De misleiding van artist impressions


Architectuur Rotterdam Artist impressions zijn belangrijk voor het draagvlak én financiering van een ontwerp. Maar realistisch zijn ze niet altijd, is de kritiek.

Bij de Markthal was de binnenkant van het gebouw op artist impressions overdag helder verlicht en het plafond zichtbaar.
Bij de Markthal was de binnenkant van het gebouw op artist impressions overdag helder verlicht en het plafond zichtbaar.

Foto’s Walter Herfst

Belangrijk ingrediënt van stedelijke plannen, ook in Rotterdam, zijn artist impressions: hét marketingmiddel van architecten en ontwikkelaars. Ontwerpen – van gebouwen of buitenruimte – worden daarin steevast voorzien van weelderig groen en een zon die altijd schijnt. Dat is niet voor niets: artist impressions spelen een belangrijke rol in het maatschappelijk draagvlak én de financiering van een ontwerp.

Logisch dus dat het op artist impressions nooit pijpenstelen regent. Alleen gaat de manipulatie verder. De opvallendste trend is greenwashing, zegt Han Michel, voormalig voorzitter van de welstandscommissie Rotterdam, die adviseert over de inpassing van bouwplannen in de omgeving. „Je waant je in artist impressions in de jungle. Ik zeg dan vaak: jongens, haal toch iets van dat groen weg, zodat we tenminste een goed beeld kunnen krijgen van hoe die gevel in elkaar zit.”

Ook is het groen niet altijd realistisch. „Prima om een groen gebouw te maken, maar dat vereist allemaal voorzieningen. Om die planten op grote hoogten aan de praat te houden is nog niet zo eenvoudig.”

De Rotterdamse architectuurcriticus Mark Minkjan heeft sowieso zijn bedenkingen bij de groene trend. „Het is heel duur om gebouwen groen te maken en vergt veel onderhoud. Is dat nou de oplossing voor een duurzame stad, of biodiversiteit?”

Hij plaatst daarnaast kanttekeningen bij het perspectief van artist impressions. „Je kijkt vaak vanuit de lucht. Terwijl bijna niemand dat uitzicht heeft, behalve als je bovenin een woontoren woont. Hoeveel van dat groen zie je op straatniveau terug?”

De Groene Kaap is een voorbeeld van een woonproject waarbij je op grondniveau weinig meekrijgt van het weelderig groen.

Diverser aanbod van mensen

Ook past een groot gebouw in een vergezicht een stuk beter in de omgeving dan van dichtbij. „Het is eigenlijk het perspectief van een architect die naar zijn maquette kijkt. Alsof het een design object is”, zegt Minkjan. „Terwijl het voor de stad belangrijk is hoe het op de grond is, dáár kan iets ontstaan.”

Dat raakt volgens hem ook aan de vraag voor wie een gebouw bedoeld is. „Als je zo’n veel te mooie rendering ziet met te mooie, te witte mensen dan gaat het vaak om dure vastgoedprojecten. Je ziet nooit eens een dakloze met een winkelkar met zijn huisraad.”

Het veelgebruikte programma Enscape, waarmee artist impressions gemaakt worden, heeft tegenwoordig een veel diverser aanbod van mensen. De huidige voorzitter van de welstandscommissie, Esther Agricola, let op de figuranten in artist impressions. „Welke mensen verbeeld je? Is dat een happy clappy family of zijn het de bewoners die je echt in die buurt verwacht. De gemiddelde Nederlander is niet representatief voor de circa 170 nationaliteiten in Rotterdam. Voor wie bouw je?”

De sfeer is op artist impressions vaak belangrijker dan de feiten, benadrukt Michel. „Baksteen is in de praktijk bijvoorbeeld vaak heel donker, terwijl het op de plaatjes een lichte, vrolijke sfeer geeft. Je ziet ook altijd blije mensen, leuke terrasjes.” Zo werd de nieuwe wijk Little C (Cool-haven) voorgesteld met een jachthaven voor de deur, in werkelijkheid liggen daar binnenvaartschepen.


Architect Wim Quist, de magiër van de kubus

Je kunt artist impressions volgens Michel zo mooi maken als je wilt. „Daarom moet je wel weten wanneer je een rad voor ogen wordt gedraaid. In de welstandcommissie zitten vakmensen, die hebben alle tekeningen en details, dus die weten dat wel.” Belangrijk is bijvoorbeeld of de lichtinval te optimistisch is, wat volgens Michel vaak gebeurt.

Zo was bij de Markthal, van architectenbureau MVRDV, de binnenkant van het gebouw op artist impressions overdag helder verlicht en het plafond zichtbaar. In werkelijkheid kun je overdag niet naar binnen kijken. Minkjan: „Glazen gevels lijken altijd transparant maar in de realiteit werken ze als een spiegel.”

Het maakt Agricola minder uit of de plaatjes waarheidsgetrouw zijn. „Je mag best verbeelden wat je visie en droom is. Dat mag van mij utopisch zijn, mits het niet losgezongen is van de realiteit of context op een plek. Dus daar moet je een evenwicht in zien te vinden.” Met context bedoelt ze: de locatie waar wordt gebouwd. Wat staat en gebeurt er rondom een plek?

In sommige gevallen pakt een gebouw in de praktijk anders uit, zoals het stevig bekritiseerde Forum Rotterdam van OMA: een herontwikkelingsproject aan de Coolsingel met onder meer de renovatie van het vroegere ABN Amro-gebouw. Op de artist impressions had het gebouw aanvankelijk glazen gevels en balkons, die werden in de praktijk wit. Critici noemden het in het AD een Ikea-Koolhaas. Michel: „Dat is al met al geen blijmoedig gebouw geworden.” Op de website van OMA is dan ook geen foto van het gebouw te vinden, noch de artist impressions van het huidige ontwerp.

Forum Rotterdam in het centrum, critici noemden het een Ikea-Koolhaas.

Zalmhaventoren

In de praktijk worden artist impressions ook soms ingezet om juist van het ontwerp af te wijken, zoals de architect van de Zalmhaventoren die ineens een top van roestvrijstaal wilde. De welstandscommissie stak daar een stokje voor. Michel: „De architect vond dat het mooier zou glimmen. Je kunt je uiteindelijk afvragen wat de feitelijke bijdrage van zo’n hoge toren voor de leefbaarheid van de stad is. Die zit toch meer in de plint.”

Juist in het geval van de plint zijn artist impressions vaak misleidend, zegt projectontwikkelaar Vincent Taapken. „Op het plaatje staan altijd kleine leuke winkels en barretjes en in de realiteit zitten er Albert Heijns en Decathlons. Het beleid is lief en de ambities mooi, maar de werkelijkheid is weerbarstig.”

Volgens Minkjan staan de meeslepende artist impressions het debat over stadsontwikkeling in de weg. „Het is pure marketing voor de gemeente en kranten. Die zijn gevoelig voor het wauw-effect. Bij aankondigingen van nieuwe gebouwen in de (vak)media worden ook nauwelijks kritische vragen gesteld door journalisten. De belangrijke discussies worden op die manier plat geslagen. Wat voor stad willen we eigenlijk?”

Veel liever dan spectaculaire gebouwen zou hij oplossingen zien voor een sociale, duurzame stad. „Daarom is het belangrijk dat we door die mooie plaatjes heen prikken en een publiek debat hebben.”

Een oplossing kan liggen in oude methodes. Agricola: „Sommigen maken een ouderwetse pentekening, dat kan heel goed werken.” Minkjan: „Op die manier is het meer een suggestie, in plaats van een hermetisch beeld.”