Cartoonist Jip van den Toorn: ‘Ik denk heus niet dat ik elke week een gouden ei leg’

Jip van den Toorn: „Als een grap uitgesproken moralistisch wordt, dan zit er geen wrijving of discussie meer in.”Foto Roger Cremers

Interview Vorig jaar won de 29-jarige Jip van den Toorn de Inktspot-prijs voor beste politieke tekening. Nu is haar boek Crisis toe aan een vierde druk. „Ik ben een wandelende crisis.”

Jip van den Toorn twijfelt nog, zegt ze. Het is vrijdagochtend, enkele uren voor ze haar wekelijkse tekening voor de zaterdagkrant van de Volkskrant moet inleveren, maar de zin bij het beeld moet misschien anders. „Dus als wij klaar, zijn ga ik snel op de fiets naar huis.”

Ze zegt in het alle rust, terwijl ze zich met haar hond Bennie installeert op de bank van een koffietentje in Amsterdam-West. Wat ze heeft getekend is een wereld die onder water gelopen is en in de fik staat, vertelt ze. „Je ziet een gezin in een bootje en het kind zegt tegen zijn ouders: ‘Maar wat deden jullie dan toen hier nog iets aan gedaan kon worden?’ Het antwoord wordt iets in de trant van: ‘We wezen vooral vegetariërs erop dat ze wel leren schoenen droegen.’ Ik wil iets maken over mensen die elkaar hypocrisie verwijten en naar elkaar wijzen tijdens deze klimaatcrisis, onder het mom ‘Een beter milieu begint bij een ander’. Maar dat antwoord is te lang en uitleggerig. Dus als je nog input hebt?”

©Jip van den Toorn, de Volkskrant

Vorig jaar won de 29-jarige Van den Toorn de Inktspot-prijs voor beste politieke tekening voor een andere cartoon over de klimaatcrisis. Die bevatte tweemaal dezelfde tekening van een vrouw in een vliegtuig, met als onderschrift ‘Brenda had besloten om milieubewuster te leven. Links staat er ‘Vroeger’ boven en rechts ‘Nu’. In het nu zegt Brenda: ‘Eigenlijk kan dit dus niet….’

Nadat het Journaal berichtte dat ze de eerste vrouw en de jongste tekenaar was die de prijs won, was ze alom in de media. En het succes houdt aan. De vlak erna verschenen bundeling van haar werk, getiteld Crisis, is inmiddels toe aan een vierde druk. De crisis is overal, zegt dat boek. Bijna honderd soorten crisissen ontwaart ze in haar hilarische en messcherpe tekeningen.

Over haar prijswinnende cartoon zegt ze: „Daarin nam ik mensen de maat die het goed willen doen, maar die dat toch niet lukt én dat dondersgoed weten. Soms is er geen keuze. Wel bij vliegen. Maar je moet bereid zijn dingen in te leveren.

„Ik hoop dat de tekening niet moralistisch is, want hij gaat eigenlijk over mij. Ik maakte hem nadat ik had gevlogen en dacht: eigenlijk kan dit niet meer.”

Waarom ben je bang om moralistisch te zijn? Ik wil de stemming niet meteen bederven, maar het is eigen aan satire.

„Als een grap uitgesproken moralistisch wordt, dan zit er geen wrijving of discussie meer in. Dan ben je gewoon iemand die vertelt wat een ander moet doen.”

Hoe zie je aan een cartoon dat jij jezelf op het spel zet

„Uiteindelijk herkent iedereen zichzelf in dit dilemma, denk ik. Ik wil vragen opwerpen, en ideeën. Geen voorschriften.

„Maar ik ben kritisch op mijn eigen generatie, op mensen als ik. Dus ik hoop dat ik mezelf niet buiten schot hou.”

Is er een tekening waarvan je zegt: dat ben ik?

„Die waarop bezoekers foto’s maken tijdens een concert. Van die toeschouwers die alles door een schermpje bekijken. Dat doe ik niet meer. Omdat ik dat nu van mezelf weet.

„Ik wil niet persoonlijk zijn, maar herkenbaar. Dat lukt alleen als je iets maakt dat dicht bij jezelf staat. Soms zijn kleine dingen juist universeel. Daar zoek ik naar.”

Je bundel is geen autobiografie?

„Nee, dan zou er veel drama in mijn leven zijn. Hoewel dat op zich klopt.” Ze lacht. „Ik ben een wandelende crisis. Dat zoeken naar hoe je je tot dingen verhoudt, die chaos, speelt in de maatschappij, maar ook in mijn eigen leven.”

Hoe is tekenen op de iPad?

„Het geeft veel vrijheid om overal te kunnen werken. Mijn stijl is niet digitaal, dus ik zoek naar grofheid, niet rechte lijnen, groezeligheid. Nu ben ik bewuster met kleurgebruik. Felle kleuren helpen de blik te sturen. Ik vertrouw op mijn techniek. Dan hou je meer tijd over om na te denken over wat je wilt zeggen. Het enige nadeel is dat ik geen originelen heb die ik kan verkopen voor veel geld.”

Het Rijksmuseum vist er weer naast?

„Ja, dat is balen. Maar ik maak prints, met goede inkt. Daar is vraag naar. Maar ik ben nooit naar de kunstacademie gegaan om veel geld te verdienen. Zoals het nooit mijn doel was cartoonist te worden.”

Je zat op een theaterclub. Je vader Dick van den Toorn is acteur, en je oma, Kitty Janssen, was het ook.

„Ik ging elke week thee bij haar drinken en roddelen. Zij is echt mijn spirit animal. Ze was een soort punk-oma, met harde humor en een recalcitrante kijk op de wereld. We deden dingen die eigenlijk niet mochten, zoals naar de Febo gaan en vieze gedichten schrijven over piemels.

„Ik mis haar. Ik hoop dat ze ergens op een wolkje ziet wat ik aan het doen ben. Want ze overleed toen ik achttien was en op een punt zat dat ik totaal niet wist wat ik met mezelf moest. Ik was een puber, gitaarliedjes spelend en huilend op mijn kamer.”

Humor zit in de familie?

„Humor helpt om te relativeren. Met die manier van denken ben ik opgegroeid. Ik hoop dat mijn cartoons dat ook doen. Om iets lachen betekent dat je verbaasd bent over iets dat je niet verwacht. Als iets voorspelbaar is, is het ook niet grappig meer. Humor is ook een manier om mensen te raken, net zoals een emotioneel of heftig verhaal dat doet.”

Helpt zoeken naar de grap met scherper kijken?

„Het is andersom. Scherp kijken brengt interessante gedachten, waardoor je een grap kan maken. De grap komt meestal voort uit een soort verwondering.”

Dus grappige mensen zijn slim?

„Ja, zoals je hier voor je ziet.” Ze lacht.

In discussies over humor wordt vaak gezegd dat je niks meer mag zeggen.

„Dat is zo’n onzin. Ik sta niet heel vaak op het punt een racistische tekening te maken, om dan te bedenken: shit, dit mag niet meer.”

Ondanks je familie en school werd theater het niet?

„Na mijn auditie op de toneelschool in Maastricht hoopte ik dat ik niet zou worden aangenomen. Bij toneel ligt wie je bent en wat je maakt veel minder ver uit elkaar. Je wordt afgerekend op wie je bent. Dat is best heftig. Op de Kunstacademie had ik in het eerste jaar een expositie. Dat bezoekers niet wisten wie ik was, vond ik een bevrijding.”

Want kritiek is vervelend?

„Ik kan er slecht tegen als mensen me zeggen hoe ik dingen moet doen. Het klinkt misschien arrogant, maar ik laat kritiek wel toe als het mensen zijn van wie ik het waardeoordeel hoog heb zitten. Alleen heb ik dat bij de meeste mensen niet.” Ze lacht er hard bij.

„Misschien heb ik gewoon niet zo’n groot ego. Ik denk heus niet dat ik elke week een gouden ei leg. Ik sta altijd achter wat ik maak, maar het kan wel eens minder zijn. Boeien!”

Een vriendin van je vertelde dat je op de middelbare school een aandachtstrekker was.

„Het lyceum in Zuid was een kakschool. En van die verschrikkelijke buurt kreeg ik de kriebels. Dus ik ging expres boos en verlept door de Beethovenstraat lopen. Ik wilde er niet mee geassocieerd worden.

„Ik was een schreeuwerige puber. En creatief met smoezen. Ging ik in mijn ogen wrijven tot ze rood waren en dan zei ik dat mijn lenzen niet goed zaten. Om buiten een sigaretje te kunnen gaan roken. Ik was meer bezig met blowen en tegen dingen aantrappen dan met stil zitten. Met de puberige arrogantie richting volwassenen dat ik het allemaal beter ging doen.”

Wat stoorde je?

„Alles. Iedereen met een saaie kantoorbaan. Met een hypotheek. Ik wilde een wild en meeslepend leven leiden. Terwijl ik nu hoop dat ik ooit een hypotheek kan krijgen. En ik in Amstelveen woon. Dan maar een meeslepend leven in Amstelveen.”

Wanneer ben je burgerlijk geworden?

Ze lacht. „Dat duurt nog wel even. Ik woon ook deels in Berlijn. Maar ik verlang naar een basis. Ik zoek altijd die balans tussen chaos en ernst. Maar ik merk ook dat ik een drang naar destructie heb. Bij stress en in crises floreer ik.

„Die destructie bestaat uit alles willen loslaten. Laat uitgaan, te veel drinken, vergeten te eten. Als ik mezelf niet in toom houd, dan kom ik tot niks. Al ga ik er ook van aan en krijg ik goede ideeën. Dus de vraag is: ga ik thuis muntthee drinken of gaat alles kapot?” Weer een uitbundige lach.

Het leven heeft ook maar twee opties.

„Precies. Ga ik het huis slopen of ga ik stofzuigen?”

Je hebt net een periode niet gewerkt. Voor de balans?

„Ik was lang niet op vakantie geweest. En het was een droom om naar Thailand te gaan om daar aan vechtsport te doen. Dat heb ik gedaan. Vijf uur per dag mixed martial arts. Ik word rustig van vechten.

Hoe word je daar rustig van?

„Ik doe aan kickboksen en Sambo, wat een soort Russisch worstelen is. In Thailand deed ik meer mixed martial arts, wat je bij kooivechten doet. Er zijn wel regels. Niet met je elleboog of voet in iemands gezicht. Maar je mag wel iemand killen: hem wurgen tot hij aftikt. Als ik nu jouw arm wil breken…”

Dan kan jij dat?

„Ja, dan kan ik dat. Dan zorg ik dat jouw arm zo vastgezet is dat hij niet kan bewegen en dat je gewricht buigt op een manier dat hij niet moet buigen. En dan heb ik gewonnen.

„Vechten is een chaossituatie, waarin je het hoofd koel moet houden. Als je niet focust, krijg je een klap. Het is een ultieme manier om in het moment te zijn. En om scherp en creatief te zijn.”

„Vechtsport heeft me geholpen gegronder te worden, en die grond is wat ik nodig had. Het heeft geholpen vertrouwen te hebben in wat ik vind, en gek genoeg om feminiener te zijn. Ik dacht: ik sla mensen in elkaar, dus ik kan het me permitteren om een jurkje aan te trekken.”

Had je last van mannen? Dat overkomt de helft van alle vrouwen.

„Vrijwel iedere vrouw, denk ik. Het is een groot en ingewikkeld gesprek, dat zelfs wanneer er misstanden aan het licht komen eigenlijk niet gevoerd wordt. Bij NOS Sport zie je dit ook: het draait opnieuw uit op victim blaming. Nogal contraproductief.

„Misogynie zit ook in subtiele dingen. Wanneer ik mensen vertel dat ik cartoonist ben, denken ze vaak dat ik bloemen teken. Of mannen die graag met me willen sparren. Dan vraag ik: ‘Doe je ook aan vechtsport?’ Waarna blijkt dat ze dat nog nooit gedaan hebben.”

Lees ook: ‘De mensen die mijn boek willen verbieden hebben het vaak niet gelezen’