Het lot van een in eigen beheer uitgegeven boek


Michel Krielaars

Op Netflix zag ik de nieuwe verfilming van Erich Maria Remarques oorlogsroman Im Westen nichts neues (1929). Tweeëneenhalf uur lang waande ik me in de loopgraven, niet alleen in die van 1914-1918, waarin boek en film zich afspelen, maar ook in die van Oekraïne. Artilleriebombardementen, jonge jongens die bij bosjes sneuvelen, opzwepende generaals en politici in het achterland. Oorlogen zijn bijna altijd hetzelfde.

De volgende dag las ik het onlangs verschenen Minna. Mijn Duitse grootmoeder, een door Dorine Winkels geschreven en in eigen beheer uitgegeven geschiedenis van een vrouw wier leven door drie oorlogen is getekend. Een paar jaar geleden stuurde Winkels me een brief met het beleefde verzoek of ik eens naar een eerste versie van haar boek wilde kijken. Bij wijze van uitzondering stemde ik toe. Het speet me niet, want het verhaal was van begin tot eind boeiend en ook nog eens goed geschreven en opgebouwd. Maar vooral gaf het me een ontroerend beeld van het leven van een gewone Duitse vrouw in een bewogen periode uit de geschiedenis.

In de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog sneuvelt Minna’s kersverse echtgenoot Fritz. Zes jaar later hertrouwt ze met Heinrich, die bij een Duitse bank in Amsterdam gaat werken en met wie ze in 1926 een zoon krijgt, Henk. Drie maanden voor de bevrijding sterft Heinrich aan een longontsteking.

Henk is twee jaar eerder, op 16-jarige leeftijd, als Rijksduitser door de Wehrmacht opgeroepen. Sindsdien hoort Minna niets meer van hem. En dan begint het grootste drama uit haar leven. Want Henk, die aanvankelijk krijgsgevangen is genomen, laat in 1947 ineens vanuit Duitsland weten niet meer naar Nederland terug te komen, omdat hij vreest daar geen kans meer te maken op een normaal bestaan. In 1948 gaat hij bij het Vreemdelingenlegioen om twee jaar later te sneuvelen in Indochina.

Toen ik Minna in manuscript las, miste ik aanvankelijk een fanatieke nazi die het verhaal spanning kon geven. Maar Minna en Heinrich, die sinds begin jaren twintig in Nederland woonden, kenden zo iemand niet. Evenmin waren ze besmet door de nazi-propaganda, omdat ze niet in Duitsland woonden toen die er werd rondgebruld. Eigenlijk waren ze niet meer of minder dan brave burgers uit Amstelveen. Tijdens de Duitse bezetting gedroegen ze zich zelfs fatsoenlijker dan sommige Hollanders in hun buurt.

Omdat het verhaal van Minna me aangreep, stuurde ik het naar een bevriende uitgever. Maar die wees het af. Ze vond dat Winkels zichzelf meer in haar verhaal had moeten schrijven. En omdat een concurrerende uitgever het tegenovergestelde beweerde, besloot Winkels haar boek zelf te publiceren.

Het deed me denken aan Alexander Münninghoff, die indertijd uit ontevredenheid over zijn uitgever bij me had aangeklopt met het verzoek of ik het manuscript van zijn autobiografische De stamhouder eens aan mijn eigen uitgever wilde laten lezen. Toen die vond dat zijn verhaal te veel fictie-elementen bevatte en het afwees, bleef hij in zijn oude stal. De stamhouder werd vervolgens een ongekende bestseller.

Nu bofte Münninghoff dat hij een SS-vader en wat exotische voorouders had. Toch is het verhaal van Minna er niet minder om. Het tragische lot van gewone mensen kan tenslotte even indringend zijn. Mits goed opgeschreven natuurlijk.