Een jaar na de beursgang heeft de ‘jongensdroom’ van gamebedrijf Azerion zijn glans verloren

Spelletjes Het gamebedrijf ging in 2022 naar de beurs met grote groeiplannen. Na meerdere missers lijken beleggers het vertrouwen kwijt.

Voor Atilla Aytekin is 1 miljard euro niets anders dan een miljoen met drie nullen extra. Zijn gamebedrijf Azerion groeit al jaren zo hard dat Aytekin niet meer zo snel onder de indruk is van grote getallen, zei de Nederlandse ondernemer eind vorig jaar tegen ondernemerstijdschrift MT/Sprout. „Op een gegeven moment ben ik op de automatische piloot beland, waarbij de cijfers mij qua waarde niets meer doen.”

Het jaar waarop Aytekin in dat gesprek terugblikte, sloot Azerion af met een omzet van 450 miljoen euro. Voor 2024 „denken we aan miljarden”, aldus de topman. Die oplopende getallen zijn voor hem „een numerieke exercitie” – voornamelijk het gevolg van overnames die het gamebedrijf al jaren aaneenrijgt. Mede om die reden ging Azerion vorig jaar naar de beurs: het wilde toegang tot de kapitaalmarkt om nóg sneller te kunnen groeien, onder meer door aandelen te gebruiken om acquisities te financieren.

Dat pakt vooralsnog anders uit dan gehoopt. Iets meer dan een jaar na de beursgang heeft het sprookje van Azerion een groot deel van zijn glans verloren. Het bedrijf uit Schiphol-Rijk ging naar de beurs als grote belofte: betrokken investeerders prezen de onderneming als een onontdekte groeidiamant, die zijn omzet ongeveer eens per twee jaar verdubbelde. Maar in amper een half jaar tijd lijkt het concern het vertrouwen van beleggers te hebben verspeeld.

Op de eerste handelsdag betaalden beleggers nog 9,80 euro voor een aandeel in het computerspellenplatform. Inmiddels is dat nog 1,64 euro. Van de beurswaarde – door de oprichters aanvankelijk geraamd op meer dan een slordige 1,3 miljard euro – is minder dan 300 miljoen over.

Schuldhulpverlening

De problemen bij Azerion zijn vooral iets van de laatste maanden. Tot dan was het bedrijf vooral een „jongensdroom”, aldus mede-oprichter Aytekin (53) tegen Sprout. De topman is zoon van een Turkse immigrant. Na een studie informatiekunde begon hij voor zichzelf, maar dat bedrijf ging in de internetcrisis failliet. Aytekin, die niet reageerde op verzoeken om commentaar, bleef met een miljoen aan schulden zitten en belandde in de schuldhulpverlening.

Met een vriend van zijn studie, Umut Akpinar, deed de ondernemer een nieuwe poging. Ze begonnen met het maken van software op maat, maar verlegden hun ambities in 2014 naar de markt voor online games. Grote spelers waren daar destijds nauwelijks, legde Aytekin vorig jaar uit aan NRC. De markt bestond uit duizenden „zolderkamernerds” die spelletjes maakten, maar er geen geld mee verdienden.

Met Azerion lanceerden de twee een model waar wel geld in zat: ze presenteerden zich als opkoper en financier van nieuwe digitale spelletjes en it-bedrijven. In negen jaar deed Azerion meer dan vijftig overnames. Tegenwoordig is het eigenaar van zo’n 16.000 online spellen. Tot het aanbod behoren onder meer gemeenschapsspel Habbo Hotel, een grote selectie aan denkspellen, pokerplatforms en programma’s voor kinderen, zoals een Nijntje-app waarop kinderen kunnen leren tellen.

De verdiensten komen niet zozeer uit de spelletjes zelf, maar uit de advertenties die het bedrijf in die apps en games toont. Die zijn goed voor 80 procent van alle omzet, de rest komt uit aankopen die de spelers doen in de apps.

Snelle beursentree

Met de beursgang van vorig jaar trad Azerion ineens volop in de publiciteit. Voor de twee oprichters is het een bijzonder moment: in de vele interviews die Aytekin geeft, benadrukt hij hoe ze de eerste Turkse Nederlanders zijn die dit bereiken. Die primeur is volgens hen belangrijker dan de opbrengst. Ze willen een voorbeeld zijn voor jongeren, aldus Aytekin. „Dat geld interesseert me niet veel.”

Het tweetal kiest voor een ongewone route naar de beurs. Ze laten hun bedrijf overnemen door een zogeheten spac, een special purpose acquisition company. Dat is een beursgenoteerd investeringsfonds zonder activiteiten – een zak geld op zoek naar een leuke investering, simpel gezegd.


Lees ook: De spac-hype is een stille dood gestorven

Zo’n ‘omgekeerde beursgang’ heeft belangrijke voordelen. De normale weg naar de beurs is lang (vaak meer dan een jaar), duur en risicovol: analisten en juristen lichten het bedrijf uitgebreid door, de directie moet de boer op om beleggers te enthousiasmeren en dan nog kan de belangstelling op het moment suprême om allerlei redenen tegenvallen, met teleurstellende opbrengsten en een gedeukt imago als gevolg.

Een beursentree via een spac, in feite een fusie met een lege beurshuls, gaat veel sneller en tegen een vooraf afgesproken prijs. Nadeel voor beleggers, zoals adviesbureau KPMG het formuleert: „Het SPAC-proces vereist niet de rigoureuze due diligence van een traditionele beursgang, wat zou kunnen leiden tot mogelijke herzieningen [van financiële gegevens], onjuist gewaardeerde bedrijven of zelfs rechtszaken.”

Die waarschuwing lijkt inmiddels direct van toepassing op Azerion. Je kunt beargumenteren dat het bedrijf last heeft van het negatieve sentiment dat bijna alle snelgroeiende technologiebedrijven treft: door de oplopende rente zijn beleggers voorzichtiger met investeringen die hoger risico met zich meebrengen. Maar bij Azerion is meer aan de hand.

Eind februari vorig jaar, daags na de beursgang, maakt de onderneming voorlopige jaarcijfers bekend over 2021, die het in mei bij de publicatie van het jaarverslag moet bijstellen. Het nettoverlies blijkt 9,1 miljoen hoger dan aanvankelijk gemeld, volgens het persbericht onder meer omdat de accountant recent overgenomen bedrijven anders waardeert dan voorzien. Daarbij komt dat een analist van ABN Amro rond de beursgang al schrijft dat hij de groeiprognoses – exclusief acquisities – van Azerion wel erg optimistisch vindt, iets waar hij al snel gelijk in krijgt. En dan zijn er nog de kosten van de beursnotering via de spac: 135 miljoen euro in het eerste jaar.

Glas bier

De grootste problemen ontstaan in de voorbije maanden. In december maakt Azerion in een moeilijk te doorgronden persbericht bekend dat het een zogenoemde putoptieovereenkomst heeft gesloten met het onbekende Amerikaanse investeringsfonds LDA Capital. Het contract geeft de oprichters van Azerion het recht om de komende drie jaar tegen een onbekende prijs maximaal 10 miljoen aandelen te verkopen aan LDA. Om groei te financieren en de handel in het aandeel aan te jagen, volgens Aytekin en Akpinar. Om zich in te dekken tegen een verdere koersdaling, concluderen beleggers, die in de optie-overeenkomst bewijs zien dat de oprichters weinig vertrouwen hebben in herstel van de beurskoers.


Lees ook: Wéér een SPAC naar de beurs – waarom zijn dit soort investeringsvehikels zo populair?

Een paar weken later stapt de Britse adverteerder Bidstack naar de rechter omdat Azerion facturen niet zou hebben betaald (die zaak loopt nog). Een futiliteit vergeleken met het nieuws dat Azerion halverwege maart naar buiten brengt: dat de Autoriteit Financiële Markten onderzoek doet naar het gamebedrijf vanwege vermoedens van ‘marktmisbruik’. De toezichthouder richt zich op Principion, de vennootschap waarin de oprichters hun aandelen Azerion hebben ondergebracht. Wat de AFM precies onderzoekt – en of er een verband is met de gesloten optieovereenkomst – is vooralsnog niet duidelijk. Wel heeft Aytekin zijn functie als ‘co-ceo’ (tijdelijk) neergelegd.

Eind vorig jaar blikte Aytekin in Sprout terug op een onwennig eerste jaar als bestuursvoorzitter van een beursgenoteerd bedrijf. „Opeens hadden we een raad van commissarissen boven ons, moesten we naar aandeelhoudersvergaderingen”, zei hij. „Vroeger deden mijn partner en ik dat [vergaderen] onder het genot van een glas bier. Alles moest formeler.”

Het lijkt erop dat het nog wat formeler moet, wil Azerion het vertrouwen van beleggers terugwinnen.