N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Miljardair De Brabantse ondernemer Robert van der Wallen (56) verkocht zijn spaarzegelbedrijf en werd miljardair. NRC volgde hem twee jaar, van Cromvoirt tot Oostenrijk, en sprak met vrienden, collega’s en familie. „Zijn Engels was zo slecht, maar hij had een gunfactor.”
Voor de verandering loopt hij niet over, maar óm zijn golfbaan. Het is een stralende voorjaarsdag, 22 maart 2022. De vogeltjes fluiten, het is twintig graden in Cromvoirt. In een beige broek met lichtblauw overhemd en op sneakers, flesje water in de hand, laat Robert van der Wallen zijn Bernardus zien. De mooiste golfbaan van Nederland, zegt hij. „Dat moet je maar van me aannemen.” De aanleg heeft wat gekost – 65 miljoen euro – maar: „Uiteindelijk vind ik het oprecht een goede investering. En over honderd jaar ligt het er nog, hè.”
Af en toe staat hij kort stil. Om te wachten op een afslag, om bekenden te groeten. Of om te genieten van de natuur. „Als je hier in augustus komt, is dit allemaal paars, die heide. Toch prachtig! Of niet dan? Ik vind dit echt zo mooi.”
Het is de vierde keer dat we elkaar treffen. De door en door Brabantse zakenman, die niet happig is op media-aandacht, heeft ermee ingestemd een inkijk in zijn leven te geven. Na de verkoop van zijn spaarzegelbedrijf BrandLoyalty in 2013 – waarmee hij bijna een miljard verdiende – heeft hij jarenlang geweigerd interviews te geven. Liever blijft hij in de luwte, zoals veel miljonairs en miljardairs. Media-aandacht kan meer kwaad dan goed doen, redeneren ze. Begin 2021, na het zoveelste verzoek, wil Van der Wallen dan toch kennismaken. Uiteindelijk stemt hij in met een artikel. „Dan wil ik wel meerdere gesprekken voeren, op meerdere locaties. Zodat je een beter beeld krijgt van wat ik allemaal doe.”
In de twee jaar daarna volgen acht ontmoetingen, waaronder een driedaagse trip naar Oostenrijk, en talloze telefoongesprekken. Van der Wallen (1966) geeft álle mensen in zijn omgeving de vrijheid om mee te werken: zijn zakencontacten, moeder, broers, vriendin, ex-vrouw en beste vrienden.
Het resultaat is dit portret van de Brabantse miljardair, die er onlangs in slaagde zijn oude bedrijf BrandLoyalty weer in handen te krijgen. Behalve ondernemer en investeerder is hij actief in de sportwereld, als commissaris bij PSV en Team Jumbo-Visma. Tot voor kort was hij voorzitter van Spieren voor Spieren.
Wat drijft hem? En wat maakt hem succesvol in – bijna – alles wat hij doet?
Benen in de lucht
Als hij rondleidt op de Bernardus-golfbaan, is hij net terug uit Verbier, het Zwitserse dorp waar hij een chalet heeft. Daarvoor was hij met vrienden duiken op de Seychellen. Zijn zoon Ralph was ook mee. En voor PSV was hij bij een wedstrijd in Kopenhagen.
Bij de wandeling vertrekt zijn gezicht zo nu en dan; Van der Wallen heeft een slijmbeursontsteking in zijn schouder. In Verbier is hij lelijk gevallen, na een diner liep hij met zijn zoon en diens vrienden terug naar het chalet toen hij in een ijzige bocht uitgleed. „Die vrienden van Ralph schrokken zich dood. Die dachten: morgen staat in de krant hoe wij een miljardair om het leven hebben geholpen ergens in de bossen. Ach, we hebben zo gelachen. Maar ik op dat moment niet.”
Even later blijkt een van de jongens die erbij was aan het golfen te zijn. „Teun!”, roept Van der Wallen. „Teun! Vertel effe, ik ben met een journalist. Hoe ben ik gevallen?” Teun: „Ja, serieus hard. Ik dacht: die staat niet meer op. En dan krijgen wij de schuld.” Van der Wallen: „Benen in de lucht, hè?” Teun: „Ja, hij ging gewoon zó! Met z’n rug op die ijsplaat.” En dan, als hij weer doorloopt: „Houdoe hè, Robert. Dag mevrouw!”
Dan begint Van der Wallen te vertellen over zijn nieuwste bedrijf: L – Founders of Loyalty, opgericht in 2020. Het gaat „wonderbaarlijk” goed, zegt hij. ‘L’ is eenzelfde soort bedrijf als BrandLoyalty, dat hij in 1995 begon: het doet promotieacties voor supermarkten over de hele wereld, waarbij klanten sparen voor bestek, glazen of opbergbakjes.
In de mondiale ‘loyalty-branche’ bestaan drie grote spelers: TCC, BrandLoyalty en L. Zijn concurrenten, zegt Van der Wallen, halen niet meer de omzet en winst van vroeger en worstelen met hun kosten. Er is ruimte voor een consolidatieslag, constateert hij. Daar gaat hij eens over filosoferen. Een dag eerder heeft hij met zijn mensen van Opportunity Partners, de investeringsmaatschappij die hij in 2017 heeft opgericht, al bedacht de concurrentie eens goed in kaart te brengen.
Deze ogenschijnlijk achteloze opmerking leidt een jaar later tot de deal waarbij Van der Wallen voor 6 miljoen dollar BrandLoyalty terugkoopt.
‘Ze mogen alles van me weten’
Zelden is iemand in het bedrijfsleven zo openhartig als Robert van der Wallen. Bij de eerste ontmoeting, in mei 2021, op zijn werkkamer met panoramisch uitzicht over de golfbaan, vertelt hij uit zichzelf over zijn nieuwe personal trainer met wie hij twee à drie keer per week sport (via Zoom als hij in het buitenland is). Hij heeft ook een nieuw dieet: hij mijdt lactose, eet geen aardappelen meer en maakt nu ’s ochtends een smoothie met blauwe bessen, lijnzaad en havermelk. Over zijn liefdesleven zegt hij: „Met mijn relaties ben ik niet zo succesvol geweest als zakelijk.” Hij is gescheiden van de moeder van zijn zoon Ralph (1999). Nadien heeft hij verschillende relaties gehad, nu heeft hij weer een vriendin.
Ook zijn collega’s en zakenpartners heeft hij vaak verrast met zijn openheid. Bij een sollicitatiegesprek vertrouwde hij een van hen toe dat hij thuis problemen had en op de bank sliep. In zijn BrandLoyalty-tijd nodigde hij de belangrijkste leveranciers uit en deelde álles met ze. Hoeveel omzet en winst zijn bedrijf maakte, wat het budget was, wat de winstmarges waren. Zijn zakenpartner was ontstemd, maar de redenering was: als de leveranciers weten dat we succesvol zijn, blijven ze bij ons. Het bleek te werken.
Ook zijn collega’s en zakenpartners heeft hij vaak verrast met zijn openheid. Bij een sollicitatiegesprek vertrouwde hij een van hen toe dat hij thuis problemen had en op de bank sliep
Ook nu hij als investeerder geld in andermans bedrijven steekt, gooit hij alles op tafel. Hij is van het type: ze mogen alles van me weten. Het heeft een functie, zien ze bij Opportunity Partners. Hun baas is zo authentiek dat gesprekspartners geen seconde twijfelen of hij de waarheid vertelt.
Wispelturig, bot en onredelijk
Wat Van der Wallen eveneens typeert, is dat hij veel vrijheid en vertrouwen durft te geven. Hij vaart op zijn intuïtie. Marie Hay, de general manager van L in Frankrijk, vertelt hoe hij haar aannam na een gesprek van tien minuten op een vliegveld in Italië. „Robert had eerder vertrouwen in mij dan ik in mezelf.”
Je weet altijd hoe Van der Wallen ergens over denkt, zeggen zijn vrienden en collega’s. Hij is goudeerlijk en direct. Soms kan hij wel wispelturig, bot of onredelijk zijn. Of vloeken en schreeuwen, als hij klaar is met iets – of iemand. „Hij kan soms een eikel zijn”, bevestigt Andy Dixon, de Brit met wie hij al dertig jaar samenwerkt. „Mensen vragen wel eens hoe ik dat uithou. Simpel: ik neem hem niet te serieus. Ik weet precies hoe hij is en wat hij wil. Zolang je hem dat geeft, is hij blij.” Wat hij wil? „Informatie en eerlijke meningen. Zodat hij op basis daarvan beslissingen kan nemen. Ja, hij is veeleisend. Maar evengoed straightforward.”
Ook typisch Van der Wallen: hij praat vaak over geld. Wat voor deal hij heeft gedaan, wat iets gekost heeft en wat het oplevert als hij het nu weer zou verkopen. „Dat gaat de hele dag zo door”, zegt Joes Daemen, vriend en vastgoedondernemer in Brabant. Hij zat eens in het vliegtuig met Van der Wallen en een gezamenlijke vriend, toen ze gingen tellen hoe vaak het woord ‘miljoen’ viel. „We waren nog niet op de startbaan, we waren nog aan het taxiën, en toen stond de teller al op veertien. Ik lach er nu om, maar het is niet zijn mooiste eigenschap.”
Hoe ik het met hem uithou? Simpel, ik neem hem niet te serieus
Andy Dixonwerkt al 30 jaar samen met Van der Wallen
Hij heeft het ook niet nodig, zegt zakenvriend Ton van Veen, de Jumbo-topman die met Van der Wallen in de raad van commissarissen zit bij PSV en Jumbo-Visma. „Dan denk ik: ja, Robert, nu weet ik wel dat je een neus hebt voor waardecreatie. Aan de andere kant: hij doet het niet op een pocherige manier. Ik stoor me er niet aan. Er zal wel een stukje bewijsdrang onder schuilgaan.”
‘De koning van de dommen’ gaat naar Hongkong
Robert van der Wallen groeide op in Vlierden, een Brabants dorp met 1.300 inwoners, als middelste in een katholiek gezin met drie jongens. Zijn broer Rik is twee jaar ouder dan hij, zijn broer Stephan vijf jaar jonger. Aanvankelijk woonden ze in een rijtjeshuis achter de kerk, later verhuisden ze naar een grotere woning. „Ons vader, dat was werken, werken, werken”, vertelt Rik. „Die ging ’s morgens om half zeven weg en die kwam ’s avonds om half zeven thuis. Dan was het eten en op de bank liggen en slapen.” Als molenaarsknecht droomde hij ervan een eigen supermarkt te hebben. Toen er in het dorp één vrijkwam, kon hij die overnemen. Dat was halverwege de jaren zestig.
Nadat de winkel was afgebrand, werd Martien van der Wallen manager van een paar supermarkten in Limburg en later van een groot magazijn van supermarktketen Jan Linders. Moeder Tonny werkte vanuit huis als coupeuse. „Ze maakte voor ons broeken en bloesjes”, herinnert Rik, die nu fysiotherapeut is, zich. „Dan liepen Robert en ik in dezelfde kleren. Toen hadden we het niet zo breed.” In de zomervakanties ging het gezin meestal naar een camping in Zeeland, waar ze een caravan huurden. Vader kwam in de weekenden, doordeweeks werkte hij door.
Boksen in de woonkamer
Aanvankelijk trokken Rik en Robert meer met elkaar op dan met hun jongere broertje. De twee oudste broers deelden hun interesse in voetbal en judo. Ook hielden ze bokswedstrijdjes. In de woonkamer maakten ze dan een boksring, met vier stoelen en touw. Dat was in de tijd van Muhammad Ali, zegt Rik. „Dan gingen we ’s nachts die wedstrijden kijken en daarna zelf boksen. We wilden allebei winnen, maar Robert was wel fanatieker dan ik.”
Vanaf de middelbareschooltijd liepen de levens van Rik en Robert uiteen. Rik ging naar het gymnasium, Robert naar de mavo. Toen hij daar vastliep op zijn talen, moest hij naar het lager economisch en administratief onderwijs. Als klein jongetje kon hij al niet goed leren, vertelde hij eens. Toen hij een jaar of acht was, noemde zijn juf hem „de koning van de dommen”.
Achteraf bleek pas, zegt hij, dat hij dyslectisch is en daardoor zo veel moeite had op school. Bijna vijftig jaar later omschrijven mensen in zijn omgeving Van der Wallen steevast als „extreem intelligent”.
Op de fiets naar de slachterij
De drie broers kregen ingeprent dat ze hun eigen geld moesten verdienen. Aanvankelijk werkte Robert in de kassen. Als twaalfjarige mocht je al aardbeien en boontjes plukken. Later bracht hij elke donderdagmiddag het Weekblad voor Deurne rond en kon hij aan de slag bij een slachterij in Leunen, ongeveer twintig kilometer bij Vlierden vandaan. Dat verdiende beter dan bij de tuinders. Nog een voordeel: hij was net begonnen met wielrennen, dus als hij op de fiets naar zijn bijbaantje ging, had hij zijn training meteen gehad. Op zondag deed hij wel eens mee aan wielerwedstrijden, dan kwam het hele gezin hem aanmoedigen. „Ge zorgt maor da ge als eerste over de finish komt”, zei z’n vader dan.
Bijna vijftig jaar later omschrijven mensen in zijn omgeving Van der Wallen steevast als „extreem intelligent”
Na de leao ging Van der Wallen naar de Middelbare Detailhandelsschool in Eindhoven, middelbaar beroepsonderwijs, en daarna volgde hij een particuliere opleiding voor supermarktmanagers in Houten. Je kon meteen aan het werk, je werkgever bekostigde de opleiding en daarna had je een baan. Van der Wallen kon als bedrijfsleider aan de slag bij een supermarkt in Fijnaart, dagelijks reed hij vanuit Vlierden anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. Op een gegeven moment kwam een Engels bedrijf, Wallace, langs om een spaarzegelactie op te zetten. Van der Wallen vond het reuze interessant. Een jaar later werkte hij, begin twintig, als general manager voor Wallace in Hongkong.
Hochgurgl: vergaderen, skiën en voetbal kijken
We moeten laten zien dat de winstgevendheid omhoog kan, houdt Robert van der Wallen het bestuur van L – Founders of Loyalty voor. „Ik maak liever dezelfde omzet met meer winst, dan een hogere omzet met hetzelfde winstpercentage.”
Het is zondag 20 november 2022 en Van der Wallen is net gearriveerd in het Oostenrijkse Hochgurgl. Een deel van het bestuur van L is met hem in zijn privéjet meegevlogen. De bemanning serveerde taart, aangezien hij de dag ervoor 56 is geworden.
Al sinds 1996 maakt Van der Wallen ieder jaar in november een skitrip met zijn bedrijf voor de budget meetings. Zo deed hij dat met BrandLoyalty en nu met L. Alleen vorig jaar was het in Amsterdam, vanwege corona. Het is in Hochgurgl aan alle landendirecteuren om hun plannen voor het komende jaar te presenteren. Uit de hele wereld worden ze ingevlogen, van Brazilië tot Australië. Bij L werken circa 225 mensen, van wie er 30 zijn uitgenodigd voor de skitrip. Omdat het maandag prachtig weer lijkt te worden, is besloten de presentaties meteen op zondag te doen, van half vijf tot acht. Nu werken betekent maandag skiën.
Hongerig en chagrijnig
In de Sonnenstube, een vergaderzaal met houten muren, houten plafonds en een houten vloer, en zeer oncomfortabele houten stoelen, schuift steeds een nieuwe general manager aan. Van der Wallen, die hongerig is en daardoor een tikkeltje chagrijnig, is kritisch. Achterover wippend op zijn stoel becommentarieert hij de presentaties. „Niet goed genoeg”, zegt hij kortaf. „Als investeerder zou ik niet staan te springen.”
Het is tekenend voor hoe hij naar de presentaties kijkt: als investeerder. Daar komt ook zijn opmerking over de winstgevendheid vandaan. „If we want to sell the damn thing”, legt hij uit, „dan moeten we tweecijferige winstmarges laten zien.” Minimaal 10 procent, bedoelt hij. Een van de bestuursleden vraagt of Van der Wallen L soms wil verkopen. „Ik wil het bedrijf in ieder geval klaarmaken voor een verkoop over twee of drie jaar”, zegt hij. „Of ik het dan daadwerkelijk verkoop, weet ik nog niet.” Hij legt uit: een bedrijf moet altijd zorgen dat het optimaal gezond is, en dus interessant voor investeerders.
Na het diner op zondagavond vertrekt Van der Wallen rond tien uur naar zijn kamer. Hij is moe. De volgende ochtend zit hij al voor negen uur aan een spiegelei, uitgerust en vrolijk. De lucht is strakblauw, prachtig weer om te skiën. Iedereen is uitgelaten.
‘EindTovernaar’ Gakpo
Om vijf uur ’s middags speelt het Nederlands elftal op het WK Voetbal in Qatar tegen Senegal. Een groepje collega’s heeft zich na het skiën verzameld in de Sonnenstube, waar een scherm hangt. Van der Wallen heeft vooral oog voor PSV’er Gakpo. Als die het goed doet op het WK, stijgt de spits flink in waarde. „Hij geeft hem wéér voor, hè”, zegt hij tegen niemand in het bijzonder. Als Gakpo laat in de tweede helft de openingstreffer maakt, springt hij met gebalde vuisten op en zingt: „Het is Co-dy GAKPO!” Meteen na de wedstrijd stuurt hij zijn vriend Louis van Gaal, de bondscoach, een appje over de „EindTovernaar”.
Vlak voor de wedstrijd, in de rust én meteen na de wedstrijd zit Van der Wallen in calls met zijn team bij Opportunity Partners en advocaat Jan Louis Burggraaf. Een maand eerder heeft hij een bod uitgebracht op Loyalty Ventures, het Amerikaanse moederbedrijf van BrandLoyalty. Dat is afgewezen. Maar af en toe lijkt er weer wat beweging te zijn. Slechts een select gezelschap in Hochgurgl weet van de gesprekken met de Amerikanen. Hoewel die vooralsnog uiterst stroef verlopen, is Van der Wallen zelfverzekerd: „BrandLoyalty komt linksom of rechtsom een keer naar ons toe.”
Verkleed als serveerster
Bij het diner op maandagavond is Van der Wallen aanweziger dan anders. Ineens gaat hij staan en vraagt wie voor het eerst in Hochgurgl is. Veel handen gaan omhoog. Er is een traditie, zegt Van der Wallen met pretoogjes, dat de nieuwelingen een act moeten doen. Een van de directeuren heeft zich ooit als Oostenrijkse serveerster verkleed en de groep de hele dag bediend. Bryan Pearson, vroeger topman van AirMiles en nu adviseur bij L, heeft een lied gezongen met een „toondove” financieel directeur. Lachend kijkt Van der Wallen de tafel rond: „Jullie hebben tot woensdagochtend. Verzin iets leuks, jullie zijn creatief.”
Op fluistertoon legt hij daarna uit waarom hij dit doet. „Sfeer en cultuur is alles in een bedrijf. Zo’n trip kost een hoop geld, maar betaalt zich altijd terug. Mensen raken geïnspireerd en geënthousiasmeerd. Dat leidt tot meer deals.”
Iets later op de avond geeft Van der Wallen nog een opdracht. De managers moeten bedenken welke beloning zij krijgen als L in 2023 een bedrijfsresultaat behaalt van 32 miljoen euro. Van der Wallen doet suggesties. Allemaal een horloge? Een auto? Een miljoen naar een goed doel?
Op dinsdagavond, de avond voordat het grootste deel van het gezelschap naar huis vliegt en de nieuwkomers zichzelf voor schut zetten met hun zangoptredens, presenteren de managers The Big Plan for 32. Als ze hun target halen, gaat er een half miljoen naar een goed doel, krijgen alle ‘founders’ een horloge of armband van 5.000 euro én gaan ze feesten op een jacht bij Ibiza. Nu weet Van der Wallen zeker dat ze hun uiterste best zullen doen om zijn doel te verwezenlijken: het vergroten van de winstgevendheid.
De concurrentie aftroeven in steenkolen-Engels
De avond voordat BrandLoyalty wordt opgericht, eind mei 1995, zit Van der Wallen in Hongkong op een dakterras met vrienden te barbecuen. Alex Riem, al dertig jaar zijn beste vriend, herinnert het zich nog goed. „Robert vertelde: morgen wordt een spannende dag. Of de tent [Wallace] valt om en dan heb ik niks meer en dan ga ik naar huis. Of het wordt een management buy-out en dan kan ik de boel naar me toe trekken.”
Iets later op de avond geeft Van der Wallen nog een opdracht. De managers moeten bedenken welke beloning zij krijgen als L in 2023 een bedrijfsresultaat behaalt van 32 miljoen euro
Wallace gaat inderdaad failliet. Van der Wallen (29) kan samen met zijn vriendin Marjet, met wie hij later dat jaar trouwt, een doorstart maken. Ze werkten allebei voor Wallace in Hongkong en beschikken over aardig wat spaargeld. Aangezien ze geen hypotheek of kinderen hebben, durven ze het risico te nemen. BrandLoyalty is geboren. Andy Dixon, die ook bij Wallace werkte, gaat mee en ze nemen twee nieuwe medewerkers aan. Marjet doet de boekhouding.
Aangezien het kantoor van Wallace op een veel te dure locatie staat, verhuizen de vijf medewerkers van BrandLoyalty naar een piepklein kantoortje op de vierde verdieping van een smoezelig pand in Wanchai. In die wijk is ook het red light district. „Robert haatte het kantoor”, zegt Dixon. „Drie van de vijf rookten stevig – en hij niet.”
Relaties mee uit drinken nemen
Met zijn steenkolen-Engels reist Van der Wallen door Azië om deals te sluiten in Hongkong, Taiwan en Singapore. Hij verkoopt spaaracties aan supermarkten waarbij klanten kunnen sparen voor pannen, stoomstrijkijzers en rijstkokers. Hij is heel goed in het opbouwen van een band met leveranciers en klanten. Dixon: „In feite hebben we de markt veroverd door veel tijd te spenderen met relaties en ze mee uit eten en drinken te nemen. Onze aanpak was veel minder formeel dan die van onze concurrent.”
Philip Spanton werkt in die tijd in Hongkong voor die concurrent, TCC. „Toen Robert voor zichzelf wilde beginnen, hebben we nog geprobeerd hem tegen te houden. We wilden liever dat hij voor ons kwam werken. Maar hij piekerde er niet over.” In een mum van tijd begint Van der Wallen klanten van TCC in te pikken, vertelt Spanton. „Hoewel zijn Engels zo slecht was dat ze hem nauwelijks konden verstaan, gaven ze hem vaak toch de kans. Klanten vonden hem leuk, hij had een gunfactor.”
In 2001 besluit Spanton zich bij BrandLoyalty aan te sluiten. Van der Wallen was toen al vertrokken uit Hongkong. Hij was teruggegaan naar Europa, om het bedrijf vanuit het hoofdkantoor in Den Bosch verder op te bouwen. Met Marjet en Ralph was hij neergestreken in Vught. Om toch te weten wat er in zijn afwezigheid in Azië speelt, neemt hij zijn jongere broer Stephan in dienst. Die gaat voor een paar jaar naar het Verre Oosten.
Stephan is sindsdien altijd voor zijn broer blijven werken, hij is de „zanger en gangmaker” van het bedrijf. Zijn vaste grap is dat hij de ‘ceo’ is: chief entertainment officer. Als er iets te vieren valt, staat hij met een microfoon in zijn hand te zingen. Bij voorkeur You’ll never walk alone van Lee Towers.
De Brabantse kliek: lol maken en geld verdienen
Eens in de twee maanden ontmoeten de Gorilla’s elkaar, om beurten bij iemand thuis. Ze laten een chef-kok komen, er is goede wijn en ze praten, lachen en kaarten. Toepen, om precies te zijn. Kaartclub de Gorilla’s is een jaar of tien geleden opgericht en bestaat uit vier vermogende mannen: Marcel Boekhoorn, de Nijmeegse ondernemer die naam maakte met de verkoop van Telfort, de Bossche vastgoedman John Groenewoud (‘grote John’), John van Deursen (‘kleine John’, of ‘rooie John’), oprichter van modeketen Shoeby en tevens actief in het vastgoed, en Van der Wallen (‘Huub’, naar zijn doopnaam Hubertus).
Het viertal speelt om de eer en om geld, want, zoals Groenewoud zegt: „Om niks spelen is niet leuk. Als je je portemonnee moet trekken en moet betalen – dat is gewoon klote. En dan gaat het niet om het geld, maar dat die ander er met jouw geld vandoor gaat, hahaha.” Van der Wallen en Van Deursen winnen het vaakst, zij kunnen het best bluffen. Maar, zegt Van Deursen, „de laatste keer hebben Robert en ik gruwelijk op onze ballen gehad”.
Over een paar jaar uitgesmeerd gaan winst en verlies best gelijk op, relativeert Boekhoorn. „Het gaat niet om het geld, maar dat willen winnen zit er gewoon in. Ondernemers, hè.” Om hoeveel ze spelen, wil geen van hen zeggen.
Week naar de Bahama’s
Van der Wallen en zijn Brabantse vrienden – zijn oudste vriend Alex en Boekhoorn zijn zo’n beetje de enige niet-Brabanders in zijn kring – zoeken elkaar regelmatig op. Dan gaan ze naar de boot, of skiën in Verbier. Soms gaan ze helikopterskiën, dan verblijven ze in een desolate berghut en zet een helikopter ze af op maagdelijk witte sneeuwtoppen. De vaders en zonen gaan gezamenlijk op dad-and-son-tripjes: naar Barcelona-Real Madrid of 4×4 rijden in Schotland. Toen Robert 55 werd, nam hij zeven vrienden een week mee naar de Bahama’s. De activiteiten bestonden – naast eten, drinken, kaarten en Stef Stuntpiloot spelen – uit speervissen en golfen.
Naast zijn drukke sociale leven hecht Van der Wallen aan rust en tijd voor zichzelf. Na een paar extraverte dagen wordt hij chagrijnig en trekt hij zich terug. Gaat hij vroeg naar bed. Of naar huis, lekker in zijn sauna zitten.
Vriendschap gaat boven geld
Doet er één binnen de ‘Brabantse kliek’ een deal, dan investeren er meestal wel een paar mee. Zo vertelde John van Deursen een paar jaar geleden op vakantie dat hij restaurant Noble in Den Bosch had gekocht, waarop Van der Wallen en Groenewoud ter plekke besloten mee te doen. „Zo gaat dat”, lacht Van Deursen. Later stapte ook Joes Daemen nog in, nu zijn ze met zijn vieren eigenaar.
Toen Van der Wallen 55 werd, nam hij zeven vrienden mee naar de Bahama’s. Eten, drinken, kaarten en Stef Stuntpiloot spelen
Toen Daemen een vastgoedportefeuille met 41 supermarkten had gekocht, wilde Van der Wallen ook wel meedoen. „Maar we doen alleen zaken onder de voorwaarde dat we er nooit ruzie om krijgen”, zegt Daemen. „Onze vriendschap is belangrijker dan geld.”
Zakenblad Quote schat het vermogen van Van der Wallen al jaren op 1,1 miljard euro. Op de vraag of zijn kapitaal niet verder is gegroeid, begint hij te lachen. „Het is inderdaad positief ontwikkeld.”
Hij laat zijn vrienden en familie graag meedelen in zijn succes. Stopt hij geld in een bedrijf of vastgoedproject, dan mogen ze meedoen. Ze zien hun inleg, variërend van enkele tienduizenden euro’s tot een paar miljoen, vaak goed renderen. Hebben ze (even) geen geld om mee te doen? Dan wil Van der Wallen het nog wel eens voorschieten. Dat verrekenen ze wel weer met de opbrengst. Zo groeit niet alleen het vermogen van de miljardair zelf, maar ook van de mensen om hem heen.
Mensen inspireren te doneren
Andersom helpen zijn vrienden hem op de Spieren voor Spieren-gala’s om ieder jaar een mooi bedrag in te zamelen voor kinderen met een spierziekte. Bij het laatste gala bedankte Louis van Gaal, een van de ambassadeurs van het goede doel, Van der Wallen vanaf het podium voor zijn inspanningen als voorzitter. „Hij heeft heel veel mensen geïnspireerd om geld te geven”, zei Van Gaal. „Maar buiten dat heeft hij de structuur van de organisatie van Spieren voor Spieren een geweldige duw naar boven gegeven.”
Van der Wallen doet veel aan liefdadigheid, zegt hij, want: „Ik verdien zo veel geld, het is niet eerlijk.” Hij heeft het voornemen om „bij leven” een groot deel van zijn vermogen weg te geven. Hij heeft net zijn nichtje, de dochter van Rik, in dienst genomen om hem daarbij te helpen. „Het hoeft niet allemaal naar Ralph.”
Geen asociale man, maar hij doet waar hij zelf zin in heeft
„Huubke!”, klinkt het enthousiast. Ralph begroet zijn vader met een kus. Het is donderdag 16 september 2021, een mooie nazomerdag, en op Bernardus vindt voor de eerste keer het vierdaagse KLM Open plaats. Van der Wallen loopt glimmend van trots rond.
Bij de Wine Truck ontfermt Ralph, dan 22, zich over de verkoop van Bernardus-wijn. Wil je weten hoeveel flessen er al leeg zijn, vraagt hij, terwijl hij verwachtingsvol naar zijn vader kijkt. Als die instemmend reageert, troont Ralph hem mee naar de kliko, aan de achterkant van de truck. Hij telt ze één voor één en zegt dan glunderend: „Tien! En het is pas half één!” Van der Wallen lacht, slaat zijn zoon op zijn schouder en zegt dat hij trots op hem is.
Van der Wallen had graag een groter gezin willen hebben. Dat dit er niet van is gekomen, betreurt hij. Sinds drie jaar heeft hij een relatie met Ilena, een fotograaf, die net als hij van golfen en skiën houdt. Sinds afgelopen zomer hebben ze een hond, B. Een concessie, lacht hij, want hij is helemaal geen hondenmens.
Altijd druk en altijd haast
Het draait vaak om Van der Wallen. Dat is zo gegroeid, zegt hij. Hij is eraan gewend geraakt dat hij dingen naar zijn hand kan zetten. „Ik ben geen asociale man”, zegt hij, „maar ik doe waar ik zelf zin in heb.”
Van der Wallen had graag een groter gezin willen hebben. Dat dit er niet van is gekomen, betreurt hij
Dat is nou precies waar zijn moeder zich al jaren aan stoort, zegt ze. Ze is 85 en woont nog altijd in Vlierden, in het huis waar haar zoons zijn opgegroeid. Ze ziet Robert „veel te weinig”, moppert ze in zijn bijzijn. „Hij is altijd druk en heeft altijd haast.” Robert en zijn moeder, had Stephan al verteld, hebben een soort haat-liefdeverhouding met elkaar. „Ons moeder is één van de weinigen die Robert recht voor zijn raap van repliek dient. Daar is hij niet van gediend, maar hij weet wel dat ze gelijk heeft.”
Als Van der Wallen een koffiekopje op het dressoir zet, zonder onderzetter, krijgt hij op zijn donder. „Ach, moeder, wat geeft dat nou toch”, zucht hij. Zijn moeder, nijdig: „Ik wil gewoon geen kringen.” En tegen het bezoek: „Ik ben niet bang van ’m hoor. Ik laat me niet commanderen in mijn eigen huis.”
Hekel aan familieverjaardagen
Toen haar man nog leefde – die overleed in 2018 op zijn 77ste – hebben zij en haar man Robert er wel eens op aangesproken dat ze hem zo weinig zagen, zegt ze. Daarop zei hij dat het bedrijf, Ralph én zijn vrouw voorgingen. Grinnikend: „Hij is wel altijd eerlijk.” Maar daarna, gedecideerd: „Ik hou van alle drie mijn zoons evenveel. Ze zijn ieder op hun eigen manier goed.”
In Vlierden komt Van der Wallen nog een paar keer per jaar. Aan familieverjaardagen heeft hij een hekel, die slaat hij meestal over. Behalve die van ‘de koningin’. Zo noemen hij en zijn broers hun moeder, vanwege de hulp aan huis die haar goed verzorgt. Die heeft ze overigens wél aan „ons Robert” te danken, zegt ze vergoelijkend. En ook al komt hij niet vaak langs, ze weet bijna altijd waar hij uithangt. Ze wijst op de digitale fotolijst op het televisiekastje. De familie stuurt haar elke dag foto’s die dan automatisch op het scherm verschijnen. Robert doet dat ook braaf.
Van bijna failliet tot miljardair
Met BrandLoyalty loopt het de eerste jaren goed, maar in 2000 gaat het mis. „Dat lag vooral aan onszelf”, zegt Van der Wallen. „We namen niet de juiste beslissingen.” Het leidt tot een bijna-faillissement, waarbij Van der Wallen en zijn vrouw een tweede hypotheek op hun huis moeten nemen.
BrandLoyalty komt de dip te boven en begint weer winst te maken. Om nieuwe privé-geldzorgen te voorkomen, verkoopt Van der Wallen op zijn 37ste een kwart van zijn aandelen. Plots krijgt hij 10 miljoen op zijn rekening. „Dat gaf rust”, zegt hij. „Vanaf dat moment durfde ik echt te gaan ondernemen, met alle risico’s die daarbij horen.” Van zijn eerste „centjes”, vertelt hij, kocht hij een donkerblauwe Porsche. Die staat nog altijd in de garage bij zijn huis in Vught, al rijdt hij er niet meer mee.
In de jaren erna keert hij de aandeelhouders, onder wie hijzelf, regelmatig dividend uit. Meer dan 100 miljoen euro in totaal. Maar de grote klapper komt in 2013. Dat jaar verkoopt hij BrandLoyalty aan Alliance Data Systems, een Amerikaanse branchegenoot. De Amerikanen betalen 267 miljoen euro voor de eerste 60 procent van de aandelen en kopen daarna jaarlijks 10 procent erbij, tegen een prijs die afhangt van de prestaties. Van der Wallen was niet bereid om alle aandelen in één keer te verkopen, omdat hij wist dat het bedrijf nog hard verder zou groeien. Door de constructie van de deal loopt de prijs voor de laatste aandelenpakketten flink op. Uiteindelijk bedraagt de overnamesom bijna 1 miljard euro.
De afspraak is dat Van der Wallen aanblijft als topman zolang hij nog aandelen heeft. In de zomer van 2016 verkoopt hij zijn laatste 20 procent in één keer. Nog voor zijn vijftigste gaat hij met ‘pensioen’.
Vlak na de verkoop van BrandLoyalty koopt Van der Wallen een boot. Hij stort zich op de aanleg van zijn golfbaan en koopt van de Nederlandse zakenman Ben Pon wijngaard Bernardus in Californië. Ondertussen is hij veel op vakantie. Samen met zijn vriend Alex fietst hij in tien dagen van Vught naar Verbier, zo’n honderd kilometer per dag. Zijn chauffeur rijdt met een camper achter hen aan en zorgt voor versnaperingen onderweg. „Sportief de mooiste prestatie van mijn leven.”
Kortom, hij leeft in weelde. Maar hij is wel zoekende. Wat wil hij nu nog met zijn leven?
Mister Loyalty
Het was een „kloteperiode”, zegt Van der Wallen terugblikkend. „Je dagelijkse routine is weg, je bent ineens niet meer belangrijk. Ik had twintig kantoren wereldwijd, met zeshonderd mensen, en ineens zat ik in een bouwkeet op de golfbaan. Voor mijn gevoel hoorde ik er niet meer bij.” Toen BrandLoyalty hem vroeg als adviseur, accepteerde hij die uitnodiging dankbaar. Maar vervolgens belden ze hem nooit, zegt hij. Dat vond hij moeilijk. Bovendien namen ze besluiten die hij niet zou hebben genomen. Dat frustreerde.
Ook het leven als investeerder kon hem aanvankelijk niet echt bekoren. Een deel van zijn vermogen zat in Parcom, een Nederlandse investeringsmaatschappij, een ander deel in Opportunity Partners, waar oud-ING-bankier Robert Specken aan de leiding staat. Natuurlijk vond hij het fijn dat hij met zijn investeringen mooie rendementen maakte, zegt Van der Wallen, maar hij miste zijn oude bestaan. Het liefst wil hij „mooie dingen bouwen”.
Dat is dan ook de reden dat hij in 2020 besluit terug te keren naar de loyalty-branche. In die wereld was hij de beste. Híj was ‘Mister Loyalty’. Oud-collega’s bestoken hem met de vraag of hij niet opnieuw wil beginnen. Hij doet een poging om BrandLoyalty terug te kopen, maar als de Amerikanen niet willen onderhandelen, begint hij inderdaad opnieuw. Via Opportunity Partners koopt hij twee kleinere loyaltybedrijven, een in Duitsland en een in Italië, en voegt die samen tot L – Founders of Loyalty. Diverse oud-collega’s van BrandLoyalty sluiten zich bij hem aan.
„Dat ze bij BrandLoyalty niet stonden te springen dat ik terugkwam, begrijp ik wel”, zegt hij. Het ging er al niet goed, en nog een concurrent erbij hielp niet. Maar, zegt hij opportunistisch: „Als ondernemer zie je kansen en die wil je grijpen.”
Het is wel mijn kind, zegt hij
L groeit nog veel harder dan Van der Wallen had durven hopen, wat hem de bevestiging geeft die hij zocht. Door de juiste mensen om zich heen te verzamelen, naar eigen zeggen zijn grootste kracht, komt het succes nog sneller dan destijds met BrandLoyalty. Binnen drie jaar realiseert hij met L cijfers waar hij eerder vijftien jaar over deed: 267 miljoen euro omzet en een bedrijfsresultaat van 20 miljoen.
Tegelijk blijft hij, via oude contacten, op de hoogte van wat er bij BrandLoyalty gebeurt. Het gaat daar helemaal mis, hoort hij vorig jaar. Een faillissement zou niet lang meer duren. Dat wil Van der Wallen voorkomen. En dus wil hij opnieuw kijken of hij BrandLoyalty kan terugkopen. Het is mijn kind, houdt hij zijn collega’s van Opportunity Partners en zijn advocaten voor. Bovendien zou het ook aan zijn naam kleven als BrandLoyalty omvalt.
Niet alleen vanwege de emotionele lading wil hij zijn oude bedrijf terug – als ondernemer ziet hij ook simpelweg een kans. Als hij L en BrandLoyalty kan samenvoegen, ontstaat in één klap een fors groter bedrijf met een omzet van circa 500 miljoen euro. Plus: met het samenvoegen van de twee bedrijven zijn veel synergievoordelen te behalen.
In badjas in een call
De deal is zeer complex en de onderhandelingen, grofweg tussen oktober 2022 en maart 2023, verlopen moeizaam. Elke keer als Van der Wallen en zijn team denken dat ze een stap vooruit hebben gezet, stokken de gesprekken weer. Ontelbaar veel calls zijn nodig, ook met de Amerikaanse advocaten die Van der Wallen heeft ingehuurd à 2.000 dollar per uur, om de boel vlot te trekken. Of hij nu inbelt in zijn badjas, met een hoofd als een tomaat – hij is in zijn Zwitserse chalet en komt net uit de sauna – of vanuit het Philips Stadion, Van der Wallen is overal nauw bij betrokken, zeggen mensen uit zijn team.
In februari van dit jaar wordt hij ongeduldig. De deal moet voor carnaval gesloten zijn, vindt hij. Want op vrijdag gaat hij, zoals ieder jaar, feesten in Den Bosch en op zaterdag gaat hij op vakantie naar Phuket. Natuurlijk loopt het niet zoals hij wil, lacht een van zijn advocaten. „Het mooie is: hij wil het, het gebeurt niet, we denderen door met zijn allen en je hoort hem er nooit meer over. En ook als hij op vakantie is in Thailand, is hij 24/7 beschikbaar – ondanks het tijdsverschil.”
Of hij nu inbelt in zijn badjas, met een hoofd als een tomaat – hij is in zijn Zwitserse chalet en komt net uit de sauna – of vanuit het Philips Stadion, Van der Wallen is overal nauw bij betrokken, zeggen mensen uit zijn team
Op het moment dat duidelijk werd dat de deal ging lukken, zegt Robert Specken van Opportunity Partners, „hebben we niet in polonaise door de gang gelopen”. Er hing geen hosannasfeer, wil hij maar zeggen. „Het was meteen van: oké, wat moet er allemaal gebeuren? Nu begint het pas echt.”
Terug naar Hongkong
Werk en privé lopen bij Robert van der Wallen altijd door elkaar. Zelf vindt hij het „grote onzin” dat het gescheiden werelden zouden moeten zijn. „Je hebt toch gewoon één leven.” Ja, hij is vaak op reis, maar dan is hij nog steeds „dag en nacht” met zijn werk bezig.
Eind maart vertrok hij met het bestuur, de adviseurs en de general managers van L naar Hongkong. Terug naar de plek waar het in 1995 allemaal begon, ditmaal voor de strategiedagen. Hoe moet het verder met L en BrandLoyalty?
Van der Wallen voelt zich als een „vis in het water”, zegt hij, hij heeft „superveel zin” om de komende jaren weer een sterk loyaltybedrijf op te bouwen. De onzekerheid die hem zijn leven lang achtervolgt, voelt hij nu niet. „Ik weet dat ik met mijn nieuwe ervaringen als investeerder in staat ben een bedrijf in korte tijd succesvol te maken. Dat is zo’n fijn gevoel.”
In Hongkong gaan zaken en plezier opnieuw samen. Met collega’s bezoekt hij in het weekend Rugby Sevens, een rugby-evenement dat de stad een paar dagen op zijn kop zet.
Daarna vertrekt hij met zijn vrienden en zakenpartners Patrik Sundvisson, de Zweedse topman van L, Philip Spanton en Andy Dixon naar Phuket voor hun jaarlijkse partij golf, de ‘Brexit Cup’. Spanton: „Het is de Britten, Andy en ik, tegen de rest van Europa, Robert en Patrik.” De laatst keer wonnen de Britten, zegt hij. „Maar het is best lastig als je tegenstander een eigen golfbaan heeft en kan oefenen wanneer hij wil.”