleen over hun officiële taken. De grootmeester is er als hoofd van de hofhouding, de algemeen secretaris, samen met de speechschrijver en de persoonlijke adviseurs van de koning en koningin. En ook de directeur van het Kabinet van de Koning en de plaatsvervangend directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst zitten rond de tafel.

Zij doen suggesties, het echtpaar bepaalt. Willem-Alexander en Máxima leggen elk jaar samen zo’n 250 bezoeken af. Minder dan 5 procent van wat er aan uitnodigingen binnenkomt, kan worden gehonoreerd. Het concept is volgens Willem-Alexander: het land in gaan en met mensen praten. Dat gebeurt thematisch, de koning pakt het anders aan dan zijn moeder, legt hij desgevraagd eens uit tijdens een persgesprek. Waar Nederland het over heeft, waar de maatschappij behoefte aan heeft, daar vertoont hij zich. Liefst pro-actief, op bezoek bij mensen die niet per se hém zouden uitnodigen.

Koning Willem-Alexander tijdens een rondleiding door Depot Boijmans Van Beuningen, waar de kunstcollectie van het Rotterdamse museum is opgeslagen. Foto ANP/Koen van Weel

Zo staat hij in februari in Den Bosch tussen de oud-krakers. Ze hebben „verhitte discussies” gevoerd of ze Willem-Alexander wel willen rondleiden door hun woonproject Boschgaard. Ze bouwen van gerecycled materiaal een socialewoningencomplex, met een gezamenlijke keuken en een pluktuin voor buurtbewoners.

Een van de adviseurs van de koning hoorde ervan, en vroeg of Willem-Alexander mocht langskomen. Hier komen alle thema’s samen die de koning in de schijnwerpers wil zetten: participatie, zelfredzaamheid, duurzaamheid, het stimuleren van het thuisgevoel van mensen in hun eigen buurt.

„We zijn anarchisten. Het was geen een-tweetje, de handen kwamen niet zomaar op elkaar”, zegt Sophie Gruijters. „Maar dit moet het begin van iets meer worden. Met deze koning komen ook andere mensen mee. Hij is het vliegwiel.”

Dus luistert Willem-Alexander in de werkplaats naar een groepje oud-krakers. Iemand van de gemeente heeft voor zijn komst gezegd dat ze alles mogen zeggen: „Het mag schuren.” En dat er geen kledingadvies is of protocol, maar ze wel geacht worden om ‘u’ te zeggen: „Hij blijft de majesteit.”

„Tof dat jullie hier zijn”, zegt Jochem Kromhout. Hij heeft blauw haar. Hij reikt de koning – als enige aanwezige – een kopje op een schoteltje aan. „Alsjeblieft”, zegt hij.

De koning vuurt talloze vragen op de oud-krakers af. Wil weten waar ze tegenaan lopen, en waarom. Hoe dat veranderd kan worden. Ze zijn onder de indruk van wat hij weet, zeggen de oud-krakers na afloop. Césare Peeren, de architect van Boschgaard, zegt: „De boodschap is dat de regelgeving gebaseerd is op een oud systeem en wurgt. Ik weet niet hoeveel invloed hij heeft, ik hoop veel. Als hij dit zo goed ziet…”

Koning Willem-Alexander loopt van de VN Waterconferentie naar het Waterhouse in New York. Foto ANP/Koen van Weel

Aan het einde is er een rondetafelgesprek, met onder anderen de directeur Wonen van het ministerie van Binnenlandse Zaken, en de voorzitter van de koepel van woningbouwcorporaties. Willem-Alexander geeft een voorzetje, leunt achterover in zijn stoel en laat de oud-krakers opnieuw vertellen welke wet- en regelgeving hun project bemoeilijkt – nu waar de topmannen bij zitten. Die beloven vervolgens de informatie over hoe Boschgaard circulair wordt gebouwd te verspreiden onder andere woningcorporaties.

Space Campus

Dit is wat de koning „verbinden” noemt. Mensen koppelen die zonder hem misschien niet aan één tafel hadden gezeten. Soms door ze samen uit te nodigen, soms met een subtiele hint.

Als hij in het voorjaar van 2022 tijdens een bezoek aan start-ups op de Space Campus in Noordwijk hoort praten over de moeizame financiering, zegt hij hardop tegen Máxima dat zij bij het staatsbezoek aan Duitsland, tien maanden eerder, soortgelijke start-ups óók hoorde praten over financiering. Vijf minuten later zegt een van de aanwezigen: „Misschien moeten we eens contact leggen met die start-ups in Berlijn.”

Ook dit ‘verbinden’ gebeurt onder de radar. Het hele bezoek aan de Duin- en Bollenstreek wordt die dag gevolgd door journalisten. Fotografen dringen om een plekje als Willem-Alexander en Máxima tussen de – nog niet uitgekomen – tulpen gaan staan. Als Máxima aan een bosje narcissen ruikt. Als het echtpaar aankomt op de boulevard in Katwijk, waar vier glunderende voorzitters van Oranjeverenigingen klaarstaan.

Dit is wat er de volgende dag vooral in lokale en landelijke media te zien zal zijn. Dit is wat veel mensen associëren met het koningschap: de koning en koningin zwaaiend tussen het publiek, mooie jurken en hoeden, een gevolg met de hofdame en de adjudant in uniform, de burgemeester met ambtsketen en de commissaris van de koning.

Maar de inhoud is er óók in de Duin- en Bollenstreek: een gesprek met zeven rivaliserende voetbalclubs waarvan de voorzitters zelden samen aan tafel zitten, een gesprek over de ruimtelijke spanning tussen woningbouw en bollenteelt, een gesprek over de toekomst van toerisme in tijden van duurzaamheid met strandtenthouders, en het gesprek met de start-ups.

Alleen: een conversatie rond een tafel is weinig fotogeniek, de gesprekken zijn voor verslaggevers op afstand moeilijk te volgen, en de buitenwereld ziet al helemaal niet dat ze plaatsvinden.

Koning Willem-Alexander bezoekt het European Youth Centre in Straatsburg, tijdens een werkbezoek aan de Raad van Europa. Foto ANP/Koen van Weel

Het paleis en de Rijksvoorlichtingsdienst zeggen dat media-aanwezigheid meestal ten koste gaat van de inhoud. En dat het gesprek anders wordt op het moment dat er camera’s zijn.

Een gesprek met toeslagenouders op paleis Noordeinde in oktober 2021 vindt bijvoorbeeld achter gesloten deuren plaats. Na afloop van de anderhalf uur komt er alleen een mededeling: de koning noemde de verhalen „recht uit het hart en recht voor zijn raap. Hun doorzettingsvermogen is bewonderenswaardig”. In juni 2022 spreekt hij de toeslagenouders nog een keer. Opnieuw achter gesloten deuren. Zo spreekt hij ook meerdere keren op het paleis over hoe het koloniaal en slavernijverleden doorwerkt in de samenleving.

Op een vraag van de NOS in 2016 waarom de media niet alles te zien krijgen (dat ging toen over bezoeken aan vluchtelingen), zegt de koning: „Het is soms lastig werkbezoeken af te leggen waar bepaalde gesprekken plaatsvinden voor het oog van de media. Mensen slaan dicht, gaan niets vertellen. Het is van belang om niet altijd u en uw collega’s erbij te hebben om de echte verhalen te horen.”

Struikelen over woorden

De koning is zelf ook krampachtiger als er fotografen en camera’s bij zijn. Dat is in tien jaar niet veranderd. Hij weet precies waar ze staan – draait ook soms zijn gesprekspartners ongemerkt. De organisatie van de Floriade in Almere bijvoorbeeld, heeft in april 2022 het bord waarin hij en twee kinderen een plantje zullen planten zo neergezet, dat ze met hun rug naar publiek en pers staan. Dan zegt hij iets tegen de kinderen, waardoor zij een kwartslag draaien en de opening van de Floriade te zien is.

Poseren gaat Willem-Alexander gemakkelijker af dan bewegen of praten met camera’s erbij. Dan is de koning houteriger, spreekt hij geforceerder. Als hij staat en antwoordt geeft op vragen, slaat hij met zijn handen de zinnen bijna uit zijn lijf.

Of hij struikelt over zijn woorden op het moment dat het er nét toe doet, zoals in Indonesië in maart 2020. De korte toespraak in het presidentieel paleis in Jakarta gaat goed, tot het moment dat hij zegt: „I would, would like to express and eh repeat, regret and eh apologies, for the excessive violence on the part of the Dutch in those years.” Daarna gaat het weer goed. Maar dat onthouden mensen niet.


Lees over het staatsbezoek aan Indonesië: Door moet het weer, tijdens het koninklijk bezoek aan Sumatra

In klein gezelschap, zonder camera’s, zie je een andere koning. Los, ad rem, empathisch. Als hij tijdens een streekbezoek in De Peel in september 2022 met vier mensen over corona spreekt, geeft hij hun zijn volle aandacht. Hij schenkt een glaasje water in, om ze op hun gemak te stellen. Leunt voorover, wat hij doet als een gesprek hem echt interesseert.

De koning is zelf ook krampachtiger als er fotografen en camera’s bij zijn

Ze vertellen hem veel. Boa Enrico Franvenelder ging na de dood van zijn echtgenote de straat weer op, waar mensen zeiden dat corona niet bestond. Begrafenisondernemer Moniek de Groof vertelt hoe de tweede golf voor angst zorgde, en hoe de saamhorigheid verdween. José Geurts, die zeven maanden in coma lag, heeft nog steeds last van haar geheugen. En ic-verpleegster Heidi van der Laar leefde wekenlang geïsoleerd van haar familie.

Als er op de deur wordt geklopt omdat het tijd is om te gaan, zegt de koning dat hij wil doorpraten. Nog even, gebaart hij. Niemand begint hier aan tafel in Deurne, waar de coronapandemie begon, over zijn Griekenlandvakantie.

De koning en koningin zijn met z’n tweeën op streekbezoek in De Peel, Máxima zit in een andere kamer ook met vier slachtoffers te praten. Daar zitten alle andere journalisten. De koningin liet een traan, vertellen zij.

Rolverdeling

Als je Willem-Alexander en Máxima samen ziet, zie je de onderlinge rolverdeling. In de schuur van de vrijwilligers van een wijktuin in Zoetermeer, maakt de koning onmiddellijk een praatje. Ze komen helpen om de tuin voorjaarsklaar te maken, maar het klettert van de regen. Fijn, zegt hij, als hem een bekertje koffie wordt aangereikt. Hij klemt zijn handen eromheen.

Eén van de vrijwilligers vertelt dat de moestuinbakken uit elkaar vielen, hij zegt verontschuldigend dat ze er al heel wat bijgemaakt hebben. De koning grapt dat ze niet snel genoeg waren, want ze hebben nog genoeg werk voor hem overgelaten. En hij zegt dat hij een ‘inspanningsverplichting’ heeft, geen ‘resultaatsverplichting’. Iedereen moet lachen.

Máxima stuurt het gesprek onmiddellijk naar de vrijwilligersorganisatie die hier zit. Vertelt over het Oranje Fonds, de stichting die het huwelijksgeschenk was van Nederland aan hen. Dat fonds helpt vrijwilligersorganisaties als ze groeien, bijvoorbeeld met hoe ze hun financiën kunnen regelen. Er zitten bekende voorbeelden tussen. Ze somt ze op.

Dan springt de koning op. Hij doet zijn laarzen aan en is vervolgens – in de stromende regen – ruim een uur bezig om potaarde in een kruiwagen te scheppen en in moestuinbakken te storten. Máxima verft bankjes.

Zij krijgt meestal meer media-aandacht dan haar man. Er is belangstelling voor haar VN-werk. Voor haar jurken. Een foto van haar verkoopt beter, ook internationaal. Een selfie van Máxima zonder make-up en met hond in het Haagse Bos haalt op ‘Blue Monday’ in februari 2022 alle entertainmentrubrieken en bladen, en krijgt op Instagram 85.000 likes. Het ziet er spontaan uit, maar ook hierbij gaat om de inhoud. Máxima’s boodschap is: bewegen is goed voor de fysieke en mentale gezondheid, zeker als het buiten kan.

Een foto van Máxima verkoopt beter, ook internationaal

Waar een decennium geleden Koninklijk Huis-verslaggeving nog vaak onder de politieke redacties viel, is dat nu vaker de entertainmentredactie. Voor de inhoud is minder media-aandacht dan voor de glamour van de monarchie en voor het privéleven van de Oranjes.

De koning schermt zijn privéleven liefst juist zo veel mogelijk af. Zeker als het gaat om de prinsessen. Zijn dochters moeten buiten het zicht van iedereen fouten kunnen maken, zegt hij dan. Achter de mediacode die bij de geboorte van Amalia in 2003 werd bedacht, staat hij dan ook „nog steeds 100 procent”, zegt hij tijdens een persgesprek. Die eenzijdig door de RVD opgestelde code houdt in dat fotografen de Oranjes in privétijd met rust laten. In ruil daarvoor mogen zij een paar keer per jaar het hele gezin fotograferen. Dan onderwerpt het vijftal zich ruim aan de instructies van een twintigtal fotografen. Die roepen: „Even kijken.” „Recht vooruit.” „Bijdraaien.” „Deze kant op graag.” Als ze in de zomer van 2020 in de tuin van paleis Huis ten Bosch in alle mogelijke samenstellingen hebben geposeerd, roept prinses Amalia: „Wat willen jullie nog zien?”

Koning Willem-Alexander tijdens een virtueel werkbezoek aan de hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Foto ANP/Koen van Weel

Als de koning wel persoonlijke ontboezemingen doet, worden die breed uitgemeten in de media. Als hij ze doet in de recente podcastserie Door de ogen van de koning bijvoorbeeld. Maar die heeft de Rijksvoorlichtingsdienst nu juist bedacht om duidelijk te maken wat hij doet als koning. Uit het eigen onderzoek van de dienst bleek immers dat „in meerdere groepen wordt aangegeven dat je als burger eigenlijk geen idee hebt van wat de koning en de koningin in het dagelijkse leven doen. Daar bestaat wel nieuwsgierigheid naar.”

Het enige dat consequent wordt genoemd in peilingen, is dat het koningshuis te veel kost. Veertig procent zegt opnieuw in de Koningsdagpeiling van vorige week dat zij zich daar zorgen over maken, en zeven op de tien ondervraagden vinden dat er meer openheid moet komen over die kosten. In het begrotingsdebat in de Tweede Kamer gaat het daar ook elk jaar over – niet over of de koning nu zijn werk goed doet. Premier Mark Rutte wordt altijd wat kriegelig tijdens dat debat. Volgens hem is de monarchie gebaat bij stabiliteit – en stabiliteit is niet gediend bij een „voortdurend” debat over het inkomen van de koning.

Niet de baas van Nederland

In het staatsbestel staat de Koning steeds meer aan de zijlijn. Hij is sinds 2012 niet meer betrokken bij de kabinetsformatie. Hij mag – sinds 2020 – net zo (min) beledigd worden als elke ambtenaar. Majesteitsschennis is uit het wetboek van strafrecht verdwenen.

Het staatshoofd is steeds meer een symbool geworden. Maar ook daarover bestaat onduidelijkheid. Er heerst om de koning heen bijvoorbeeld duidelijke irritatie als oud-presentator Frank Masmeijer, veroordeeld wegens drugssmokkel, gratie krijgt dankzij volgens hem „niemand minder dan koning Willem-Alexander”. Een beoordeling is aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, het besluit aan de minister van Rechtsbescherming, de Koning ondertekent dat besluit.

Dat Willem-Alexander niet „de baas is van Nederland”, legt hij vaker uit. In het kinderprogramma Timmyland in de herfst van 2022 zegt hij het zo: „Ik ben alleen maar een soort scheidsrechter die kijkt of wat er gebeurt, goed gebeurt, en zet daar m’n handtekening onder.”

Tijdens de kleine werkbezoeken zien mensen iets anders. Zoals de oud-krakers in Den Bosch het zeggen, de koning is dan „een vliegwiel”. Op een schip op de Noordzee, op een zomerdag in 2022, is dat ook te zien. Aan boord zitten de grote spelers op het gebied van duurzame-energieprojecten, topambtenaren, onderzoekers van TNO en Stichting Noordzee. De boottrip gebeurt op verzoek van Willem-Alexander; hij wil zien hoe het voor de Scheveningse kust gaat met die projecten. Als het schip langszij ligt bij boorplatform HZA, dat een soort ‘stopcontact’ op zee moet worden, zwaait de bemanning de koning toe.

Koning Willem-Alexander liet een boottrip organiseren met grote spelers uit de duurzame energie, topambtenaren en onderzoekers. Foto Jeroen Jumelet / ANP

De reis duurt zeven en een half uur. En niet iedereen kan voortdurend met de koning praten, maar ze praten wel met elkaar. René Peters van TNO zegt: „Dit zijn de spelers. Als die elkaar zo tegenkomen, ze zijn samen nodig bij de energietransitie. [Netbeheerder] TenneT en Gasunie hadden niet zoveel met elkaar, die moeten voor de toekomst wel gekoppeld.”

„We zien elkaar ook op evenementen, bij de branchevereniging. Maar zo’n boot is anders”, zegt Erik Hiensch van energiebedrijf Vattenfall. Allard van Hoeken, van Oceans of Energy, dat een zonnepaneleneiland op zee heeft gebouwd, zegt: „Hij brengt voor ons belangrijke partijen mee. Het is niet makkelijk de juiste personen altijd te pakken te krijgen. Hier zijn ze allemaal aan boord.” Tegen de koning zegt Lex de Groot van Neptune Energy, dat inzet op groene waterstof: „Als wij het zelf hadden gepland, was er nooit een dag geweest waarop iedereen kon. Dat is de kracht van uw aanwezigheid.”

Blijde Intochten

Eigenlijk zou Willem-Alexander gebaat zijn bij meer Blijde Intochten, vindt Pieter Verhoeve, voorzitter van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen. „Zien is geloven”, zegt hij. Een Blijde Intocht is het middeleeuwse gebruik waarbij een vorst een bezoek bracht aan zijn grondgebied en feestelijk werd onthaald door de lokale bevolking.

Aan een bezoek van Willem-Alexander in april 2022 aan Gouda, waar Verhoeve burgemeester is, is te zien wat hij bedoelt met een Blijde Intocht. De koning komt in de kerk een tentoonstelling openen, Gouda bestaat 750 jaar. Burgemeester Verhoeve van Gouda heeft alle inwoners verteld dat de koning langskomt. Een kwartier voor aankomst staat het drie rijen dik op de Markt. Mensen hangen uit ramen, kinderen hebben vlaggetjes gemaakt. Als de koning aankomt, klinkt er licht applaus.

Als het officiële gedeelte in de kerk is afgelopen, loopt Willem-Alexander het bordes van het stadhuis op. De menigte is aangezwollen en juicht. Een jongetje dat op de rugleuning van een bankje staat, roept opgewonden: „Ik zie hem, ik zie hem.” Een meneer laat zijn telefoon zien: „Ik heb hem, hoor.” De foto toont nog net een pluk blond haar.

De koning zegt dat Gouda een „zeer respectabele leeftijd” heeft bereikt. En met een verwijzing naar getogen Gouwenaar Erasmus en de oorlog in Oekraïne: „Verdraagzaamheid is voor iedereen belangrijk. Ik hoop dat dat de komende honderd jaar wordt doorgegeven. We zien niet al te ver hier vandaan hoe dun een laagje beschaving kan zijn. Wees verdraagzaam voor elkaar.”

Terugkijkend zegt Verhoeve: „Mensen hebben het er nog tientallen jaren over. Ze moeten voelen, hij is er voor ons.” Hij zegt: „Het is kracht om zelf je agenda te bepalen, waar je je schijnwerper op zet, zoals de koning doet met werkbezoeken. Maar de balans is verschoven. Regelmatig is hij ergens zonder dat er ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Terwijl de monarchie ook is gebaat bij aanklampbaarheid en fysieke zichtbaarheid.” Verhoeve noemt het „verbondsverbinding tussen vorst en volk”.

Voorzitter van het Humanistisch Verbond Mardjan Seighali in gesprek met koning Willem-Alexander. Foto ANP/Remko de Waal

Om koning Willem-Alexander heen wordt gezegd dat al die mensen die hij bij werkbezoeken ontmoet ándere mensen vertellen dat ze de koning hebben ontmoet. Het doorfluistereffect. Dat hij juist niet moet toegeven aan makkelijk effectbejag om peilingen op te krikken. Dat voor politici tien jaar een eeuwigheid is, maar voor een koning misschien pas een derde van de ambtstermijn. En dat hij, als hij deze werkwijze volhoudt, uiteindelijk aan de 17 miljoen handen toekomt.

In 2013 zei Willem-Alexander, vlak voor zijn troonsbestijging: „Zelfs lintjes knippen kan heel inhoudelijk zijn. Als jij maar bepaalt welke lintjes je knipt. Dat staat dan voor je aanwezigheid bij bepaalde evenementen, waar je voor kiest om bij te zijn, om samenbindend te zijn, om aandacht te vragen, om vertegenwoordigend te zijn. Die keuzes kunnen heel erg inhoud geven aan waar jij voor staat; wat jij belangrijk vindt voor Nederland.”

De boer in De Krim, uit het dorpshuis, noemt het drie maanden later nog steeds „heel apart en bijzonder” dat de koning langskwam.