N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In onze maatschappij speelt wetenschap een grote rol. Alleen al vanuit democratisch oogpunt en vanuit het beginsel van gelijke kansen zouden wetenschappers daarom hun stinkende best moeten doen om iedereen te betrekken bij wetenschap. Om te zorgen dat mensen goede beslissingen kunnen nemen en om de wetenschappelijke verhalen die bij onze cultuur horen te delen. Bovendien kunnen grote uitdagingen als de klimaatcrisis alleen aangepakt worden in samenwerkingen tussen wetenschap en samenleving.
Daarvoor is goede wetenschapscommunicatie hard nodig. Wetenschapscommunicatie gaat over allerlei manieren waarop mensen buiten de wetenschap betrokken worden bij wetenschappelijk onderzoek. Er is wetenschapscommunicatie over alle stappen van het wetenschappelijk proces, van idee tot resultaat, en over alle soorten onderzoek. Wetenschapscommunicatie kan gaan over het delen van wetenschappelijke inzichten, bijvoorbeeld bij een lezing over quantummechanica. Over samen onderzoeksvragen bedenken en onderzoek uitvoeren, zoals in zogenoemde ‘citizen science’-projecten rond zwerfafval. Of over verschillende opvattingen over wat we met uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek zouden moeten doen, bijvoorbeeld bij een discussieavond over jeugdcriminaliteit.
We komen echter te vaak collega’s tegen die trots vertellen dat ze iets moois aan wetenschapscommunicatie hebben gedaan – maar vervolgens een gelikt filmpje laten zien dat bedoeld is om studenten te werven, of dat hun onderzoeksresultaten wel héél ronkend neerzet.
Een deel van de communicatie over wetenschap lijkt verdacht veel op marketing. Het is vooral éénzijdig zenden van informatie en weinig luisteren naar kennis vanuit de samenleving. Er is veel aandacht voor het etaleren van mooie resultaten en doorbraken, maar minder voor het delen van het proces van wetenschap.
En er wordt veel gepreekt voor eigen parochie: sommige mensen in de samenleving worden veel gemakkelijker en vaker betrokken bij wetenschap dan anderen, terwijl die anderen dat wel zouden willen. Verreweg de meeste burgers zijn namelijk niet ongeïnteresseerd of wantrouwend. Ze willen best iets met wetenschap, maar hebben geen idee hoe.
Enthousiasme van individuen
Natuurlijk gebeurt er ook veel moois. Vanuit hogescholen, universiteiten en andere kennisinstellingen, in wetenschapsmusea, door media en anderen. Maar te veel van deze activiteiten drijven op het enthousiasme van individuen en slagen eerder ondanks dan dankzij het huidige beleid. Mensen die het goed doen, krijgen daar weinig waardering voor.
Ook leeft op te veel plekken het impliciete idee dat je, als je eenmaal goed bent in het complexe doen van onderzoek, je als vanzelf ook goed zult zijn in het als eenvoudiger beschouwde communiceren erover. Wetenschapscommunicatie wordt binnen de wetenschap te vaak gezien als iets wat je als hobby doet, naast je echte werk. Er wordt weinig vooraf nagedacht over doelen, activiteiten worden zelden geëvalueerd en kennis op het gebied van communicatie wordt weinig gedeeld.
Kortom: er valt veel te verbeteren. Dat kun je het beste op landelijk niveau aanpakken, zoals verschillende landen om ons heen al doen. Het is daarom een goede zaak dat minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66) vorig jaar aankondigde dat Nederland een nationaal centrum voor wetenschapscommunicatie krijgt. Hij vroeg ons om dit centrum op te zetten en een plan van aanpak te schrijven. Dat advies is deze woensdag gepresenteerd.
Lees ook dit opiniestuk: Communicatie is geen wetenschap maar ordinaire geldklopperij
Nationaal Expertisecentrum
We hebben besloten om de term wetenschapscommunicatie te vermijden in de naam: Nationaal Expertisecentrum Wetenschap & Samenleving. Daarmee leggen we de nadruk op waar het om moet gaan: wetenschap én samenleving.
Dit nieuwe, kleine centrum moet als een katalysator de Nederlandse wetenschapscommunicatie verbeteren. Door te zorgen dat bestaande kennis over communicatie gedeeld en gebruikt wordt, door mensen die aan wetenschapscommunicatie doen te koppelen aan mensen die weten hoe je dat goed doet en door te zorgen dat wetenschapscommunicatie ruimte en erkenning krijgt binnen het werk van de wetenschap.
Het centrum gaat zelf geen wetenschapscommunicatieprojecten opzetten of financieren, zulke rolvermenging leidt al snel tot problemen. Het is cruciaal dat het centrum een onafhankelijke organisatie wordt, zodat het los kan staan van politieke invloed en belangen van bestaande instituten.
We beseffen goed dat dit centrum de relatie tussen wetenschap en samenleving niet zonder meer zal veranderen in een verhaal van louter eenhoorns en regenbogen. Maar wij geloven dat goede communicatie tussen wetenschap en samenleving essentieel is voor onze toekomst. En dat dit centrum nodig is om daar samen met de wetenschap aan te blijven werken.