N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Prijsstijgingen Vakbond FNV presenteert woensdag een eigen analyse over de winstmarges van de grootste bedrijven met een beursnotering. Volgens de bond zijn de winsten oneerlijk verdeeld.
Van kunstmestfabrikanten die hogere gasprijzen moesten slikken tot het maken van bier, kaas en worst: overal in de voedselketen stegen afgelopen jaar de productiekosten. Toch slaagden bedrijven in de hele keten erin om hogere winstmarges te behalen dan in 2019, het jaar voordat de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne van invloed waren op de bedrijfsvoering. Vakbond FNV vraagt zich hardop af: is hier sprake van ‘graaiflatie’, waarbij bedrijven hun prijzen sneller omhoog gooien dan dat de kosten stijgen?
De vakbond publiceert woensdag een eigen analyse van de winsten en beloningen van bedrijven met een notering op de Amsterdamse beurs, waaronder Ahold Delhaize, Unilever en Heineken. De winsten bij deze drie bedrijven, alsook bij kunstmestproducent OCI, leveranciers van voedingsingrediënten IMCD en Corbidon en koffieproducent JDE Peet’s, stegen ten opzichte van 2019 overal harder dan de omzetten. „Per euro prijsstijging voor de consument voegen de ondernemingen een beetje extra marge toe”, aldus de onderzoekers.
De topmannen van Ahold en Unilever nuanceerden de afgelopen weken al het beeld dat de bedrijven woekerwinsten maken, ten koste van de consument. Ahold-baas Frans Müller lichtte toe dat een groot deel van de extra winst afkomstig was uit Noord-Amerika. Hij wees net als zijn Unilever-collega Alan Jope op de gunstige wisselkoers tussen de dollar en de euro, waardoor de resultaten hoger uitvielen.
Dat de winst grotendeels uit het buitenland komt, is ook een kanttekening die Shanawaz Bhimji, onderzoeker bij het economisch bureau van ABN Amro, plaatst bij de analyse van FNV. „De in Nederland behaalde omzet van de grootste Nederlandse beursgenoteerde bedrijven is marginaal ten opzichte van het totaal.” Volgens Bhimji kan op basis van de cijfers niet gesteld worden dat Nederlandse consumenten meer betalen dan de gestegen kosten. „Als je verder kijkt dan de AEX, zien wij de winstmarges ook niet heel erg stijgen. Zeker bij het midden- en kleinbedrijf.”
Bepalende rol
Voor het onderzoek bestudeerde FNV de cijfers van de grootste 49 Nederlandse beursbedrijven, dus ook buiten de voedselsector. Belangrijkste conclusie: de winstmarge van de bedrijven nam ten opzichte van 2019 gemiddeld toe van 7,5 naar 8,5 cent per omgezette euro. De onderzoekers lieten Shell buiten beschouwing, omdat het bedrijf gezien de omvang een te bepalende rol zou hebben in de cijfers. De multinational boekte ongeveer evenveel winst als de andere bedrijven samen: 40,2 miljard euro. Tegelijk liet FNV staalproducent ArcelorMittal wel in de dataset, terwijl het bedrijf nagenoeg alleen verantwoordelijk was voor de extra winst van 12,5 miljard euro ten opzichte van 2019.
Volgens de vakbond is het „methodologisch onjuist” om het bedrijf uit de cijfers te laten, omdat dan het beeld zou vertroebelen. Zonder ArcelorMittal mee te nemen daalde de winstmarge juist van 9,2 cent naar 7,9 cent per omgezette euro. Streep je met JustEat Takeaway ook het meest verliesgevende bedrijf (-5,6 miljard euro) van 2022 weg, dan kom je over de overgebleven bedrijven op ongeveer even hoge gemiddelde winstmarges uit als in 2019.
Lees ook dit interview: Ahold-topman: ook de fabrikant moet helpen met het dempen van de prijzen
Wel boekten 30 van de 49 onderzochte bedrijven hogere winstmarges dan in 2019. Aandeelhouders en bestuurders profiteerden flink, blijkt uit het rapport: zij kregen gemiddeld 59 procent meer uitgekeerd door gestegen dividenden en de inkoop van eigen aandelen door de bedrijven. De personeelskosten lagen ten opzichte van 2019 gemiddeld 12 procent hoger. De vakbond vindt dat verschil „onacceptabel”, zegt Petra Bolster, lid dagelijks bestuur FNV. „De winst van deze bedrijven kwam niet terecht bij de werknemers, terwijl die wel geraakt worden door de hoge inflatie.”
Ten koste van investeringen
Bovendien, stelt Bolster, gaat het uitkeren van geld aan aandeelhouders ten koste van investeringen in het bedrijf. „Daarmee brengen deze ondernemers de toekomst van het bedrijf in gevaar en dus de banen van hun werknemers.” Volgens ABN Amro-onderzoeker Bhimji doen bedrijven vanwege de afzwakkende economie en stijgende rentes minder investeringen, en kiezen ze in plaats daarvan om hun winsten aan te wenden om aandeelhouders tevreden te houden. „Door de terugkoop van aandelen wordt de koers-winstverhouding gesteund.”
Ondanks de hogere uitkeringen aan aandeelhouders en bestuurders blijft ook Bolster het antwoord schuldig op de eigen vraag of er sprake is van graaiflatie. „De bedrijven maken natuurlijk wel extra kosten, dus niet alle prijsstijgingen gaan naar extra winst.”
De bestuurder vindt het tijd voor een discussie of de opbrengst eerlijk verdeeld is: „Volgens ons kunnen de lonen omhoog, maar ook de belastingen.”