N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Bianca Tettero, bestuursvoorzitter Achmea Bianca Tetteroo staat twee jaar aan het roer van ’s lands grootste verzekeraar, Achmea. „We zijn als verzekeraar, belegger en financier veel bordjes in de lucht aan het houden. Dat is leuk. En intensief.”
In de lange werkweken van Bianca Tetteroo (1969) zijn een paar dingen heilig. Geen werkafspraken voor de bestuursvoorzitter van Achmea op vrijdagavond, en liefst ook niet op maandagavonden als de raad van bestuur net lang vergaderd heeft. En op woensdagochtend pas om half tien de eerste afspraak, omdat eerst gesport moet worden – hardlopen in haar geval. „Ik hoop dat ik daarmee ook een voorbeeld geef aan collega’s: dat het oké is om daar als bestuursvoorzitter tijdens kantoortijden de tijd voor te nemen.”
Een minder goed voorbeeld geeft Tetteroo met de duur van haar werkweken. Hoeveel ze precies werkt, wil ze niet zeggen. Maar dat het meer is dan de standaard veertig uur moet ze beamen, ondanks de ‘heilige’ avonden en de hardloopsessies. Toch wil Tetteroo voorkomen dat ze het imago krijgt van een workaholic die nergens tijd voor heeft. „Ik denk dat ik gewoon veel leuke dingen doe. Het is ook maar net waar je je energie uit haalt. De een ligt languit op de bank en gaat een film kijken. Ik haal mijn energie uit dingen doen. Als ik niks te doen heb, of het nu werk of privé is, dan word ik heel onrustig.”
Deze maand ‘viert’ Tetteroo, naast haar verjaardag en haar veertienjarige ‘jubileum’ bij Achmea, dat ze twee jaar geleden de hoogste baas werd van deze coöperatieve verzekeraar. Ze geeft in die functie leiding aan de grootste verzekeraar van Nederland, met ruim tien miljoen klanten die een zorg-, schade-, of levensverzekering hebben van een van Achmea’s merken, waaronder Interpolis, Zilveren Kruis, Inshared en Centraal Beheer. In 2015 kwam Tetteroo al in de raad van bestuur, en vorige week werd ze voor vier jaar herbenoemd.
Wat is er veranderd sinds u aan het roer staat?
„Het zou raar zijn als het helemaal anders zou zijn, want ik zat natuurlijk al in de raad van bestuur. Maar je plaatst als leider wel je eigen accenten. Kijk, Achmea is zó’n prachtig bedrijf; wij staan echt midden in de samenleving als het gaat om het pensioenstelsel, toegankelijkheid van zorg, digitalisering, cyberrisico’s, klimaatverandering. Wij hebben hier zoveel kennis over die thema’s. Ik vind daarom dat we een plícht van spreken hebben, dat we onze kennis en invloed gebruiken om de wereld een beetje mooier te maken. Dus hebben we onder mijn leiding de ramen wat opengezet.”
Tetteroo wijst onder meer op een oproep vanuit het concern om meer levensloopbestendige woningen te bouwen. Als vastgoedbelegger zegde Achmea toe zelf 10 procent te bouwen van de 450.000 huizen die in 2040 extra nodig zijn voor ouderen, en het riep andere beleggers op datzelfde te doen. Tetteroo doelt ook op de veelbesproken Mis Niks-video, van Interpolis. Daarin wordt een tiener voorgeschoteld wat ze allemaal mist in haar leven nadat ze is aangereden door een vrachtwagen, omdat ze op haar telefoon zat te kijken op de fiets.
„Wat ik sterk vind aan die campagne, is dat het echt het debat op gang heeft gebracht. Sommigen vonden het filmpje veel te heftig, maar er gaven er ook veel toe dat dit wellicht de enige manier is om bij jongeren tussen de oren te krijgen hoe gevaarlijk het [telefoongebruik in het verkeer] is.”
Tetteroo vervult die ‘plicht van spreken’ nadrukkelijk niet al te veel zelf in de media. „Ja, nu, voor dit artikel. Maar het gaat niet om mij. Het gaat om bepaalde belangrijke vraagstukken, waarin wij als bedrijf specialisten hebben die dat veel beter kunnen vertellen. Ik zie mijzelf meer als generalist die dit bedrijf in goede banen moet leiden en focus moet aanbrengen tussen alle vraagstukken.”
Volgens haar zijn de belangrijkste vraagstukken de drie grote „transities” die op Nederland afkomen – en dus ook een verzekeraar als Achmea beïnvloeden. „Klimaatverandering. Dat raakt natuurlijk onze eigen footprint, maar we zien de invloed ook in onze beleggingsportefeuille. Zijn alle bedrijven waarin we beleggen voorbereid en goed bezig met klimaatverandering? En natuurlijk heeft klimaatverandering invloed op de verzekerbaarheid van onze klanten.
„Dan technologie. Complete bedrijven worden stilgelegd door hackers. Dat is voor onze klanten een groot gevaar, en daarvan is niet iedereen zich bewust. Er zijn cyberverzekeringsproducten voor midden- en kleinbedrijf, maar die worden bijna niet afgesloten. En daarnaast: het gedrag van mensen verandert door technologie – denk aan het niet-handsfree rijden. Maar ook verzekerbaarheid is een vraagstuk: als we nog beter data kunnen analyseren om te zien waar risico’s liggen, zullen dan geen groepen buitengesloten raken?
„En dan de demografie. Dan gaat het vooral om de enorme vergrijzing. Dat is van belang voor de arbeidsmarkt, heeft invloed op het pensioenstelsel, betaalbaarheid van zorg. En op wonen.”
Als dit zulke grote thema’s zijn, hadden de verzekeraars dan niet eerder actie moeten ondernemen, en bij de politiek op tafel moeten slaan dat er écht iets moet gebeuren?
„Ik weet niet of we met de vuist op tafel moeten slaan. Kijk je naar de verzekeraars in Nederland, dan denk ik dat we het klimaat allemaal wel serieus nemen. En dat is natuurlijk niet zo raar. Want door veranderingen in het klimaat zien wij veel heftigere regenbuien en veel meer hagelschade.
„We moeten met elkaar leren omgaan met klimaatverandering. Het is adaptatie, preventie, verzekerbaarheid. Dat hebben we echt onder de aandacht gebracht, meerdere keren. En ook na bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg [in 2021] zijn we als sector bij elkaar gaan zitten hoe dit voortaan anders moet. Wij leven natuurlijk in een soort onverzekerbare delta. Als sector dringen wij aan op een verzekerde oplossing met overheidsgarantie, zodat je ook een verzekering kan afsluiten voor schade door overstromingen van grote rivieren en de zee.”
Ook vergrijzing is geen nieuw thema. Hebben jullie daarover wel hard genoeg aan de bel getrokken?
„Ja, we hebben genoeg rapporten geschreven over de risico’s. Er zijn oproepen gedaan om voldoende geld te steken in opleidingen op gebieden waar krapte te verwachten is. Maar er is te weinig instroom in mbo’s, lerarenopleidingen en technische opleidingen. Nu zien we er de consequenties van dat daar te weinig mee gedaan is.
„Ik weet niet of het aan de verzekeraars is om daarop te duwen. Als het gaat om zorg en pensioenen, hebben wel degelijk onze rol opgepakt. Maar er wordt misschien niet altijd genoeg geluisterd.”
Wij hebben genoeg rapporten geschreven over de risico’s. Maar er wordt misschien niet altijd genoeg geluisterd
Wat betreft technologie: er wordt gewaarschuwd voor de komst van techbedrijven in de verzekeringswereld. Zij zouden zich kunnen beperken tot de minder risicovolle klanten op basis van alle informatie die zij hebben over consumenten. Toezichthouder AFM trok daar onlangs weer over aan de bel. Speelt dat volgens jullie ook?
„Kijk, ik denk dat solidariteit een heel groot goed is. Zonder solidariteit heb je geen verzekering. Je bent met elkaar bereid om risico’s te delen, waardoor het voor de hele populatie betaalbaar is.
„De meeste verzekeraars die in Nederland opereren, zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars. Daarin hebben wij met elkaar een ethische code afgesproken: hoe wij met data omgaan, hoe wij met solidariteit omgaan. Maar ja, we zien wel voorbeelden van technologiebedrijven en verzekeraars, niet bij het Verbond aangesloten, die de krenten uit de pap halen. Die zich profileren voor ‘alleen hoogopgeleiden’ of ‘alleen medisch specialisten’. Daarmee doe je al een selectie en is er minder solidariteit.
„Zolang ze het bij heel kleine plukjes verzekerden houden en de basis groot genoeg blijft, is het oké. Maar als er heel grote techbedrijven komen en de Nederlandse bevolking puur voor de lage prijs zou gaan, lopen we zeker risico op uitholling van de solidariteit.
„Neem zo’n verzekering voor overstromingsschade, waar ik het eerder over had. Dat kan alleen werken als iedereen meedoet. Want als jij ergens op een berg woont in Nederland, ruim boven NAP, ben je dan nog bereid om 2,50 euro per maand te betalen wegens overstromingsrisico? Maar als alleen de mensen die onder de zeespiegel wonen de verzekering moeten opbrengen, is het niet op te brengen. Dat betekent dat je misschien ook wetgeving nodig hebt.”
Achmea beheert 200 miljard euro. Als belegger hebben jullie dus flinke macht. Er is vaak kritiek op financiële instellingen die bepaalde omstreden categorieën beleggingen niet uitsluiten. Waar geloven jullie in: uitsluiting of engagement, beïnvloeding van bedrijven waarin je belegt?
„Wij geloven in engagement. Onze investmentmanagementtak staat op nummer één als de partij die de meeste duurzame aandeelhoudersresoluties heeft gesteund het afgelopen jaar, wereldwijd. Het neemt niet weg dat je op bepaalde klassen wel degelijk uitsluitingen doet. Dus geen controversiële wapens, geen tabaksindustrie. En waar bedrijven niet reageren op engagement, gaan we uiteindelijk ook wel over tot uitsluiting. Maar we vinden het belangrijk bedrijven de tijd te geven voor een transitie.
„Wat je ook niet moet onderschatten, is dat er bepaalde bedrijven zijn waar sommige financiële instellingen al niet meer in beleggen. Die worden vaak opgekocht door private equity, voor een heel lage prijs. Daarmee halen die bedrijven dus gewoon financiering binnen, maar ze zijn dan wel in handen van verkeerde partijen, die veelal uit zijn op kortetermijnwinsten. En die partijen stemmen niet op ngo-resoluties. Dus dan is het ook out of your hands, zeg maar. Terwijl je juist door dat engagement heel veel invloed kunt uitoefenen op bedrijven.”
Waar bedrijven niet reageren op engagement, gaan we uiteindelijk ook wel over tot uitsluiting
Achmea heeft veel boeren als klant. Hebben jullie daar die discussie ook mee, over verandering?
„We zetten daar wel vol in op transitie. Duurzamere gewassen, duurzamere materialen, inzet op preventie voor hagelschade, voorkomen van ziektes, biologisch telen.”
En als een boer niet wil verduurzamen, zit er dan uiteindelijk ook uitsluiting in?
„Zover zijn we nog niet, maar op een gegeven moment gaan mensen die niet meewerken het wel zien in de hoogte van de premie.”
Na het behalen van haar vwo-diploma ging Tetteroo direct werken bij een accountantskantoor. Daar werd ze tegelijk opgeleid tot registeraccountant. Naar eigen zeggen ontwikkelde ze er een helikopterview. „Ik heb de eerste acht jaar van mijn werkzame leven bij heel veel bedrijven in de keuken gekeken. Daardoor heb ik geleerd hoofd- en bijzaken te onderscheiden: even erboven blijven hangen en indien nodig ervoor kiezen af en toe de diepte in te gaan.”
Wat heeft u moeten leren om een goede bestuursvoorzitter te zijn?
„Ik ben van nature heel inhoudelijk gericht. Dat vind ik ook leuk. Maar als voorzitter moet ik durven leunen op mijn team, zodat ik meer tijd vrij heb voor de stakeholders: aandeelhouders, commissarissen, toezichthouders, klanten, medewerkers.
„En ik heb moeten wennen aan het spreken voor heel grote groepen. Iedereen kijkt altijd naar je. Je bent altijd on stage. Het is net weer een maatje groter dan bestuursvoorzitter, met net weer een andere verantwoordelijkheid.”
Aan het eind van het gesprek op het hoofdkantoor in Zeist begint Tetteroo zelf over hoe gek haar eerste twee jaren waren als bestuursvoorzitter. „Ik begon midden in Covid-tijd. Het afscheid van de vorige voorzitter, Willem van Duin, was digitaal. Dat is heel raar na zo’n lange termijn; hij zat zeventien jaar in het bestuur waarvan twaalf als voorzitter.
„Dan had je in mijn eerste jaar ook nog de overstroming in Limburg. Toen moesten we heel snel beslissen: is het verzekerd of niet verzekerd, gaan wij voorschotten uitbetalen voor wat de overheid waarschijnlijk gaat uitkeren?
„En toen kwam 2022, waarvan we hoopten dat het wat rustiger zou worden. Nou nee: met de oorlog in Oekraïne, de inflatie, de volatiliteit op de financiële markten. Eigenlijk was niet te overzien wat er allemaal op ons afkwam. En dan had je ook nog de februaristorm dat jaar, die ook grote impact had op onze klanten en ons bedrijf.
„We zijn als verzekeraar, belegger en financier wel veel bordjes in de lucht aan het houden. Die complexiteit vind ik heel mooi, de invloed ook die we daarmee kunnen hebben op de maatschappij. Je hebt veel partijen nodig om dingen voor elkaar te krijgen. En de oplossing is niet eenvoudig. We zeiden laatst nog in de raad van bestuur: de tijd dat er twee keer per dag post werd gebracht in de bestuurskamer is toch echt wel lang geleden. Het is intensiever geworden, denk ik. Leuk. Maar wel intensief.”