Celstraffen tot drie jaar voor uit Syrië teruggehaalde IS-vrouwen

Jihadisme De vrouwen werden vorig jaar met hun kinderen door de Nederlandse regering opgehaald uit een vluchtelingenkamp in Syrië. De rechter rekent het hun aan dat ze naar IS-gebied afreisden, terwijl ze wisten wat deze beweging op zijn kerfstok had.
Vrouwen van IS-strijders in een vluchtelingenkamp in Syrië. De personen op de foto zijn niet de vrouwen die terecht stonden in Nederland.
Vrouwen van IS-strijders in een vluchtelingenkamp in Syrië. De personen op de foto zijn niet de vrouwen die terecht stonden in Nederland. Foto Ahmed/Mardnli/EPA

Vier vrouwen die met hun kinderen afreisden naar Syrië hebben dertig tot 36 maanden celstraf opgelegd gekregen, waarvan twaalf tot vijftien maanden voorwaardelijk, voor lidmaatschap van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. Dat heeft de rechtbank van Rotterdam donderdagmiddag besloten. Een vijfde vrouw werd enkel veroordeeld omdat zij „haar kind in een hulpeloze toestand heeft gebracht door naar een oorlogsgebied af te reizen”. Daarvoor kreeg zij zestien maanden gevangenisstraf opgelegd, waarvan negen voorwaardelijk.

Van laatstgenoemde vrouw kon niet worden vastgesteld dat ze lid was van een terroristische beweging, van de overige vier wel. Van dit viertal werd één vrouw ook schuldig bevonden aan het in hulpeloze toestand brengen van haar kinderen. De rechter rekent het de vrouwen aan dat ze naar Syrië en Irak afreisden en zich aansloten bij IS, terwijl ze wisten wat daar gebeurde en welke gruwelijke praktijken de jihadistische beweging beging.

Teruggekeerd uit Syrië

De veroordeelden zijn onderdeel van een groep vrouwelijke Syriëgangers die begin februari vorig jaar met hun in totaal elf kinderen werd opgehaald uit al-Roj, een Koerdisch vluchtelingenkamp in het noorden van Syrië. Het Openbaar Ministerie had celstraffen tot vier jaar geëist tegen de vrouwen. „Ze hebben de keuze gemaakt om naar een oorlogsgebied te gaan. De gevolgen komen voor hun eigen rekening”, zei de officier van justitie daar destijds over.

Lees ook: Post van IS-vrouwen op de Zwolse terrorismevleugel

De rechter legde een lagere straf op dan het OM had geëist, omdat hun rol binnen IS beperkter was dan die van eerder berechte vrouwen. „Daarnaast hebben de vrouwen ruim vier jaar met hun kinderen in kamp al-Roj doorgebracht waarvan is vastgesteld dat de omstandigheden erbarmelijk zijn geweest”, aldus de rechtbank. „De vrouwen hebben expliciet afstand gedaan van het IS-gedachtegoed.”

Nationaliteit

Voor de rechtszaak werd geopperd dat de vrouwen hun Nederlanderschap kon worden afgenomen. „De rechtbank acht dit voor verdachte en haar kinderen een onwenselijke situatie”, zei de rechter donderdag. „De verdachte is geboren en opgegroeid in Nederland en is, nadat zij haar gevangenisstraf heeft uitgezeten, afgestraft.”

Dat de vrouwen in Nederland zijn berecht, is het gevolg van weer een andere rechterlijke uitspraak. In 2021 adviseerden onder meer het OM, de AIVD en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) om IS-gangers op te halen en in Nederland te berechten. De regering wilde dit eigenlijk niet, maar ging in enkele gevallen toch overstag. Later bepaalde de rechter dat Nederland zich moest inspannen om naar het ‘kalifaat’ afgereisde Nederlandse vrouwen en kinderen op te halen.

In november 2022 werden nog eens twaalf vrouwen opgehaald die naar Syrië waren gereisd. Hun rechtszaken dienen op een later moment.