N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Repressie Rached Ghannouchi maakte zich volgens de autoriteiten schuldig aan „ophitsende verklaringen”. De autoriteiten deden ook een inval bij het hoofdkantoor van Ennahda, Ghannouchi’s islamitische partij.
Wie in het Tunesië van president Kais Saied ook maar iets zegt wat het staatshoofd niet zint, riskeert te worden opgepakt. Dat ondervond maandagavond ook de 81-jarige Rached Ghannouchi, leider van oppositiepartij Ennahda, die afgelopen weekend in het openbaar had gewaarschuwd dat Tunesië onder het huidige repressieve regime afstevent op „een burgeroorlog”. Daarmee maakte hij zich volgens de autoriteiten schuldig aan „ophitsende verklaringen”.
Terwijl hij met zijn familie het iftar-maal nuttigde na een dag vasten wegens de ramadan, vielen politieagenten huize Ghannouchi in de hoofdstad Tunis binnen en voerden hem tot verbijstering van zijn familie af voor verhoor op een onbekende locatie. Toegang tot advocaten kreeg Ghannouchi, die al jaren geldt als de leider van de oppositie, niet. Ook zijn huis werd doorzocht. Zijn familieleden beschuldigden het regime van Saied ervan Ghannouchi te hebben ontvoerd.
De autoriteiten deden dinsdagochtend bovendien een inval bij het hoofdkantoor van Ennahda, Ghannouchi’s islamitische partij die na de Tunesische democratische revolutie van 2011 enige tijd de grootste van Tunesië was. Het personeel kreeg opdracht te vertrekken, zodat de politie het kantoor op haar gemak kon doorzoeken. Later op de dag bleken zelfs alle kantoren van Ennahda in heel Tunesië op last van de regering te zijn gesloten. De partij kreeg bovendien te horen dat ze voortaan nergens meer bijeenkomsten mag organiseren, zo maakte een andere Ennahda-leider, Riadh Chaibi, bekend. Ook drie andere Ennahda-leiders werden opgepakt.
Regeren per decreet
Het is een nieuwe stap in het inmiddels ver gevorderde proces van ontmanteling van de Tunesische democratie onder leiding van de 65-jarige Saied, nota bene een voormalige hoogleraar constitutioneel recht. Dat proces begon met de uitschakeling van het parlement in juli 2021, waarvan Ghannouchi destijds voorzitter was. Op dat moment kende Saied zichzelf plotseling ook extra bevoegdheden toe, zodat hij per decreet kon regeren. Ghannouchi en anderen spraken daarom destijds van „een coup”. Volgens Saied was zijn ingreep noodzakelijk om het land voor de ondergang te behoeden.
Het jaar daarop liet de president de grondwet naar eigen smaak herschrijven. Alle macht werd voortaan in zijn handen gelegd. Ook stuurde hij tientallen rechters naar huis, zodat hij ook van die kant niets meer hoefde te vrezen. Vervolgens organiseerde hij verkiezingen voor een nieuw parlement, dat niet langer de bevoegdheid heeft de president af te zetten. Dat maar tien procent van de kiezers de moeite nam om zijn stem uit te brengen, negeerde de president.
Hoe wilt u dat ik het bewind anders omschrijf dan als een dictatuur?
Rached Ghannouchi Hoofd islamitische partij Ennahda
Geleidelijk voerde Saieds regime ook de onderdrukking elders in de samenleving op. Dit leidde regelmatig tot protesten, die dan vaak weer een cyclus van nieuwe repressie inluidden. Na protesten her en der in het land werden de laatste weken ook weer een twintigtal vakbondsfunctionarissen, journalisten en politieke activisten opgepakt, een lot dat eerder ook sommige oppositionele politici trof.
Ook Ghannouchi is de laatste maanden herhaaldelijk ondervraagd naar aanleiding van beschuldigingen dat hij jonge Tunesiërs naar Syrië en Irak zou hebben gestuurd om daar als jihadisten te vechten ten tijde van de heerschappij van Islamitische Staat daar. Ook zouden hij en zijn partij zich hebben bezondigd aan het witwassen van geld. Ghannouchi heeft deze aantijgingen altijd krachtig ontkend.
De Europese Unie, vanouds een belangrijke partner voor het Noord-Afrikaanse land, nam Saieds nieuwe stap zwaar op en liet dinsdagmiddag weten „met diepe ongerustheid” de arrestatie van Ghannouchi en de sluiting van Ennahda-kantoren te hebben gevolgd. Frankrijk, dat wegens het koloniale verleden nauwe banden met Tunesië onderhoudt, sprak van „een zorgwekkende golf van arrestaties” in Tunesië.
Vervlogen optimisme
Of zulke woorden indruk maken op Kais Saied is twijfelachtig. De weinig charismatische maar zeer eigenzinnige president laat zich weinig tot niets door het buitenland vertellen, ook niet als hij daarmee broodnodige economische hulp voor zijn land dreigt te verspelen.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is bij voorbeeld bereid kredieten ter waarde van 1,9 miljard dollar ter beschikking te stellen mits het land een aantal economische hervormingen doorvoert. Zo zou het een aantal subsidies moeten afbouwen maar dat weigerde Saied omdat sommige arme Tunesiërs daaronder zouden lijden. „Tunesië is niet te koop”, liet hij het IMF weten.
Gevraagd wat Tunesië zonder IMF-hulp moest doen, antwoordde hij simpelweg: „We moeten op onszelf vertrouwen.”
Pogingen van Saied om financiële hulp los te krijgen van andere Arabische landen hebben tot dusverre evenmin veel opgeleverd.
Zo glijdt Tunesië politiek en economisch steeds verder af. Het optimisme van ruim een decennium geleden, toen Tunesië na een langdurige periode van autocratisch bewind onder Ben Ali als eerste Arabische staat een echte democratie werd, is allang vervlogen. Ook Ghannouchi zelf, die Ennahda hoopte om te vormen van een tamelijk fundamentalistische moslimpartij tot moslimdemocraten naar het model van de Europese christendemocraten, maakte zich al geruime tijd geen illusies meer over het bewind van zijn land. „Hoe wilt u dat ik het anders omschrijf dan als een dictatuur”, vroeg hij vorig jaar tijdens een vraaggesprek met NRC in Tunis.
Lees ook: ‘Met deze grondwet houdt de president Tunesiërs voor de gek’