De Lexus RX 450h+ is een kind van zijn tijd: een symbool van de fatsoensdictatuur

Recensie

Auto

ziet in de Lexus RX 450h+ de voorbeeldige schoonzoon die je niet moet tegenspreken.


Foto Merlijn Doomernik

‘Ga rechtop zitten’. Hij zegt het echt. Test ik de auto of hij mij? Heeft de Lexus RX 450h+ werkelijk de gore moed mijn zitpositie te berispen? Zitten we in de verlenging van een online 1 april-grap? Dat een paar treiternerds bij de importeur me via de boordcamera’s geniepig zitten te bespieden en ontregelen? Ik kan het me in zelfvernederende stemmingen soms zo goed voorstellen. Als ik de importeur van Lexus was, zou ik hoofdschuddend het journaille nakijken. „Kijk, daar gaat er een die zelfs de quickstep niet heeft uitgevonden iets van de gevoelloze besturing vinden. God beware ons.” Dan wordt spioneren terechte wraak.

„Kijk die boomer, hij gehoorzaamt ook nog.”

Klopt, ik ging rechtop zitten om er vanaf te zijn. Het is vast geen kwade trouw. De Lexus straft je voor jouw bestwil. Maar in de samenleving is tegenwoordig alles voor jouw bestwil. Het verstoppen van sigaretten in de supermarkt. Invoering van betaald parkeren in wijken zonder verkeerscongestie. De politicus spreekt dan van prikkels tot gedragsverandering, maar je moet de dwang wel onderschrijven, anders heb je zo een wappiestigma aan je broek. De Lexus RX 450h+ is een kind van zijn tijd, de voorbeeldige schoonzoon die je niet moet tegenspreken.

Kijk in de RX voor de grap eens vijf seconden niet op de weg. Daar is de schoonzoon al. Het boordcomputerdisplay projecteert het vonnis. „Aandachtverlies bestuurder gedetecteerd – kijk vooruit.” Je hoeft maar iets te traag een pepermuntje uit een opbergvak te vissen, of te lang naar een icoontje op het aanraakscherm te zoeken, en het boze oog gaat los.

Dan de piepjes. Verplichte nummers voor de Euro NCAP-crashtests, die auto’s mede afrekenen op de zorgintensiteit van hun actieve veiligheidssystemen. In de RX veroorzaken ze gezamenlijk een soort paniekinfarct. Er is bijvoorbeeld een signaaltje om een verandering van de maximumsnelheid aan te geven, terwijl een ander piepje voor snelheidsoverschrijdingen waarschuwt. Door de snelheid waarmee tempozones elkaar in de bebouwde kom opvolgen komen beide stoorzenders gekmakend kakofonisch met elkaar in de clinch te liggen. Oké, dan maar braaf zijn. Alleen maakt de auto het je bijna onmogelijk het goed te doen. Om de Lexus zijn kop te laten houden moet je neurotisch strak binnen de marges remmen en optrekken. Het zijn handelingen die je in de onbeheersbare realiteit pragmatisch soepel op je medeweggebruikers afstemt, waardoor je nooit helemaal in de pas loopt. Wees bij inparkeren voorbereid op aanvullende multimediale intimidatie. De parkeersensor klinkt als een piano met een- en meerstemmige varianten. Op de parkeercamera geven ingewikkelde kwadranten en kleuren het dreigingsniveau van muur, boom of belendende auto aan.

Heropvoedingsopdracht

Wat er niet aan klopt is dat het schrijnend aantast wat des Lexus was: prikkelvrij reizen in een wolk van stilte. Daar had je hem voor.

Ga rechtop zitten, kom zeg. Maar hij heeft de tijd mee. Dan heb je het er vast wel een beetje naar gemaakt, zegt de laffe conformist van tegenwoordig. Voor hem is het systeem de wet, of het nu een auto of de staat is. Wij zijn mentaal gereed voor een Chinese overheidsterreur. Inderdaad, ik hang een beetje in mijn stoel. Vroeger was dat mijn zaak. Nu ziet de Lexus mij als heropvoedingsopdracht. Hoewel ik overloop van begrip voor de bovenstebeste bedoelingen, is hier een grens overschreden. Als ik net een ton aan deze reus had uitgegeven, zou ik na een dag tegen de dealer zeggen: sloop die troep eruit of ik ga moorden. Ik wil een feedbackvrije auto, geen fatsoensdictatuur.

Hoe de auto is? Verbazingwekkend goed natuurlijk, helemaal voor een hybride met een viercilinder. Ik had graag iets narrigs opgemerkt over het verdwijnen van de schitterend doodstille zescilinders, maar zelfs de vierpitters hebben ze het zwijgen weten op te leggen. Behalve bij de koude start hoor je nauwelijks verschil. Hoe jammer dat ik niet mag zitten hoe ik wil, want hij zit heerlijk. En dankzij zijn imposante zuinigheid is hij zowaar maatschappelijk verdedigbaar. Verdedigde hij mij maar eens. Met een gemiddeld verbruik van 1 op 19 heb ik wel een bescheiden pluim verdiend. Zelfs parkeren doe ik binnen de haatmarges van de pianodictatuur. Stank voor dank. ‘Volgende keer laden’, mokt de boordcomputer. Hemel, ook al vergeten. „Moet je die zak zien kijken”, hoor ik de Lexus-nerds achter hun spionagelaptops giechelen. „Die weet: Hij Heeft Gefaald. Net goed, tyfusboomer!”