N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Boeken
Arie Storm Zijn nieuwe roman lijkt te gaan over literatuur, maar gaat ondertussen ook over het leven zelf, over geluk. Het is een plezierig rotzooitje dat verrassend soepel leest.
Als je de nieuwe roman van Arie Storm De harp hebt gelezen, heb je je laten meevoeren, je bent ergens geweest en hebt iets meegemaakt, iets geleerd misschien, al vallen dat ‘iets’ en ‘ergens’ niet erg duidelijk te omschrijven.
Want wat was eigenlijk het verhaal? Iets met een schrijver die achter een manuscript vol ‘belastende roddels’ aan zit en daardoor eerst op Terschelling en vervolgens bij een kasteel in de Dordogne belandt. En dan is er ook nog een verhaallijn over een (andere?) schrijver die terugdenkt aan het begin van zijn volwassenheid, op zo’n zeldzaam moment waarop hij voelde dat hij leefde.
Maar: ‘geleerd’, zei ik, dus: wat was de betekenis van dat verhaal? Dat staat te bezien. ‘Een schrijver vertelt geen verhaal. Literaire fictie ontleent haar waarde niet aan een betekenis’, schreef Storm al in het laatste hoofdstuk van zijn roman Een diadeem van dauw (2017). ‘Als je van lezen houdt, houd je ervan je overal in het boek te bevinden dat je aan het lezen bent en je niet bezig te houden met zoiets als betekenis.’ Die docerende toon slaat Storm in zijn romans vaker aan, met beweringen over wat literatuur is en zou moeten zijn. Hij schrijft dan ook boeken over een schrijver die aan het schrijven is en daarbij stilstaat, omdat schrijven nou eenmaal zijn manier van leven is – dat voelt als écht, betekenisvol leven.
Anarchistisch verhaal
Een ingewikkelde, dubbelzinnige verhouding heeft Storm dus tot dat ‘verhaal’ en die ‘betekenis’; in zijn roman List en leed (2019) heette het nog dat King Lear ‘geen uiteindelijke zin of betekenis’ had. Sterker nog, hij schreef dit (wat in De harp bijna woordelijk wordt herhaald): ‘Shakespeare brengt je door middel van zijn stukken dichter bij het besef dat het leven geen zin of betekenis heeft.’ De betekenis is dat er geen betekenis is.
Sorry, u vraagt zich misschien af waar u nu weer in beland bent – en hoe u hier zo gauw mogelijk weer uit komt. Maar haak niet af, het ‘wordt waarschijnlijk vanzelf duidelijk, dat wil zeggen: ik weet niet zeker of ik het zélf wel begrijp’, om even wat woorden uit De harp te lenen. Ik kan u nu vertellen dat Arie Storm dus inderdaad weer een roman over literatuur heeft geschreven, waarvan u dan kunt veronderstellen dat het een in zichzelf gekeerd en op zichzelf gericht literair spel is, maar dan wil ik graag benadrukken dat zijn dertiende roman De harp middels die literaire theorieën en bespiegelingen in feite over het hele leven gaat. Over wat ertoe doet: geluk, echtheid.
Laat u even meevoeren. Zoals Tom van Santen doet, als hij door zijn vrouw achter genoemd manuscript aan wordt gestuurd, vol ‘walgelijke details’ over haar familie – het zijn de memoires, of de memoir, van haar vader. Van Santen beleefde ook al zo’n vrij komisch, kluchtig avontuur in Storms vorige roman Schoonheidsdrift (2021) – en de implicatie van dit nieuwe avontuur past ook in het oeuvre: dat wat verzonnen is en in een boek staat, dringt de werkelijkheid binnen en dreigt die over te nemen. Dat is ook de bedoeling, fictie moet het hebben van ‘de suggestie dat er de waarheid in wordt beschreven, of opgeroepen’. Fictie en werkelijkheid lopen door elkaar: dat rotzooitje is Storms oeuvre steevast.
Een nogal plezierig rotzooitje: het licht anarchistisch voortwoekerende verhaal leest verrassend soepel, ondanks alle uitweidingen en metafictionele onderbrekingen (dat u mij de hele tijd hoort vertellen in deze recensie komt doordat het besproken boek me heeft besmet), Storm heeft een feilloos gevoel voor ritme en tempo, en een koel gevoel voor humor, waardoor de grapjes vooral voelen als toevallige blikken op de absurditeit van het al, niet als de act van een grappenmaker. Want dat zijn (ook als altijd bij Storm) de vijanden: poseurs, schrijvers die zich aanstellen, die wéten wat ze doen, een theatraal effect nastreven en dus kitsch schrijven. Zoals de Nederlandse schrijver Michel Gregor, die in de Dordogne opduikt, over wie Tom van Santen zich afvraagt of de naam nu wel of niet op z’n Frans uitgesproken moet worden – de polemische verwijzing mag duidelijk zijn, en het achteloze grapje luidt dan: ‘Ik zei ‘Gerard Reve’ op zijn Frans’, waarna de blik van de antagonist ‘gepikeerd’ is.
Lees ook dit interview met Arie Storm uit 2021: ‘Ik ben heel erg tegen de dood’
Een insiders-grapje, maar het gaat wel ergens over: over belachelijke nepheid die bestreden moet worden. Want ware literatuur biedt juist echtheid (of, ja, de illusie daarvan). Daar gaat die andere verhaallijn over, als de schrijver zich zijn komst naar Amsterdam herinnert, en de ontmoeting met ene Lotte, met wie hij een kort en vurig opvlammend verliefd moment beleefde, wat zijn redding was, want: ‘Ik wilde juist weg uit mijn wereld, weg van mijn leeftijd’, en in die ontmoeting (lees: seks) verloor hij zichzelf even. En dat was echt en heerlijk.
Spiegelpaleizen
Cliché, kun je zeggen: man vindt redding in meisje. Maar Storm overtuigt door dat bredere betekenis te geven. Het tegelijk melancholisch en monter stemmende De harp gaat in de kern over verdwijnen uit de modderigheid van je hoofd, weg van gepieker, over opgaan in het hier en nu, of juist in een herinnering, die opgeroepen wordt zoals literatuur kan oproepen wat even sterk is als het hier en nu. Zo’n gelukzalige herinnering baadt bij Storm (zoals vaker) veelzeggend in een straal zonlicht, zodat je de stofdeeltjes door de lucht ziet zweven: een vluchtig moment, iets dat er alleen maar dán is. Tenzij je het weet vast te leggen en in alle hevigheid op te roepen. En dat dat in het Storm-universum plaatsgrijpt in de literatuur, mag duidelijk zijn uit de verwijzingen waarmee de roman behangen is: naar de momenten van A.F.Th. van der Heijden, de spiegelpaleizen van Brakman en Hermans, de spookverhalen van Emily Brontë. Wat in de ene verhaallijn van De harp zorgt voor benauwenis en rommeligheid, biedt in de andere geluk en ontsnapping: de levendigheid van literatuur.
Lees ook de recensie van de laatste roman van A.F.Th. van der Heijden, Stemvorken
Dus, over naar de betekenisvraag. Waarom is De harp meer dan literatuur-over-literatuur? Omdat het gaat over de verbeelding die je de illusie kan geven van echtheid buiten de echte werkelijkheid om. Die haalt je even uit het voortmodderende en voortslalommende verhaal van alledag, uit het inherent zinloze leven, en voert je naar die momenten van geluk, die er wél toe doen, ook als ze enkel in fictie of verbeelding bestaan. De harp is in alles een typische Storm én voelt nieuw en fris, omdat het is alsof dat nu allemaal voor het eerst tot de schrijver doordringt. En ja, dat is betekenisvol.