N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Auto
Importeur Pon werkt in navolging van Toyota’s Louwman aan een verzameling klassiekers van alle huismerken, van Audi tot VW. Groot is mijn opwinding over de aanschaf van een VW Passat Variant uit 1985 met 44.000 kilometer op de teller, helemaal als me spontaan de sleutels worden aangeboden. Altijd benieuwd geweest naar de voelbaarheid van vier decennia vooruitgang. Ik ga hem testen alsof het een nieuwe was. Wat hij ook is. De roestvrije, verbluffend ongeschonden oldtimer voelt en rijdt alsof hij net van de band rolde. Wat reed de middenstand destijds voor omgerekend 15.000 euro?
Een ruime, vriendelijk ogende station van onberispelijke kwaliteit tegen een prijs waarvoor je nu geen nieuwe stadsmini meer aanschaft. Zo onderstreept hij ongewild het drama van een prijsexplosie die privémobiliteit voor generaties onbereikbaar heeft gemaakt. Van de koplampen tot het dashboard is alles rechtlijnig en doelmatig aan deze bescheiden stationcar. Terwijl de Passat een GL is, en dat betekent Grand Luxe, slinger je de ramen zelf open en dicht, en zoals de meeste fabrikanten zag VW van airconditioning de noodzaak niet.
Voor de tijd is hij weelderig. Er zit een klokje in, de stoelen zijn bekleed met blauw velours, hij heeft een schuifdakje, centrale deurvergrendeling en hoofdsteunen achter. Maar hij maakt zich nergens groter dan hij zijn moet. De stalen wielen met discrete doppen hebben een doorsnede van 13 inch. De Passat-man van vandaag komt voor minder dan 19 zijn bed niet uit.
Waarom vonden gewone burgers dit mooi genoeg? Omdat ze nog een echt leven buiten hun smartphonebubbel hadden en hun wagens niet als rijdende designhotels maar als gereedschappen beschouwden. De auto’s van vandaag zijn met hun infotainmentoverkill en sfeerverlichting in 64 kleuren doorgedraaide prikkelautomaten, bedoeld om de ondraaglijke lichtheid van het leven te verluchtigen met nog meer niks. In de Passat daalt een enorme rust over me neer. Nergens een eng scherm met een computerstem die vraagt of ze van dienst kan zijn. De simpele radio is er voor het nieuws, niet voor een premium stuk audiobeleving. Ik tel vijf knoppen op het dashboard, plus drie schuifjes voor de ventilatieregeling. De station was in 1985 nog bedoeld om dingen te vervoeren, niks lifestyle. De vangrailachtig hoge dakrails zijn begroot op Indiase lasten. De motor was er niet om te schitteren, maar om je met redelijke snelheden te verplaatsen. Niet te langzaam, niet te snel, precies het veilige midden met een top van iets boven de 160.
De Passat weegt duizend kilo, zeven- tot achthonderd minder dan een elektrische middenklasser van vandaag. Dan ben je met 75 pk vlot zat. De vijfde versnelling houdt de toerentallen laag en wat je hoort klinkt mild en vriendelijk. Ik rijd strak 1 op 14,1. De vervette Koreaanse midsize-suv die de Passat-koper van toen nu rijdt is niet veel zuiniger.
De gewone mens
Aan het rijden is op een verrukkelijke manier niets bijzonders. Dat hij iets meer overhelt respectievelijk trager remt en optrekt dan moderne Volkswagens vergeet je snel zodra je in zijn ritme zit. Na 38 jaar is er verbluffend weinig op hem aan te merken. De stoelen zijn te klein voor de volwassenen van nu, de ramen daarentegen zo groot dat rondom niets van de omgeving je ontgaat. Voor je veiligheid lijkt me dat even essentieel als airbags. Belangrijker: de gewone mens kon hem gewoon betalen.
Ga me niet vertellen hoeveel makkelijker autobouwen was in een tijd zonder geëscaleerde veiligheidsvoorzieningen. Hoeveel stiller en gerieflijker auto’s zijn geworden, terwijl in dit bejaarde ding geen piepje van een hyperventilerend actief veiligheidsysteem de echte rust verstoort waar geen steriele stekkerstilte tegenop kan. Ga me niet van domme nostalgie beschuldigen. Aan deze Passat zie je wat VW en alle concurrenten in hun scoringsdrift lijken te zijn vergeten: de nuchtere gebruikersmaatstaf. Hij dient geen ander doel dan zijn eerbare functie. Zijn gebrek aan bling leert je ook een sociale les. Hij is gemaakt voor een bestaan dat je nog zelf vorm moest geven. De blits uithangen deed je maar in de disco. Waar je je netjes aan de regels hield, want anders kreeg je Derrick aan de broek met zijn enorme BMW en slaafse assistent, die buiten de schijnwerpers vast Passat reed. Baas boven baas. Maar op de criteria balans en functionaliteit is Pons nieuwste stuk antiek nu al mijn auto van het jaar.