N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Brede welvaart Volgens het SCP heeft meer dan de helft van de volwassenen weinig vertrouwen in de politiek en maken zij zich zorgen over polarisatie. Maar er is ook goed nieuws: „de kwaliteit van de samenleving is relatief hoog”.
Het kabinet moet niet alleen een heldere langetermijnvisie voor Nederland ontwikkelen op het gebied van economische doelstellingen, maar moet daarin ook sociaal-maatschappelijke doelen mee laten wegen, zoals de kwaliteit van de samenleving en de kwaliteit van leven van de Nederlanders. Dat schrijft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in de vrijdag gepubliceerde Sociaal Culturele Ontwikkelingen. In dit rapport onderzoekt het SCP hoe het met de samenleving gaat en welke beleidskeuzes het kabinet zou moeten maken om een zo breed mogelijke welvaart voor Nederland en al zijn inwoners na te streven.
In het rapport beschrijft het SCP een aantal ontwikkelingen die de kwaliteit van de Nederlandse samenleving onder druk zetten. Zo heeft meer dan de helft van de volwassenen weinig vertrouwen in de politiek, zijn zij ontevreden over de democratie en hebben zij „grote twijfels over het probleemoplossend vermogen van de overheid”. Dat concludeert het SCP op basis van een enquête die door 3.093 mensen is ingevuld. Ook bestaan er grote zorgen onder Nederlanders over polarisatie en de toegang tot medische zorg en (betaalbare) woningen.
Daarnaast constateert het SCP grote verschillen tussen mensen, een „structurele ongelijkheid” die „hardnekkig” is en ondanks kabinetsbeleid niet afneemt. Eén op de zes volwassen mensen in Nederland bevindt zich, door een stapeling van problemen en een gebrek aan economische en persoonlijke hulp om op terug te vallen, in een kwetsbare situatie. Vaker dan anderen voelen zij zich eenzaam en ze zijn minder tevreden met hun leven.
Goed nieuws
Maar er is ook goed nieuws: met veel Nederlanders gaat het goed en „de kwaliteit van de samenleving is relatief hoog”, concludeert het SCP. Veel Nederlanders hebben vertrouwen in elkaar en hebben verschillende mogelijkheden om bij te dragen aan de samenleving en er voor andere mensen te zijn, bijvoorbeeld door te werken, door vrijwilligerswerk uit te voeren of mantelzorg te verlenen.
Om de maatschappelijke opgaven het hoofd te bieden en te voorkomen dat de samenleving verder onder druk komt te staan, zijn politieke keuzes nú nodig, stelt het planbureau. „Momenteel ontbreekt het nog aan een aanpak waarbij een visie op de samenleving centraal staat. De doelen die het kabinet heeft gesteld kennen weinig onderlinge samenhang en zijn relatief vaak gericht op een specifiek beleidsdomein. Dat vergroot de kans dat beleid weinig aansluit bij het leven van mensen.” Het SCP adviseert het kabinet dan ook om zowel sociaal-maatschappelijke als economische en leefomgevingsaspecten mee te wegen in beslissingen.
Het is een „lapmiddel” om het gebrek aan raketten bij de marine op te vangen. Tegelijkertijd is het een nieuw concept voor de oorlogvoering op zee, dat internationaal met belangstelling wordt gevolgd.
Vorige week dinsdag kondigde staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) de aankoop van twee nieuwe schepen voor de Koninklijke Marine aan. De ‘multifunctionele ondersteuningsvaartuigen’ moeten allerlei taken gaan uitvoeren, maar het concept erachter is verrassend simpel: een varend platform met raketten aan boord, dat wordt aangestuurd door een ánder marineschip. Volgens het ministerie van Defensie is Nederland het eerste land dat een dergelijk wapensysteem heeft ontworpen. De ‘vaartuigen’ hebben eerst nog een (kleine) bemanning aan boord, maar zullen op termijn zelfstandig kunnen opereren: varende tot de tanden bewapende ‘drones’ van ruim vijftig meter lang.
De reden achter het project is eenvoudiger dan je zou vermoeden: het gebrek aan ‘slagkracht’ van de vloot. De vier Nederlandse Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF’en) kunnen elk veertig raketten in lanceerbuizen meevoeren. „In de jaren negentig was dat heel wat”, zegt Jaime Karremann van Marineschepen.nl, „maar inmiddels is dat volstrekt onvoldoende.” Steeds meer landen en strijdgroepen – zoals de Houthi’s in Jemen – beschikken over raketten en drones. Bovendien moet de krijgsmacht zich opnieuw voorbereiden op een grootschalig militair conflict (bijvoorbeeld met Rusland) waarbij een fregat zich moeten kunnen verweren tegen een massale aanval met vliegtuigen, raketten en ‘zwermen’ drones. Zuid-Korea en Japan bouwen daarom grotere schepen, waar meer raketten inpassen. Maar dat is een dure oplossing, die bovendien veel tijd kost om te realiseren. De vier Nederlandse luchtverdedigingsfregatten blijven nog minstens tot 2033 in de vaart.
Bestaand ontwerp
De oplossing, zegt Karremann, is „een heel eenvoudig schip” dat snel kan worden geleverd. Het eerste van de twee nieuwe ‘ondersteuningsvaartuigen’ zal al in 2026 te water worden gelaten, zo schrijft staatssecretaris Tuinman. Dat kan omdat Defensie uitgaat van een bestaand burgerontwerp: een zogeheten Fast Crew Supplier van scheepsbouwer Damen, een schip dat bedoeld is om snel mensen en voorraad naar boorplatforms op volle zee te brengen. De schepen die Damen levert zijn snel (tot 25 knopen, of 46 kilometer per uur) en geschikt voor slechte weersomstandigheden. Het schip heeft geen geavanceerd radarsysteem of geavanceerde apparatuur voor de gevechtsleiding – die taken worden uitgevoerd door een naburig fregat.
Varend raketplatform
De bewapening wordt bovendien niet in de romp meegedragen, maar staat in lanceercontainers op het achterdek – waardoor deze makkelijk kan worden vervangen. Door deze ‘modulaire’ aanpak is het ook mogelijk om andere installaties te plaatsen, zoals apparatuur voor elektronische oorlogsvoering (stoorzenders).
Volgens Defensie zijn de nieuwe schepen niet alleen geschikt voor luchtverdediging, maar ook voor precisie-aanvallen op land. De marine koopt daarom behalve geleide raketten ook zogeheten loitering munition, kamikaze-drones die lang kunnen cirkelen voordat ze zich op hun doel storten. De nieuwe hulpschepen krijgen ook een taak in het bewaken van vitale infrastructuur op de Noordzee (zoals onderzeekabels). Ze zullen daarom worden voorzien van apparatuur voor waarnemingen onder water. Op termijn, zo stelt Karremann, wil de marine veel meer van dit soort schepen in de vaart nemen, die allen onbemand zullen zijn. Op dit moment is de techniek daarvoor nog onvoldoende ontwikkeld, schrijft Defensie. De ondersteuningsvaartuigen – met een achtkoppige bemanning – zijn „een eerste stap naar onbemande schepen.”
Het past in een trend. Westerse luchtmachten zijn druk bezig met het ontwikkelen van concepten waarbij gevechtsvliegtuigen worden ondersteund door onbemande wingmen. Ook landstrijdkrachten denken na over drones. Zo is het de bedoeling dat het Nederlandse tankbataljon, waarvan de oprichting eerder deze maand bekend werd gemaakt, voor een derde uit onbemande systemen zal bestaan. Volgens commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim kan het een antwoord bieden op de dreigingen van het moderne slagveld. „Een tank is kwetsbaar, net als een vliegtuig of een schip”, zo zei de generaal eerder deze maand tijdens de presentatie van de Defensienota in Amersfoort. „Daarom bouwen we er een heel concept omheen. Onbemenste systemen zullen daarbij een grote rol spelen.”
Lees ook
Tanks, vliegtuigen en fregatten zijn niet genoeg: defensie heeft de samenleving nodig
Fregat Zr.Ms. De Ruyter en fregat Zr.Ms. Tromp, twee van de huidige fregatten van Defensie.
Er ligt een flinke stapel hout naast de deur. „Maar ik stook heel weinig”, zegt Gert-Jan Bos uit Amersfoort. De bewoner van de Rubensstraat beschikt over een oude open haard die binnenkort plaats maakt voor een houtkachel. „Een goed idee”, noemt Bos het verbod op binnenshuis stoken vanaf deze maand bij windstil of mistig weer, omstandigheden waarbij rook en roet uit de schoorsteen blijven hangen, de luchtkwaliteit schaden en overlast veroorzaken. „Mensen moeten hun gezond verstand gebruiken”, zegt de bewoner van het Vermeerkwartier. „Veel mensen weten niet hoe ze moeten stoken. Die zullen de komende tijd een bezoekje krijgen van de gemeente. Terecht.”
Met alle kennis over de effecten van houtrook zeggen we: we moeten er paal en perk aan stellen
Vrijwel iedereen in de Amersfoortse Rubensstraat en omgeving heeft wel een mening over het besluit van de gemeente om, ruim twee jaar nadat de gemeenteraad daar om had gevraagd, daadwerkelijk het stoken bij ongunstig weer te verbieden, overtreders aan te spreken en bij herhaaldelijke overtreding een boete uit te schrijven, van maximaal 400 euro. Wethouder Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren): „Ik maak me al lang sterk voor de luchtkwaliteit. Toen ik hier wethouder werd, heb ik meteen laten onderzoeken of het gewenste verbod juridisch haalbaar was. Dat bleek begin dit jaar met de invoering van de landelijke Omgevingswet. We hebben een beleidsregel ingevoerd die volgens onze juristen bij een rechter stand houdt.” Dat een open haard veelal gezellig wordt gevonden en hout stoken nu eenmaal sinds mensenheugenis gebeurt, is „allemaal waar”, aldus Van Lammeren. „Maar er zijn gewoon mensen in de stad die er last van hebben. Je zal maar COPD hebben, je zal maar een kind met astma hebben. Met alle kennis over de effecten van houtrook zeggen we: we moeten er paal en perk aan stellen.”
Buitenkachels
De gemeente Amersfoort krijgt jaarlijks honderd tot honderdtwintig meldingen van overlast. Ongeveer vijf daarvan zijn afkomstig van een vrouw „van middelbare leeftijd” die anoniem wil blijven omdat de kwestie gevoelig ligt in de buurt. „Ik ben blij met deze maatregel, want dan hoef ik er niet meer op af. Je krijgt er misschien niet direct ruzie van, maar ik wil niet te boek staan als een groene wappie of zo. Ik heb er gewoon last van.”
750.000 mensen met een longziekte zeggen „regelmatig benauwd” te zijn door houtrook
Hoewel het stookverbod van Amersfoort zich beperkt tot het binnenshuis stoken van hout, doen volgens de frequente klager vooral buitenkachels veel kwaad. „Mensen willen het ’s zomers in hun tuin nog net iets warmer hebben dan twintig graden en stoken dan bij, heel bizar. Ik moet dan mijn huis hermetisch afsluiten. Ik heb hoofdpijn en prikkende ogen. Je blijft het ruiken.” Ze hoopt dat de maatregel stokers aan het denken zet. „Over hoe slecht het ook voor hen zelf is.”
Polariserend en betuttelend
Er zijn ook tegenstanders. Zij bestrijden niet zozeer dat het slecht stoken van hout tot luchtvervuiling en overlast leidt, maar vinden een verbod niet de juiste methode om daar een einde aan te maken. „Als er een regel nodig is om te zorgen dat ik rekening houd met mijn buren, dan vind ik dat kwalijk”, zegt Kees Schouten, bewoner van de Rubensstraat. Hij stookt ongeveer vier keer per jaar zijn open haard. Een gemeentelijk verbod is volgens hem juridisch onhoudbaar. „Als iemand veel stookt en niet zo aardig is om met buren rekening te houden, houdt hij de gordijnen dicht en doet hij de deur niet open voor een handhaver.” Bovendien heeft een verbod geen effect op het gedrag, aldus Schouten. „Dit leidt tot polarisatie. Een gedragsverandering krijg je niet door polariserende discussies.”
Ook raadslid Tom van Lamoen van de eenmansfractie Amersfoort voor Vrijheid is tegen een verbod. „Betuttelend”, vindt hij. „Dit speelt bewoners in buurten tegen elkaar uit.” Bovendien is het besluit „hypocriet” omdat tegen de uitstoot van biomassacentrales in Amersfoort geen maatregelen worden genomen. Wethouder Van Lammeren: „Ik trek al tien jaar ten strijde tegen biomassacentrales. Het coalitieakkoord zegt dat we die willen afbouwen. Maar die centrales zijn ooit vergund en afbouwen moet wel ordentelijk verlopen, ik hecht aan een betrouwbare overheid.”
Lees ook
Biomassa: de paria van het klimaatdebat
Verkeerd stoken
Nederlanders leven volgens het RIVM gemiddeld acht maanden korter door blootstelling aan luchtvervuiling, en houtstook door particulieren draagt daar fiks aan bij. Het Longfonds stelt dat 750.000 mensen met een longziekte aangeven „regelmatig benauwd” te zijn door houtrook. In de gemeente Utrecht is het vanaf komend jaar verboden om buiten vuur te stoken op hout. De gemeente Amsterdam wil maatregelen nemen om houtstook te „ontmoedigen”, zo kondigde wethouder Melanie van der Horst (D66) dinsdag aan. „Van subsidie voor het verwijderen van rookkanalen, proeven met elektrische barbecueplaatsen, tot voorlichting en een verbod op houtkachels in nieuwe woningen vanaf 2027.”
In de discussie over houtrook ontbreekt de nuance, meent eigenaar René Hooijer in de showroom van zijn bedrijf Hooijer Haarden en Vloeren, aan de rand van Amersfoort, waar verscheidene houtkachels branden. „Klachten komen nooit van moderne houtkachels.” Meestal betreft het vuurkorven, „houtkacheltjes in een tuinhuis” en slecht gestookte oude open haarden. „Moderne houtkachels hebben een rendement van meer dan 75 procent”, meldt hij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld oude open haarden die slechts 10 procent halen. Stokers moeten verder goed gedroogd hout zoals berk, es of beuk gebruiken. Hooijer: „Laten we eerst het gesprek aangaan met mensen die verkeerd stoken voordat we iets gaan verbieden.”
Lees ook
Dat de houtkachel een heet hangijzer zou zijn, had ze van tevoren niet voorzien
Voor de kust van Djibouti, in de Hoorn van Afrika, hebben smokkelaars dinsdag meer dan driehonderd vluchtelingen gedwongen van boord te springen en verder te zwemmen. Zeker 48 mensen zijn daardoor verdronken en nog 61 mensen zijn vermist, meldt de kustwacht van Djibouti, die 115 mensen wist te redden, woensdag op sociale media. Het „tragische incident” gebeurde volgens de kustwacht slechts 150 meter voor de kust.
Een grote zoek- en reddingsoperatie is nog in volle gang, waarbij naast de kustwacht van Djibouti ook de nationale marine en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de Verenigde Naties betrokken zijn. Die laatste organisatie zorgt voor medische en psychologische hulp, voedsel en onderdak voor de overlevenden.
2024 markeert volgens de IOM een erg dodelijk jaar op de route tussen de Hoorn van Afrika en Jemen en het Midden-Oosten. Al voor dit ongeluk verdronken in dit jaar meer dan honderd vluchtelingen voor de kust van Djibouti. Velen van hen gebruiken „een van ’s werelds drukste en meest grillige” migratieroute over zee om hun thuisland Ethiopië of Somalië te ontvluchten en via Jemen een beter bestaan op te bouwen in de Golfstaten, vaak met de hulp van smokkelaars. Dat maakt de situatie van de migranten extra kwetsbaar. Op de route kregen al duizenden van hen te maken met barre weersomstandigheden, geweld, uitbuiting en mishandeling.
Sinds 2014 telde het IOM Vermiste Migranten Project 1.860 overleden en vermiste migranten op de zeeroute tussen de Hoorn van Afrika en de Golfstaten. 480 van hen kwamen om door verdrinking.