Antoni van Leeuwenhoek keek naar alles wat hij te pakken kon krijgen

Recensie

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: een biografie van Antoni van Leeuwenhoek

Antoni van Leeuwenhoek, een portret van Jan Verkolje (1686).
Antoni van Leeuwenhoek, een portret van Jan Verkolje (1686).

Dese diertgens bestonden uijt verscheijde couleuren, als eenige witachtich ende doorschijnende, andere uijt groene seer glinsterende schibbetgens […] ende met soo veel verscheijde bewegingen dat het verwonderend waerdich was om sien, en ick oordele dat eenige van dese diertgens, meer dan duijsent mael kleijnder waren, als de kleijnste diertgens, dat ick tot noch toe, op de korst vande kaes int tarwen meel in Schimmel, ende etc. heb gesien.

Antoni van Leeuwenhoek had eencelligen gezien, turend door een zelfgemaakt microscoopje naar water dat hij uit het Berkelse Meer had gehaald. Hij schreef er in 1674 over in een brief aan de fellows van de Royal Society. De ontdekking maakt hem de ‘vader van de microbiologie’.

Maar onomstreden was hij niet. Van Leeuwenhoek werd regelmatig gewantrouwd en weggehoond. Deels doordat anderen niet konden zien wat hij zag, deels door zijn ongeletterdheid en zijn onconventionele onderzoeksverslagen.

Op 26 augustus 2023 is Antoni van Leeuwenhoek driehonderd jaar dood. Dat gaat uitgebreid herdacht worden. In de aanloop alvast dit boek: Onzichtbaar leven. Een frisse biografie, met ‘vlees en bloed’ naast onderzoeksresultaten, oog voor sociale verhoudingen en toegankelijk voor de niet-ingewijde, belooft auteur Dirk van Delft – voormalig NRC-redacteur – in zijn inleiding.

Hij was wel nieuwsgierig, maar ook ‘ongeschoold’

Er is veel informatie uit de eerste hand. Van Leeuwenhoek schreef talloze brieven. Een daarvan is in het geheel afgedrukt, zeven pagina’s lang. Het neemt je in voor de eigenzinnige onderzoeker. Je snapt ook dat de Royal Society, waar hij verslag deed, het soms lastig had met deze vreemde eend in de bijt.

Want zijn brieven springen van de hak op de tak, van alledaagse belevenissen naar waarnemingen. Op sommige onderwerpen, zoals verschillende soorten hout, kwam Van Leeuwenhoek jaren achtereen terug. Hij schreef in het Nederlands, want hij was het Latijn, Engels of Frans niet machtig. Hij was wel nieuwsgierig, maar ook ‘ongeschoold’ in de zin dat hij geen wetenschappelijke opleiding inclusief talenonderwijs had gehad. Daarover verontschuldigde hij zich keer op keer. Cijfermatig was hij daarentegen sterk. Hij verdiende de kost als landmeter (waar veel rekenwerk bij kwam kijken), kamerbewaarder en wijnroeier, onderzoek deed hij in zijn vrije tijd.

Gekonkel tussen wetenschappers

Aan ‘vlees en bloed’ geen gebrek in Onzichtbaar leven. Vooral in letterlijke zin. Van Leeuwenhoek hield alles wat hij te pakken kon krijgen voor zijn lens, waaronder zijn eigen bloed, oorsmeer en ‘zaaddiertgens’ – sperma. Maar over zijn persoonlijk leven is weinig bekend. Het „oog voor sociale verhoudingen” dat Van Delft in de inleiding belooft, is vooral gericht op gekonkel tussen wetenschappers. Combineer dat met een veelheid aan letterlijke citaten, en dan kom je tot een biografie die vooral geïnteresseerden in de wetenschap zal bekoren.

Van Leeuwenhoek was zuinig op zijn microscopen. Niemand anders mocht erdoorheen kijken. Hij deelde niets over hoe zij ze maakte noch over belichting van preparaten. Als anderen ermee aan de haal gingen, zou hij links komen te liggen, vreesde hij. Na zijn dood bleek dat anderen er helemaal niet mee uit de voeten konden. Tot op de dag van vandaag is het een mysterie hoe Van Leeuwenhoek zoveel heeft kunnen zien. Regelmatig werd Van Leeuwenhoek gesuggereerd een Delfste microscopistenschool op te richten en zijn kunde door te geven. Dat weigerde hij. Hoe zou het de microbiologie zijn vergaan hij dat wel had gedaan?

Geschoold of niet, na lezing kan je niet anders dan onder de indruk zijn van de markante onderzoeker. De parade van dingen die Van Leeuwenhoek als allereerste zag is indrukwekkend, zijn bijdrage aan de wetenschap daarmee onmiskenbaar.