N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Militaire junta Volgens lokale media zijn ongewapende burgers, waaronder kinderen, omgekomen bij wat wordt omschreven als de dodelijkste aanval sinds de staatsgreep twee jaar geleden in Myanmar.
Bij een reeks luchtaanvallen op een dorp in de regio Sagaing in Myanmar zijn honderd mensen om het leven gekomen. Dat schrijft persbureau AP op basis van lokale media. De aanvallen zouden hebben plaatsgevonden tijdens de openingsceremonie van een door de oppositiecoalitie gerund stadskantoor in het dorp.
Lokale media melden dat straaljagers van de militaire junta twee bommen lieten vallen en vervolgens het vuur openden op de aanwezige menigte. Onder de doden zouden ook veel vrouwen en kinderen zijn. Indien het dodentaal daadwerkelijk onafhankelijk bevestigd wordt, zou het gaan om de dodelijkste geweldsescalatie sinds het begin van de staatsgreep in Myanmar twee jaar geleden.
Amnesty International heeft het geweld in een reactie veroordeeld. „Onwettige luchtaanvallen waarbij burgers worden gedood en verwond en huizen worden verwoest, zijn een handelsmerk van het Myanmarese leger, dat zich tot het uiterste inspant om het verzet te breken en de bevolking angst aan te jagen”, schrijft de organisatie. „De burgers van Myanmar zijn het slachtoffer van deze misselijkmakende tactieken.” Amnesty roept landen op om te stoppen met het exporteren van vliegtuigbrandstof naar Myanmar, zodat het leger geen luchtaanvallen meer kan uitvoeren.
De afgelopen dagen zijn de gevechten tussen antiregeringsmilities en het nationale leger op verschillende plekken in Myanmar opgelaaid, waardoor duizenden Myanmarezen richting Thailand zijn gevlucht. Sinds het leger in 2021 de macht overnam hebben betogers, etnische minderheden en oppositiepartijen de wapens opgepakt en wordt er vanuit de rurale regio’s gewapend verzet gevoerd tegen de militaire machtshebbers. In de afgelopen twee jaar zijn duizenden mensen om het leven gekomen bij de gewelddadigheden. Honderden journalisten, activisten en oppositiepolitici zijn opgepakt en sommigen van hen zijn geëxecuteerd.
Als Milanezen de site van hun overheid erop naslaan, zien ze een dwingend advies. Ga niet naar de Democratische Republiek Congo, het is er niét veilig. Het Centraal-Afrikaanse land wordt al jaren getroffen door bloedige conflicten, waarschuwt het Italiaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Buitenlanders riskeren een overval, ontvoering of afpersing.
Gaan diezelfde inwoners van Milaan naar San Siro, de thuisbasis van AC Milan, dan zien ze binnenkort een heel andere boodschap. Op reclameborden, en op het rood-zwarte shirt van hun club, staat dan: kom vooral naar Congo, het is er prachtig.
Die aanbeveling is het gevolg van een grote sponsordeal die Milan op het punt staat af te sluiten met de Congolese regering. Het gaat om een overeenkomst voor drie jaar, die de Italiaanse topclub miljoenen oplevert, zo berichtte dagbladCorriere della Sera onlangs. De verbintenis wordt mogelijk deze week nog aangekondigd.
AC Milan zoekt al langer naar nieuwe manieren om geld te verdienen. De negentienvoudig Italiaans kampioen veranderde twee jaar geleden van eigenaar: de Amerikaanse private-equityfirma RedBird Capital Partners van multimiljonair Gerry Cardinale, kocht de club voor 1,2 miljard euro. Het was de op twee na hoogste verkoopsom ooit voor een voetbalclub .
Cardinale wil Milan terugbrengen „naar waar het ooit stond”, kondigde hij destijds aan. Tot begin deze eeuw behoorden de Milanezen tot de Europese top, zeven keer wonnen ze de Champions League of de Europa Cup. Maar de laatste tien seizoenen stond Milan slechts een keer in de halve finale van het hoogste Europese clubtoernooi. In de UEFA-clubranglijst is AC Milan nu 22ste.
De nieuwe eigenaar schermt daarbij met zijn jarenlange ervaring met sportbedrijven. In het verleden hielp hij de honkballers van de New York Yankees en met RedBird bouwt hij aan een omvangrijk sportimperium. Het fonds is ook eigenaar van het Franse Toulouse FC en aandeelhouder in het Formule 1-team van Alpine en Fenway, de eigenaar van Liverpool en de Boston Red Sox. In 2019 sprak RedBird ook met Feyenoord, schreefNRC eerder.
Om Milan sportief weer naar de top te krijgen, moet het eerst zakelijk goed gaan, vindt Cardinale. De club leed onder vorige eigenaren zestien jaar lang verlies. Tegen de Italiaanse zakenkrantIl Sole 24 Ore zei Cardinale onlangs dat hij de waarde van het merk Milan beter wil uitventen. Hij zag „enorme ruimte voor economische verbetering”.
Unieke kansen
In Congo heeft Cardinale nu een nieuwe bron van inkomsten gevonden. Het land wil zichzelf graag promoten als aantrekkelijke reisbestemming, met „unieke kansen” op het vlak van cultuur en biodiversiteit. Met een plek op het shirt van Milan bereikt Congo straks naar schatting een half miljard fans wereldwijd.
Uniek is zo’n sponsordeal niet. In het wielrennen wordt een hele reeks teams gesponsord door een stad of land op zoek naar positieve publiciteit: UAE Team Emirates, Bahrein-Victorious, Jayco-AlUla. In het voetbal maakte Atlético Madrid in 2014 al reclame voor „Azerbeidzjan, land of fire”. En sinds vorig seizoen staat „Visit Rwanda” op de shirts van PSG, Bayern München en Arsenal.
Het verschil met Congo is dat die landen betrekkelijk veilig zijn. Voor bijna allemaal geeft de Nederlandse overheid een geel reisadvies: er zijn risico’s, maar dat is geen reden om van een bezoek af te zien. Reizen naar Congo wordt daarentegen ten zeerste afgeraden. Voor een groot deel van het land geldt een oranje advies: alleen noodzakelijke reizen.
Langs de noord- en oostgrens is de kaart zelfs roodgekleurd. Daar is het conflict dat Congo al bijna dertig jaar teistert het hevigst. Door het geweld in het land kwamen sinds 1996 naar schatting zo’n zes miljoen mensen om. Een van hen was de Italiaanse ambassadeur in het land, die in 2021 werd vermoord bij een hinderlaag.
Volgens de Global Peace Index is Congo momenteel een van de onveiligste landen op aarde. In de jaarlijkse ranglijst, opgesteld door een onafhankelijke Australische denktank, staat het Centraal-Afrikaanse land op plek zes. Net achter Oekraïne en Afghanistan, maar nog voor Syrië, Mali en Noord-Korea.
Toerisme als inkomstenbron
Toerisme is er in Congo dan ook bijna niet, weet Marijnke Vincent. Zij is medeoprichter van reisbureau African Travels dat al jaren reizen organiseert naar veel Afrikaanse landen. Vincent wordt regelmatig benaderd door lokale organisaties die via haar een reis willen aanbieden, zegt ze. Maar vrijwel nooit uit Congo.
Het land verschilt daarin sterk van buurlanden Rwanda en Oeganda. Daar is toerisme uitgegroeid tot een belangijke inkomstenbron. In Rwanda zijn vakantiegangers goed voor 10 procent van alle inkomsten, in Oeganda gaat het om bijna 5 procent van het nationaal inkomen. Congo leunt daarentegen vrijwel volledig op land- en mijnbouw. Slechts 1,7 procent van alle inkomsten werd vorig jaar verdiend met toerisme: zo’n 900 miljoen euro.
De Congolese regering wil dat snel veranderen, mede via de deal met AC Milan. Over zes jaar moet het op een na grootste land van Afrika bij de tien populairste bestemmingen op het continent staan en 10 procent van het bruto binnenlands product beslaan. Congo kan die miljarden en de extra werkgelegenheid door toerisme goed gebruiken: in slechts drie landen op aarde is de armoede momenteel groter.
Voor Vincent is reizen naar Congo voorlopig geen optie, zegt ze. „We werken er met lokale partners. Die vinden het nu te gevaarlijk.” Tot drie jaar geleden deed haar bedrijf dat wel. Destijds kreeg Vincent ook het aanbod om safarireizen op te zetten in het zuiden. „We hebben daar toen wel naar gekeken, want je kunt hele mooie routes maken in combinatie met Zambia. Totdat we hoorden dat in het gebied nog heel veel landmijnen liggen.”
Er stond een schutting over een erfgrens en dat was een probleem. Het was namelijk geen mooie schutting, nee, echt helemaal niet mooi; en bovendien stond niet alleen de lelijke schutting, maar ook de lelijke serre van buurvrouw Bep over de erfgrens. Wel zes hele centimeters. Of zes en een half. Of zeven. Robin en Sylvana hadden het zelf laten natrekken door het kadaster. Ze hadden dat allemaal niet geweten toen ze het huis in Lelystad kochten, en toen ze doorkregen dat Bep een reepje van hun kostbare grond in beslag hield, hadden ze maar meteen een advocaat ingeschakeld. Al snel viel er bij hun bejaarde buurvrouw een aangetekende brief op de mat.
In De Rijdende Rechter (Omroep MAX) vertelde Robin wat hij eiste: „Dat de buurvrouw het gedeelte van de serre dat over de grens gebouwd is, verwijdert. En dat de kosten die wij hebben gemaakt om het kadaster te laten komen vergoed worden door de buurvrouw.” Bep had intussen drie tegeneisen: „Dat de schutting mag blijven staan. En dat de serre ook mag blijven staan. En dat ik voor de rest met rust gelaten wordt.
De aflevering werd dinsdagavond iets later uitgezonden dan gepland. Dat kwam door de extra NOS Journaals die de kijker op de hoogte hielden van de oorlog in het Midden-Oosten. Het was bedroevend en beangstigend om de updates binnen te zien komen. Liquidaties. Grondoperaties. Raketinslagen. De overgang naar de serreruzie in Lelystad was zo groot dat ik aanvankelijk weg wilde schakelen, maar juist de kneuterigheid van het programma bracht heel even iets geruststellends met zich mee. Veertig minuten lang was een lelijke schutting het ernstigst denkbare twistpunt en leek geen conflict onoplosbaar met mr. John Reid in de buurt.
Met de autoriteit van een basisschoolmeester en het goeiige aura van Winnie de Poeh wandelde hij door de tuinen van Bep en van Robin. Op de achtergevel van Robins huis werd met een gele krijtstreep de kadastrale grens aangegeven. Beps serre, zo bleek, nam vijf centimeter van zijn perceel in beslag. Iets minder dan hij zelf had laten berekenen, en de serre stond er al een hele tijd. Voorgaande buren hadden er nooit een probleem van gemaakt. Maar alsnog wilde Robin zijn vijf centimeter terug.
The Rolling Stones
Hij hakketakte erover met de zoon van Bep, die zich inmiddels ook in het conflict had gemengd, tot mr. John Reid subtiel aankaartte dat hij het een beetje koud kreeg en er nog vlug een andere meting werd gedaan. Extra punt van zorg was namelijk dat Bep jarenlang voor een jukebox had gespaard en graag in de serre naar haar favoriete band luisterde: The Rolling Stones. Sympathy for the devil mocht gedraaid worden op haar begrafenis. „Of crematie”, zei Bep. Met haar wandelstok in de hand deed ze voor hoe ze vroeger door de kamer danste als ze de plaat opzette, al ging ze er tegenwoordig liever even bij zitten. In de tuin van haar buurman werd inussen gemeten hoeveel decibel Beps luistersessie produceerde. Niet veel, zo bleek.
Wat sympathiepunten betrof was de strijd al gestreden, en toen Bep de rijdende rechter er ook nog van wist te overtuigen werkelijk niets van die vijf centimeter te hebben afgeweten, was buurman Robin definitief verslagen. De serre mocht blijven staan. Met de lelijke schutting mocht Robin dan wel weer aan de slag, maar dat boeide Bep al niet echt meer. Ze had gewoon graag gezien dat de buren met haar om de tafel waren gaan zitten in plaats van brieven te sturen. „Waarom moet ik het dreigend op papier krijgen?”
„De reden dat ik werk heb”, zei Reid, „is dat communicatie vreselijk moeilijk is; 98 procent van al mijn zaken zijn het gevolg van miscommunicatie. Er zijn namelijk heel weinig slechte mensen op de wereld.” Of dat klopt weet ik niet, maar voor die veertig minuten wilde ik het best geloven.
Tegen de Amerikaanse rapper Sean Combs (54), beter bekend onder zijn artiestennaam Diddy, liggen nog eens 120 beschuldigingen van seksueel wangedrag en misbruik. Dat meldt de advocaat van de slachtoffers Tony Buzbee dinsdag volgens Amerikaanse media. De helft van de vermeende slachtoffers is vrouw en de andere helft is man. Ook zouden 25 slachtoffers minderjarig zijn ten tijde van het misbruik.
Een persoon beweert zelfs 9 jaar oud te zijn geweest. De beschuldigingen aan het adres van Diddy gaan over de periode van 1991 tot nu. De advocaten van Combs spreken van enkele „ongegronde beschuldigingen” en van een „roekeloos mediacircus”. Combs ontkent elke beschuldiging van seksueel misbruik.
Lees ook
Opnieuw een grote misbruikzaak in de muziekwereld. Wie is Sean ‘Diddy’ Combs?
Advocaat Buzbee zegt daarentegen dat meer dan drieduizend mensen contact hadden opgenomen over vermeend misbruik door Combs. Na een onderzoek hebben advocaten besloten 120 van hen te vertegenwoordigen. Volgens hen vond het vermeende misbruik vooral plaats tijdens feesten van de hiphopartiest in New York of Los Angeles, of tijdens audities. Combs organiseerde seksfeesten, zo bleek uit eerdere aantijgingen.
Jonge mensen
De 54-jarige Combs is een van de bekendste producers en artiesten in de hiphopwereld. Advocaat Buzbee licht in een persconferentie toe dat in de industrie „vooral jonge mensen, mensen die willen doorbreken, gedwongen werden tot dit soort gedrag met de belofte dat ze een ster zouden worden”. De advocaat verwacht dat er komende maand veel rechtszaken worden aangespannen. Het wordt geen collectieve rechtszaak.
Vorige maand kwam Combs al vast te zitten voor afpersing, seksuele uitbuiting en mensenhandel voor prostitutiedoeleinden. In de aanklacht staat dat hij zijn macht gebruikte om vrouwelijke slachtoffers te verleiden tot seksuele optredens tijdens zulke seksfeesten, onder invloed van drugs. Ook zou hij vrouwen hebben bedreigd met wapens. De aanklacht spreekt van een criminele onderneming.
Combs imperium begon af te brokkelen toen zijn ex-vriendin Cassie Ventura hem in een rechtszaak beschuldigde van verkrachting. Daarna rolden de beschuldigingen binnen.