Topman DPG Media: ‘Elke tien jaar verklaart iemand de kranten dood – en ze zijn er nog steeds!’

Interview | Erik Roddenhof, topman DPG Het Vlaamse DPG Media is, sinds het in 2003 Het Parool onder zijn hoede nam, uitgegroeid tot een mediareus, ook in Nederland. „Het gaat er niet om wie media distribueert, maar wie ze maakt. En wij maken media.”

DPG Media blijft groeien.
DPG Media blijft groeien. Foto Peter Hilz/ANP

Het buurjongetje dat op een naburig erf een oude krant kwam oprapen, is in twintig jaar tijd uitgegroeid tot een machtige reus. Een Belgische reus in het Nederlandse medialandschap.Die oude krant was Het Parool, in 2003 al jaren verliesgevend en zo goed als opgegeven. Het buurjongetje was De Persgroep uit Antwerpen, krantenuitgever en een van de initiatiefnemers van de eerste commerciële tv-zender in Vlaanderen (VTM).

Het Vlaamse familiebedrijf, dat tegenwoordig DPG Media heet, ontfermde zich twintig jaar geleden niet alleen over de noodlijdende Amsterdamse krant. De verrassende overname bleek het begin van een al even opmerkelijke expansie aan de Nederlandse kant van de grens.

Het ging snel. Het Algemeen Dagblad, de Volkskrant en Trouw werden overgenomen. Regionale dagbladen als De Gelderlander, BN De Stem, de PZC en Tubantia kwamen ook in handen van het bedrijf. Bovendien voegde DPG tijdschriften toe aan zijn Nederlandse portefeuille (onder meer Libelle, Margriet, Donald Duck, Story, Ouders van nu), en een radiostation (Qmusic), nieuwssite NU.nl en servicewebsites als Independer, Tweakers en de Nationale Vacaturebank.

DPG Media, sinds 2015 ook actief in Denemarken, maakte afgelopen jaar een omzet van 1,83 miljard euro. Daarmee is het aanmerkelijk groter dan dat andere grote mediabedrijf uit België, waarmee het de Nederlandse krantenmarkt vrijwel verdeeld heeft: Mediahuis (omzet 1,2 miljard, uitgever van onder meer NRC en De Telegraaf).

Ruim 60 procent van de omzet van DPG komt inmiddels uit Nederland. In bijna alle mediasectoren is het Belgische bedrijf nu een belangrijke speler. „We zijn groot”, beaamt topman Erik Roddenhof in zijn werkkamer in het Nederlandse kantoor van DPG in Hoofddorp.

Er ontbreekt in Nederland eigenlijk nog maar één ding voor DPG.

„Er ontbreekt niet zo veel. We zijn vrij compleet.”

Maar DPG heeft toch nooit een geheim gemaakt van zijn belangstelling voor televisie? Is dat de volgende stap in Nederland?

„In België zijn we eigenlijk meer een tv- en radiobedrijf dan een uitgever. Het Nederlandse deel is meer een uitgeverij. Maar voor ons als concern zit tv maken in het DNA, daarom is onze interesse groot. Er moet alleen wel iets te koop staan. En er staat op dit moment in Nederland niets te koop. Dus we zijn er ook niet mee bezig.”

In januari blokkeerde concurrentiewaakhond ACM de voorgenomen fusie tussen RTL en Talpa, die nu wellicht andere partners zoeken.

„Wellicht, maar de vraag begint bij hen, niet bij ons.”

Toen RTL twee jaar geleden te koop stond, viste DPG achter het net. Durven jullie een nieuwe poging aan?

„Voor overname van Wegener [uitgever van regionale kranten] hebben we drie of vier pogingen moeten doen voor we succes hadden. Soms lukt een overname niet de eerste keer.”

De mediasector is eerst door het internet tot ingrijpende veranderingen gedwongen, nu dient zich met kunstmatige intelligentie een nieuwe revolutie aan. Baart dat u zorgen?

„Het is een zorg, maar ook een kans. Er zit een gemakscomponent in kunstmatige intelligentie [Artificial Intelligence, AI]. Het kan het werk dat we elke dag moeten doen een stuk makkelijker maken. Je kan het bijvoorbeeld gebruiken bij onderzoek. Dat is de ene kant.

„De andere kant is dat veel van de teksten die AI-bots voortbrengen, gebaseerd zijn op het internet. En veel van wat op het internet staat, is geschreven door journalisten, ook door onze journalisten. Dan is de vraag wat het betekent als een machine een stuk uit jouw artikel knipt en nog een keer gebruikt. Daar moeten we goed naar kijken.”

Kijken is één ding, maar komt DPG er ook tegen in actie? Want je kan ook zeggen: dat is misschien wel diefstal.

„Dat zou je kunnen denken. Het uitgeversrecht geeft daar ook duidelijke aanwijzingen voor. Maar met dit soort dingen moet je altijd zorgvuldig handelen. Wij studeren er nog op.”

Als zo’n chatbot je iedere dag het belangrijkste nieuws plus achtergronden kan leveren, in de stijl en het aantal woorden dat je zelf kiest, heb je straks geen krant meer nodig.

„Dat hoor ik al sinds 1749, toen de eerste krant verscheen van Berlingske [het Deense dagblad dat sinds 2015 in handen is van DPG]. Elke tien jaar verklaart iemand de kranten dood – en ze zijn er nog steeds! Blijkbaar vervullen ze na honderden jaren nog altijd een heel fundamentele functie.

„Zullen programma’s als ChatGPT het nieuws veranderen, en de manier waarop wij het nieuws maken en brengen? Zeer zeker. Maar hoe slim ChatGPT ook is, er zal altijd behoefte blijven aan journalisten die het echte journalistieke graafwerk doen. De krant doodverklaren vind ik bijna een schoffering voor de mensen die de 1,7 miljoen kranten lezen die wij dagelijks bezorgen.”

Het is gewoon een gegeven wat voor weer het is. Als je eenmaal de data hebt, is het vrij voorspelbaar: het gaat regenen of het gaat niet regenen

De Volkskrant schreef onlangs dat DPG al experimenteert met door software gestuurde ‘robotjournalistiek’ bij berichten over het regionale weer, verkeer of vuilnisophaalschema’s en simpele sportberichten.

„Het is gewoon een gegeven wat voor weer het is. Als je eenmaal de data hebt, is het vrij voorspelbaar: het gaat regenen of het gaat niet regenen. Dat kan je voor een heel groot deel automatiseren.

„Als je van achter in de krant begint terug te bladeren, dan heb je eerst de televisiegids – die kan je al vrij goed automatisch maken. Vervolgens komt het kookbericht, de puzzels, et cetera, en ergens is een punt in de krant waar dat niet meer kan. Dat er opeens mensen bij moeten zijn.

„Wij kijken nu bijvoorbeeld naar sportberichtjes die hele kleine groepen bereiken. Mijn dochter speelt in Dames 1 van voetbalvereniging VDZ in Arnhem, en zij slaat elke maandag de krant open om te zien of ze erin staat. Het zijn vier of vijf regeltjes – maar voor haar, haar team en nog een paar duizend belangstellenden is het denk ik het allerbelangrijkste nieuws in De Gelderlander.

„Maar het is niet meer rendabel om er een journalist naartoe te sturen. Daar probeer je dan een oplossing voor te vinden. We hebben de technologie en zijn ermee aan het experimenteren. Maar er zit nog permanent een eindredacteur bij.”

Alexander Klöpping, internetondernemer en mede-oprichter van online kiosk Blendle, zei onlangs dat NU.nl door AI ten dode opgeschreven is.

„Alexander moet zijn geld verdienen door heel veel media heel vaak dood te verklaren – anders kom je niet in de talkshows. Het is zijn verdienmodel. Ik mag hem heel graag, maar volgens mij bestaan wij nog, en of het idee van Blendle werkt, moet ik nog zien.

„Het gaat er niet om wie media distribueert, maar wie ze maakt. En wij maken media. Van de meer dan 6.000 mensen die bij DPG werken, is meer dan de helft journalist, dj of creatief op een andere manier. Daar zit het echte kapitaal van het bedrijf.

„NU.nl is overigens allang geen berichtenservice meer. De site concurreert met de grote nieuwssites om de aandacht van de consument en zal zichzelf verder vernieuwen.”

DPG zegt dat de waarde van online publicaties omhoog moet – dus ook de prijs?

„Uiteraard.”

Komt er aan de gratis site als NU.nl dan ook een prijskaartje te hangen?

„Dat kaartje hangt er al aan – en het heet advertenties. En dat blijft zo. Journalistiek is niet gratis en er moet op een of andere manier voor betaald worden. Via een abonnement of via advertenties. Het gerucht dat NU.nl een betaalde service voor de consument wordt, wil ik direct uit de wereld helpen.”

Wie ziet DPG als zijn concurrent?

„Het ligt eraan over welke tak van sport we het hebben. Voor de Donald Duck ligt het anders dan voor de Volkskrant of Qmusic. Maar op elke markt waar we actief zijn, hebben we voldoende concurrenten. Daar ziet de ACM wel op toe.”

Je kan ons een reus noemen, maar ten opzichte van Big Tech zijn we natuurlijk klein bier

Ziet u de grote Amerikaanse technologiebedrijven, Big Tech, ook als concurrenten?

„Natuurlijk. Je kan ons een reus noemen, maar ten opzichte van Big Tech zijn we natuurlijk klein bier.

„Wij komen ze vooral op twee plekken tegen. Op de online advertentiemarkt zijn ze onze grootste concurrent. Google beheerst daar de hele technologie; wie online wil adverteren, kan nauwelijks om ze heen. Wij proberen ons daarvan los te maken met een eigen advertentienetwerk, waarmee de adverteerder direct bij ons advertentieruimte kan kopen, zonder dat er geld bij Google blijft hangen. Voor ons is het een strategische prioriteit onafhankelijk te worden van de grillen van de grote concerns, die je omzet afromen en waar je niet onderuit kan.

„Ook met de app-stores beïnvloedt Big Tech de concurrentie. Als je bij Apple een app van een van onze uitgaven downloadt, kan je daar abonnementen afsluiten. Alleen gaat dan 30 procent van het bedrag naar Apple. Dat vind ik een vorm van concurrentievervalsing. Want we kunnen het ons niet veroorloven níét in die app-store te staan. Niet in app-stores staan, betekent dat je op de telefoon niet bestaat.”

Deze zomer worden de negen FM-frequenties voor commerciële radiostations via een veiling opnieuw verdeeld. Hoe spannend is dat voor DPG?

„Die veiling heeft grote impact op de radiowereld. Het kan zijn dat we de ene dag Qmusic met een FM-frequentie hebben, en de volgende dag Qmusic zónder FM-frequentie. Qmusic is marktleider, het heeft ons negen jaar investeren gekost om de zender winstgevend te maken.”

Gaat DPG ook bieden op andere frequenties?

„Misschien, als de mogelijkheid zich voordoet. Maar ik ben al heel blij als we de frequentie van Qmusic kunnen behouden.

„Het vervelende van het Nederlandse systeem is dat het een puur geldelijke veiling is. Je moet gewoon zo veel mogelijk geld meebrengen. In België, waar we dit voorjaar onze radiofrequentie konden behouden, gaat het anders. Daar is het een zogeheten beauty contest: je moet uitgebreide plannen inleveren, en op basis daarvan krijg je al dan niet een vergunning. In Nederland gaat het om het spekken van de schatkist van de overheid.”

Bij uw aantreden in 2020 noemde u digitalisering als belangrijkste prioriteit. Is het dat nog steeds?

„Ik vraag me af of dat ooit gaat veranderen. We zijn op dat vlak heel hard gegroeid. Zo hebben we nu 200 miljoen euro aan digitale advertentie-omzet. De helft van onze abonnees op de nieuwsmedia zijn digitale abonnees. Door programma’s als ChatGPT gaan we naar de volgende vernieuwing toe – we zitten in een continue transitie.

„Met iedere nieuwe ontwikkeling moet je door een leercurve heen. Als je ziet hoe wij, na vierhonderd jaar van gedrukte kranten, digitaal zijn geworden, hoe wij in zo’n twintig, dertig jaar die curve aan het draaien zijn, dan ben ik niet ontevreden. De nieuwssites horen tot de topcategorieën van wat mensen elke dag raadplegen. Toch knap, van die oude krantjes.”

Kunt u de lezers van uw kranten geruststellen dat hun papieren krant over vijf jaar nog bestaat?

„Ja, die is er over vijf jaar nog zeker.”

Zes dagen in de week?

„Of dat voor alle kranten geldt, durf ik niet te zeggen, maar voor het leeuwendeel wel. Ik vind vijf jaar heel kort, zo snel gaat het helemaal niet.”

Lees ook: Gerommel met ‘krantencontract’ leidt tot ontslag topman postbedrijf Bpost