N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Media
Serie In de uitstekende serie ‘Beef’ maken twee mensen elkaar het leven zuur na een verkeersruzie. Terwijl het conflict steeds verder escaleert, wordt duidelijk waarom ze hun woede niet kunnen beheersen.
Is de samenleving asocialer geworden? Zelf heb ik weleens het idee dat velen hun filter zijn verloren na de coronapandemie. Nieuwsberichten lijken het te bevestigen: agressie in treinen neemt toe, opgefokte voetbalsupporters vallen spelers aan en politici krijgen intimiderende actievoerders voor de deur. De tragikomische serie Beef, over een uit de hand gelopen verkeersruzie, is deels geïnspireerd door een vergelijkbare observatie. „Ik dacht dat mensen aardiger uit de pandemie zouden moeten komen”, zegt hoofdrolspeler Ali Wong in een artikel van Rolling Stone. „Maar er hangt momenteel een grote asshole energy (klootzakenergie) in de lucht.”
Beide hoofdpersonages in Beef gedragen zich op bepaalde momenten inderdaad als klootzakken, in elk geval tegen elkaar. Het begint allemaal met een onbeduidend verkeersincident tussen de gefrustreerde aannemer Danny (Steven Yeun) en succesvolle ondernemer Amy Lau (Ali Wong) op een parkeerplaats ergens in Los Angeles. Ze botsen bijna tegen elkaar op. Het lijkt met een sisser af te lopen, maar na een opgestoken middelvinger van Amy besluit Danny om haar te volgen.
Daarna gaat het snel en maken de twee elkaar steeds het leven zuur, veelal van afstand. Deels zijn het stunts, zoals het onderplassen van een badkamer en het bekladden van een auto. Maar ze infiltreren ook in elkaars sociale omgeving, waardoor partners en familieleden betrokken worden bij de ruzie.
Vergelijkbare onrust
Danny en Amy lijken op het eerste gezicht totaal verschillend: hij is een pechvogel die zelfmoord overweegt, zij een zakenvrouw die op het punt staat haar bedrijf te verkopen. Er zit echter een vergelijkbare onrust in hun leven, vol opgekropte woede. Amy leeft in rijkdom en heeft een ogenschijnlijk sympathieke, meelevende man. Maar ze voelt constante druk. Ze wil schreeuwen terwijl er wordt verwacht dat ze altijd beleefd lacht. „Ik haat dat ik moet doen alsof ik niets haat”, zegt ze op een gegeven moment. Als Aziatisch-Amerikanen hebben Danny en Amy ook overeenkomsten in hun levensverhaal, al speelt hun afkomst geen rol in de grote problemen waarin ze terechtkomen. Dat komt vooral door hun eigen koppigheid. Op een perverse manier genieten ze ook van hun conflict. Het biedt afleiding van de dingen waarmee ze écht in de knoop zitten.
Bedenker en schrijver Lee Sung Jin weet deze grotere problemen op intelligente wijze te verweven met de ruzie. De personages zoeken op hun eigen manier naar erkenning en liefde, ook als die er niet zijn. Dat ze leegte niet kunnen vullen met een conflict weten ze eigenlijk ook wel. Toch lukt het niet om het los te laten. Beide acteurs maken de frustraties invoelbaar.
Yuen liet in films als Burning en Minari al zien dat hij tot de hoogste klasse van acteurs behoort. Wong maakte tot nu toe vooral naam als komiek en laat hier zien veel meer in haar mars te hebben. Ze worden geholpen door strakke, goed geschreven scripts die spelen met verwachtingen. De serie weet op meerdere momenten te verrassen met onverwachte, soms zelf surrealistische wendingen. Aan het einde van de rit laat Beef je achter met veel stof tot nadenken. En de bevestiging dat je bij een potentiële verkeersruzie beter tot tien kunt tellen.