N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kinderopvangstelsel Het kabinet moet met een maximumtarief voorkomen dat private partijen in de kinderopvang de tarieven sterk verhogen, wanneer de opvang in 2025 grotendeels gratis wordt. Dat adviseren onderzoekers in rapporten die dinsdag naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. In de sector is de maatregel omstreden.
Een maximumtarief dat kinderopvangcentra aan ouders mogen vragen: het is een van de maatregelen die minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) kan nemen om prijsstijgingen bij invoering van het nieuwe kinderopvangstelsel te voorkomen.
Dat concluderen onderzoekers in rapporten die dinsdag naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
Het kabinet wil dat de kinderopvang in 2025 voor werkende ouders grotendeels gratis is. Ongeacht hun inkomen gaat de rijksoverheid 96 procent van de maximum prijs per uur van de kosten voor kinderopvang vergoeden. Welk bedrag het maximum wordt dat per uur vergoed gaat worden, moet het kabinet nog vaststellen.
Nu moeten ouders nog een inkomensafhankelijke toeslag aanvragen. Als blijkt dat zij meer hebben verdiend dan opgegeven, riskeren zij soms grote terugvorderingen. Het huidige systeem is ingewikkeld en moet toegankelijker, vindt het kabinet. De nieuwe subsidie moet straks daarom rechtstreeks naar de kinderopvang. Ouders betalen dan een vaste, kleine ‘eigen bijdrage’.
Vrees voor tariefsverhogingen
De prijs zal in het nieuwe stelsel voor ouders minder bepalend zijn bij hun keuze in aanbieders omdat een groot deel van de kosten vergoed wordt, verwachten de onderzoekers. De vraag naar kinderopvang zal bovendien met zo’n 30 procent toenemen. De vrees bestaat, schrijven de onderzoekers, dat „aanbieders van kinderopvang de mogelijkheid zullen benutten om hun prijzen meer dan proportioneel te verhogen”. Vooral de aanwezigheid van private-equityfondsen in de sector versterkt deze angst. Collectieve middelen zouden zo als overwinsten van externe investeerders kunnen eindigen.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) liet vanwege deze zorgen twee onderzoeken uitvoeren. Adviesbureau Decisio adviseert het kabinet over mogelijke maatregelen om prijsstijgingen tegen te gaan. En onderzoeksinstituut SEO deed onderzoek naar de geldstromen op de markt van de kinderopvang. Hoe groot is bijvoorbeeld het aandeel van kinderopvangcentra die door private equity partijen gefinancieerd worden?
Uit de marktanalyse van SEO blijkt dat zo’n 12 procent van de totale markt gefinancierd wordt door private-equityfondsen. Deze aanbieders hanteren veelal hogere prijzen. Het uurtarief bij kinderdagopvang (van nul tot vier jaar) was tijdens het laatste meetmoment (2021) tot 8 procent hoger dan bij non-profit aanbieders. Bij buitenschoolse opvang is het verschil in uurprijs gemiddeld zo’n 11 procent hoger.
Lees ookWie profiteert het meest van (bijna) gratis kinderopvang?
Een maximumtarief is volgens de onderzoekers een effectieve maatregel om buitenproportionele prijsstijgingen in het nieuwe stelsel tegen te gaan en zo de kinderopvang voor mensen met alle inkomens toegankelijk te houden. Hoe hoog dit maximumtarief moet worden, blijkt nog een lastige kwestie. Een te hoog tarief is niet effectief; dan kunnen de prijzen alsnog stijgen. Een te laag tarief kan de diversiteit van het aanbod beperken. Voor organisaties in het „luxe segment” wordt het bijvoorbeeld minder rendabel om zich te onderscheiden.
Met een prijsplafond kan de minister voorkomen dat ouders meer dan 4 procent moeten betalen en belastinggeld via overwinst uit de sector weglekt
Loes Ypma directeur brancheorganisatie non-profit partijen
Omstreden in sector
Een prijsplafond is in de sector omstreden. De voorgestelde maatregel is „ondoordacht”, zegt Emmeline Bijlsma, directeur van Brancheorganisatie Kinderopvang. De belangenvereniging vertegenwoordigt zowel commerciële als niet-commerciële partijen in de sector. Om rendabel te blijven zullen organisaties bij een prijsplafond hun schaal moeten vergroten, en dat zal er volgens haar toe leiden „dat in minder dichtbevolkte regio’s de kinderopvang uit het dorp verdwijnt”. De keuze voor ouders wordt op die manier beperkter, terwijl de vraag naar opvang in het hele land alleen maar toeneemt.
Een monitor van de prijzen is volgens de onderzoekers van Decisio een eventuele laagdrempelige opmaat naar een prijsplafond. Als uit die monitor blijkt dat de prijzen niet of nauwelijks stijgen, is een prijsplafond – en verdere uitwerking daarvan – overbodig, schrijven ze in het rapport. Bijlsma hoopt dat het kabinet eerst overgaat tot deze maatregel.
Loes Ypma, directeur van de Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang die opkomt voor de belangen van non-profit partijen, noemt een prijsplafond juist „noodzakelijk”. De prijsverschillen zijn nu al groot en zullen verder oplopen, zegt Ypma. „Met een prijsplafond kan de minister voorkomen dat ouders meer dan 4 procent moeten betalen en belastinggeld via overwinst uit de sector weglekt.”
Minister Van Gennip reageert uiterlijk begin mei op de voorgestelde maatregelen.