Een van de sterkste gifstoffen op aarde

Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal. Ook polonium.


Beeld Lynne Brouwer

De naam van Aleksandr Litvinenko duikt op in haast iedere zoekopdracht naar het element polonium. De Russische dissident overleed in november 2006 aan een opzettelijke vergiftiging met de radioactieve stof. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens concludeerde in 2021 dat Rusland „zonder twijfel” verantwoordelijk was voor de moord. Litvinenko was agent van de Russische geheime diensten KGB en FSB, maar werd daar ontslagen nadat hij in 1998 zijn meerderen ervan had beschuldigd de in ongenade gevallen oligarch Boris Berezovski in Londen te hebben vermoord. Na een korte gevangenschap vluchtte hij in 2000 naar Groot-Brittannië. Daar openbaarde hij dat de FSB in 1999 ook achter aanslagen op flats in Moskou zou hebben gezeten. Tsjetsjenen kregen hiervan de schuld, waardoor de kersverse president Poetin een nieuwe Tsjetsjeense oorlog kon beginnen.

In 2006 stond Litvinenko op het punt belastende verklaringen af te leggen over Poetin, toen hij in een hotel in Londen door twee Russische geheim agenten werd vergiftigd. Ze hadden polonium in zijn thee gedaan. Drie weken later overleed hij.

Door het hele lichaam

Polonium is een van de giftigste stoffen op aarde: een tiende van een miljoenste gram hiervan (met een stralingsdosis van 220 miljoen becquerel) is binnen korte tijd al dodelijk. De dosis die Litvinenko binnenkreeg schatten Londense artsen bij de autopsie op 4.400 miljoen becquerel.

De chemische toxiciteit van polonium valt in het niet bij de radiologische toxiciteit. Polonium is een zeer krachtige alfastraler; het element vervalt onder uitzending van heliumkernen (deeltjes van twee neutronen en twee protonen). Alfastraling dringt niet diep door, vandaar dat polonium op de huid nauwelijks kwaad kan. Maar eenmaal ingeslikt of ingeademd wordt het een heel ander verhaal. Polonium-210 verspreidt zich dan snel door het hele lichaam, waarbij de straling overal cellen, weefsels en organen vernietigt. Litvinenko stierf in essentie aan stralingsziekte.

In de natuur is polonium-210 zeldzaam, het zit in zeer lage concentraties in uraniumerts als tussenproduct (halfwaardetijd 138 dagen) van de vervalreeks van uranium. Om het zuiver in handen te krijgen moet je het maken in een deeltjesversneller, maar dat is erg duur. The Times berekende dat de polonium waarmee Litvinenko was vermoord, zo’n 7,5 miljoen euro moet hebben gekost.

Risico op longkanker

Polonium-210 komt ook voor in tabaksrook (het zit van nature in tabaksbladeren) en is daarmee een van de stoffen die het risico op longkanker bevorderen bij rokers. Een studie uit 2011 liet zien dat polonium verantwoordelijk is voor 120 tot 138 doden per duizend rokers gemeten over 25 jaar tijd.

Polonium werd in 1898 gelijktijdig met radium ontdekt door het echtpaar Marie en Pierre Curie. Marie Curie had opgemerkt dat zuiver uranium minder radioactief was dan het oorspronkelijke uraniumerts, genaamd pekblende. Er moest dus nog iets anders zitten in het restgesteente. Geduldig onderwierpen de Curies het aan allerlei chemische zuiveringen, net zo lang tot ze een bismutfractie en een bariumfractie over hadden. Bismut is niet radioactief, dus moest dit een ander element zijn. Marie Curie vernoemde het naar haar geboorteland: polonium. De bariumfractie bevatte ook een nieuw element, dat ze vanwege de intense straling radium noemden. In 1911 kreeg Marie Curie de Nobelprijs chemie voor de ontdekking van beide elementen, haar man Pierre was toen al overleden.