N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Rosalin Kuiper | zeilster Rosalin Kuiper (27) won met haar team de langste etappe van The Ocean Race ooit. In 35 dagen onafgebroken zeilen veranderde ze „van een mens in een soort beest”.
Het eerste wat Rosalin Kuiper deed nadat ze in 35 dagen van het Zuid-Afrikaanse Kaapstad via de Indische Oceaan, onder Australië langs, via de Stille Oceaan, onder Zuid-Amerika door naar het Braziliaanse Itajaí was gezeild, was eten. Fruit en pizza pepperoni-gorgonzola. Een verademing na het zompige, gevriesdroogde voedsel dat ze ruim een maand tot zich had genomen. „Het was alsof je de hele tijd natte tosti’s moest eten. Dan heeft vers fruit opeens zoveel textuur en geur en smaak. Ik at een druif, die knakte helemaal in mijn mond. Echt heel lekker.”
Daarna: douchen. Meer dan een half uur stond Kuiper onder het stromende water. Haren wassen, inzepen, scheren. „Ik had me tien uur daarvoor nog gewassen op de boot in oceaanwater, dus ik dacht dat ik superschoon was. Maar toen ik uit de douche kwam en de kamer instapte, dacht ik: ‘Wat stinkt het hier.’ Dat waren mijn kleren.” Als ze een dag later een kijkje gaat nemen in de cockpit van haar boot, gaat ze bijna over haar nek van de stank.
„Je gaat weg als een mens en je komt als een soort beest terug.” Zo omschrijft de 27-jarige Kuiper de reis die ze met Team Malizia maakte aan boord van hun supersnelle zeilboot van het type IMOCA60. De route van 12.750 zeemijlen (ruim 23.600 kilometer) van Kaapstad naar Itajaí was de langste etappe (leg) in de geschiedenis van The Ocean Race, de zeilwedstrijd rond de wereld. Kuiper en haar Duitse team kwamen afgelopen zondag bij duisternis als eerste boot aan in de Braziliaanse kuststad. Nu is Kuiper even in Nederland om uit te rusten en haar familie te zien. Op 21 april gaat de race verder met een havenrace in Itajaí, twee dagen later begint dan de etappe naar het Amerikaanse New-port.
Bijna was Kuiper helemaal niet aan de langste etappe begonnen, vertelt ze. In Kaapstad krijgt ze te kampen met een maagvirus, onderzoek toont aan dat ze een parasiet heeft. Dat hoort ze een uur voor vertrek. Maar een zware antibioticakuur houdt haar niet tegen. „Ik was zo gedreven om deze leg te gaan varen. Nadat we waren vertrokken, zeiden mijn teamgenoten tegen me: ‘Je zag lijkbleek, maar je had een soort vuur in je ogen waardoor we wisten dat je het niet zou accepteren om achter te blijven.’”
Ook op zee zit het tegen. Al na een paar dagen breekt een deel van de mast af. Het team staat voor een keuze: terugkeren en opgeven, of proberen een uiterst moeilijke reparatie op open zee uit te voeren.
Ze kiezen voor het laatste: ze gaan de scheur van 26 centimeter die in de mast van carbon (koolstofvezel) zit, laagje voor laagje dichten. Twee dagen achter elkaar hangt Kuiper drie uur lang op 27 meter hoogte in de mast. „Je zit midden op zee, dus je hebt best wel wat golfslag. Elke beweging van een paar centimeter wordt daarboven met factor tien vergroot.” Aan dek worden de laagjes carbon met lijm ingesmeerd, vervolgens moeten ze in een emmer binnen 45 minuten naar boven gehesen worden. Te veel lijm, te langzaam hijsen, te weinig kleefkracht; het zou einde oefening betekenen, want de zeilers hebben maar een beperkte hoeveelheid carbon aan boord. „Er kon zoveel fout gaan, maar het lukte. Dat gaf een enorme boost.”
Na de reparatie is de achterstand op de koploper wel opgelopen tot meer dan 600 zeemijlen (1.100 kilometer). Maar de boot is speciaal gebouwd voor de zware omstandigheden op de oceanen van het zuidelijk halfrond, en dus zet het team de achtervolging in. Bij de kust van Tasmanië ligt de boot alweer tweede en is de achterstand nog maar 300 kilometer.
Wat volgt, is een periode die Kuiper niet anders kan omschrijven dan als „een flow”. „Vanaf Australië naar Point Nemo [het verst van land verwijderde punt op aarde] waren we zo aan het vlammen. Dat je zo hard kunt varen heb je op de Atlantische Oceaan soms twee dagen. Nu hadden we dat twee weken lang, in een rechte lijn, gewoon keihard gas geven door niemandsland. De dagen waren rechttoe rechtaan, we hadden een ritme, een doel. Het was zo’n lekker gevoel.” Op sommige dagen varen de wedstrijdboten in een etmaal bijna 600 nautische mijlen, meer dan ooit eerder is gevaren.
Het is ook de periode dat de laatste normale omgangsvormen overboord gaan, zegt Kuiper. „In het begin ging je nog voorin in de boot poepen, daar had je nog enige privacy. Maar op een gegeven moment was de een aan het zeilen en de ander zat ernaast te poepen. Het boeit je helemaal niets meer, je kiest gewoon voor de makkelijkste weg.”
Unheimisch
Van de ochtend van zondag 26 maart herinnert Kuiper zich weinig meer. Er staat die nacht zo veel wind, dat door de druk op de zeilen de mast zowat het water raakt. Kuiper ligt te slapen, haar bed helemaal opgetakeld tegen de onderkant van het bed erboven, zodat ze er nauwelijks uit kan vallen. Maar als de boot opnieuw kantelt, glipt haar lichaam toch door een gat van 25 centimeter breed. Ze vliegt 6,5 meter door de lucht en knalt met haar hoofd ergens tegenaan, waartegen weet ze nog steeds niet precies. Met haar hoofd nat van het bloed wordt ze wakker. „Ik dacht alleen maar: ‘Huh, waar ben ik?’”
Kuiper heeft een grote jaap boven haar rechterwenkbrauw, er zit nog altijd een korst op en het zal waarschijnlijk een litteken blijven. Ook loopt ze een hersenschudding op. Maar ze blijft aan boord en het team vaart door; het dichtstbijzijnde land is zo ver weg dat van koers veranderen geen zin heeft. Zelf komt het geen moment in haar op om van boord te gaan, zegt ze. „Ik dacht gewoon: dit is mijn veilige huis. De jongens zorgden voor me. Ik moest er niet aan denken dat ik op een andere boot moest met een andere bemanning, die ik niet kende, niet vertrouwde. Dus ik bleef, ook al was het niet echt ideaal.”
In de daaropvolgende dagen moet de boot door het zwaarste weer van de reis. De wind is hevig en de golven zijn hoog en kort; om de dertig seconden krijgt de bemanning een klap te verwerken. Kuiper ligt al die tijd in haar bed, 22 uur per dag, met haar arm om de rand geklemd uit angst er weer uit te vallen. „Ik had geen keuze, ik deed niks anders dan ademen, eten, plassen en slapen. Ik was aan het overleven.”
Toch laat Kuiper zich even aan dek zien, als het team Kaap Hoorn bij het uiterste zuidelijke puntje van Chili passeert. „De omstandigheden zijn daar het heftigst, je kent de verhalen over alle schepen die daar zijn vergaan, het is heel unheimisch.” Vastgesnoerd aan het dek, duizelig van de hersenschudding en met een groot verband boven haar rechteroog maakt Kuiper ondanks haar slechte conditie een vreugdesprongetje. „Ik had echt het gevoel alsof ik van buitenaf naar de wereld keek. Ik denk dat je hetzelfde gevoel hebt als je op de top van de Mount Everest staat. Het maakte me emotioneel, dit was waar ik acht jaar lang naartoe had gewerkt. Dit was mijn trofee.”
Tweede natuur
Een paar dagen later vaart de boot Itajaí binnen en is het feest. Team Malizia heeft de koploper ingehaald en na een spannende eindsprint de etappe zelfs gewonnen. Maar Kuiper heeft een dubbel gevoel als ze aan wal komt. „Het leek mij eigenlijk wel leuk om de boot voor anker te leggen, pizza te laten komen, het te vieren met wat familie aan boord en dan gewoon om te draaien en er weer vandoor te gaan.”
Na 35 dagen op zee is het leven aan boord haar tweede natuur. „De sfeer was zo goed, we hebben elke dag lol gehad. Het leven is er lekker simpel: je hebt een routine, zo laat sta je op, zo laat ga je naar bed, zo laat ga je naar de wc”, zegt Kuiper. Daarmee vergeleken is het leven aan land maar ingewikkeld. „Aan land is alles zo… ik weet niet, onveiliger ofzo. Er komt zoveel op je af, er zijn zoveel mogelijkheden, zoveel goede en foute keuzes die je kunt maken. Op de boot ken ik mijn plek. Telkens als ik lange tijd op zee ben geweest, voel ik me daarna aan land eigenlijk een beetje stuurloos.”
Na een tijd op zee voel ik me aan land wat stuurloos
Rosalin Kuiper
Misschien dat ze daarom wel een bod heeft gedaan op een huis terwijl ze van Kaap Hoorn naar Itajaí voer, zegt Kuiper. Op de boot bekeek ze screenshots van makelaarssite Funda die haar vriend doorstuurde via WhatsApp. Ze is afgelopen week gaan kijken, nadat ze de makelaar vanaf de boot een video had gestuurd waarin ze haar interesse kenbaar maakte. „Hij vond het allemaal wel interessant wat ik aan het doen was.”
Met haar vriend keek ze al een jaar of twee naar de mogelijkheid om een huis te kopen, maar nu, na The Ocean Race, zouden ze wel echt graag een eigen plek willen, zegt ze. „De afgelopen acht jaar was ik zoveel aan het reizen. Ik leefde uit een tas. Je voelt je nergens thuis. Misschien voel ik me minder verloren als we een eigen huis hebben. Dan heb ik echt een plek om naar terug te komen.”