In Bad Nieuweschans vrezen mensen dat het laatste beetje leven uit het dorp wordt geperst


De rekening De inwoners van Bad Nieuweschans zijn bang dat de stijgende energieprijzen het dorp de das om zullen doen. „Er zijn nergens geen potjes geld meer voor. Alles verpaupert.”

Reny Bos moest 500 euro per maand aan energie betalen. Door bemiddeling van zijn zus is dat bedrag verlaagd naar 300 euro.
Reny Bos moest 500 euro per maand aan energie betalen. Door bemiddeling van zijn zus is dat bedrag verlaagd naar 300 euro.

Foto Catrinus van der Veen

‘Geen appels. Geen peren. Geen sinaasappels.” Reny Bos (57) bespaart op boodschappen. „Fruit en vers, daar ben ik mee gestopt.” Veel te duur in tijden van inflatie. De verwarming zet Bos een paar graden lager dan normaal en alle deuren houdt hij dicht. Vandaag is het een natte maar zachte oktoberdag, dus hij zit in een T-shirt op de bank. „Nu nog wel.”

Reny Bos, die jarenlang verschillende functies in de nabijgelegen kartonfabriek bekleedde, is zeven jaar geleden afgekeurd. „Manisch-depressief geworden na het overlijden van mijn vader. En de scheiding natuurlijk.”

Nu ontvangt hij een uitkering: 1.700 euro per maand, bijna alles verdampt onmiddellijk nadat het is gestort. Bos somt op:

„450 euro alimentatie.”

„500 nog wat huur.”

Hij neemt een slok Export-bier uit een bruin blik (49 cent voor een halve liter) en trekt aan zijn zelf gedraaide sigaret (5,75 per pakje).

„En sinds kort dus 500 euro energiekosten.”

Zijn zus heeft voor Bos met de energiemaatschappij gebeld om te zeggen dat haar broer dat geld helemaal niet kan ophoesten. „Dus nu mag ik 300 euro betalen en moet ik de rest op een spaarrekening zetten, voor als het toch zo duur uitvalt.”

Lukt dat sparen een beetje?

„Nog wel.”

Vroeger ging hij nog weleens het huis uit, de wereld in. Daar heeft hij geen geld meer voor. Iedere maand heeft Bos ongeveer 200 euro over voor boodschappen. Daar redt hij het niet meer mee. „Gelukkig mag ik vaak bij mijn moeder eten.” Die woont vijf minuten rijden verderop. „Dat is ook zo: de wegenbelasting en de verzekering moet ik ook nog betalen.” Een auto is in Bad Nieuweschans een eerste levensbehoefte, zegt hij. „Anders kom je nergens. En de trein is veel duurder.”

Bad Nieuweschans in Groningen ligt midden op het platteland. Het waait er vrijwel altijd. Mensen wonen er meestal omdat ze er zijn opgegroeid en er familie hebben, of omdat ze er per ongeluk zijn beland. De woningen zijn goedkoop, dus wie een kleine beurs heeft en in dit deel van Nederland op zoek gaat, belandt vaak hier.

Van de 711 ‘Schansker’ huishoudens kunnen 235 de gestegen energiekosten niet betalen, blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In Bad Nieuweschans gebruikte een huishouden in 2020 gemiddeld 1.530 kuub gas – veel meer dus dan de 1.200 kuub, het verbruik waarvoor vanaf 1 januari een maximumprijs gaat gelden.

Reny Bos komt niet in aanmerking voor de energietoeslag van 1.300 euro die de overheid uitdeelt, zegt hij, omdat hij officieel meer dan de gehanteerde bovengrens van 1.310,05 euro voor een eenpersoonshuishouden verdient. „Terwijl mijn inkomen vanwege de alimentatie op het goede bedrag uitkomt, maar dat maakt dus niets uit.”

In de zomer zit Bos uren achter elkaar op het bankje voor zijn deur. „Dan heb ik aanspraak.” Maar hij vreest komende winter: „Dat duister, een winterdepressie ligt op de loer. Ik hoop dat die oorlog in Oekraïne voorbij gaat. We hebben alles aan Poetin te danken.”

De statige woningen in de dorpskern van Bad Nieuweschans contrasteren met de jarenzestig- en -zeventigwijken eromheen, die het grootste deel beslaan. Foto Catrinus van der Veen

Krimpende bevolking

In het dorp, dat onderdeel is van gemeente Oldambt en net buiten het aardbevingsgebied ligt, wonen nu nog 1.342 mensen, maar dat aantal krimpt al jaren. De statige woningen in de dorpskern contrasteren met de simpele jarenzestig- en -zeventigwijken eromheen, die het grootste deel beslaan. Bad Nieuweschans kent geen landbouw en is niet het Groningen van de herenboeren, zoals het omliggende gebied. Het ligt strak tegen de grens met Duitsland aan, en die grens hield het dorp en de economie lange tijd levendig. Er was altijd nieuwe, jonge aanwas. De douaniers, marechaussees en exporteurs die er voor langere periodes woonden, zorgden voor volle cafés en een bruisend verenigingsleven. Maar toen in de jaren negentig het Verdrag van Schengen in werking trad en vrij verkeer tussen de Nederland en Duitsland mogelijk werd, was in het dorp in één klap veel minder werk.

De grens zorgt nog steeds voor wat reuring: 80 procent van de klanten van supermarkt Coop komt ervandaan. Die slaan koffie en blikjes drinken in – hier een stuk goedkoper dan daar – maar gaan direct weer terug naar huis. Het levert de inwoners weinig op.

In een poging het dorp weer smoel te geven, werd er in 2009 een naamsverandering doorgevoerd: Nieuweschans kreeg ‘Bad’ voor zijn naam, om vooral Duitse toeristen erop te attenderen dat dit plaatsje een kuuroord heeft. Het wellness-resort aan de rand van het dorp trekt jaarlijks zo’n 200.000 bezoekers, die komen voor de bubbelbaden en sauna’s die ze voor zo’n 40 euro per dag mogen gebruiken. Maar ook van die bedrijvigheid merken de meeste inwoners weinig: gasten rijden vanaf de A7 in een rechte lijn naar het resort, waar ze ook kunnen eten.

„Daar was een kruidenier en daar een café”, zegt Harm-Arend Meijer (76), die hier al zijn hele leven woont en secretaris is van de vereniging Dorpsbelangen Bad Nieuweschans. Hij wijst naar statige vrijstaande panden in de historische dorpskern. „En daar, daar was ook nog een winkel.” Maar de laatste tien jaar is het achteruit gehold. „Nu is er niets.”

De gymvereniging is weg. De tennisvereniging is nog maar 40 procent van wat ze een paar jaar geleden was. De muziekvereniging: weg. Binnenkort moet het zwembad in het nabijgelegen Finsterwolde waarschijnlijk sluiten.

In Bad Nieuweschans zijn mensen bang dat die stijgende energieprijzen de initiatieven die er nog wél zijn de das om doen. Dat het laatste beetje leven uit het dorp wordt geperst. Er staan al twee horecagelegenheden te koop, en de enige overgebleven kroeg van het dorp, De Kannonier, zit in zwaar weer. „Mensen kopen gewoon goedkoop bier in de supermarkt, dat ze opdrinken in cafés aan huis: zelfgebouwde barretjes”, zegt een medewerker die niet met zijn naam in NRC wil. Hier kost een flesje Hertog Jan 2,25 euro, in de Coop veel minder.

De grens zorgt nog steeds voor wat reuring: 80 procent van de klanten van supermarkt Coop komt ervandaan. Foto Catrinus van der Veen

Van de gemeente verwachten veel Schanskers helemaal niets. In dit deel van Groningen is het vertrouwen in de politiek van oudsher laag, en dat gevoel wordt door de stijgende prijzen versterkt. „Ik heb de indruk dat ze ons gewoon willen laten voelen wat armoede is”, zegt een veertiger in café De Kannonier.

Hij voelt de armoede. Tijdens de coronalockdowns raakte hij al zijn spaargeld en zijn onderneming kwijt. Hij verdient nu een minimum inkomen en zou daarom in aanmerking moeten komen voor de 1.300 euro energietoeslag die het kabinet heeft beloofd, maar omdat hij particulier onderhuurt en geen eigen aansluiting heeft, krijgt hij die niet. „Het geld is op”, zegt hij. „Ik eet wel een bakkie droge rijst als ontbijt.”

Gezina Metting (71) draait een dienst in de tweedehandskledingwinkel van een vriendin. Ze woont al haar hele leven in het dorp en ziet het achteruitgaan. „Er zijn nergens geen potjes geld meer voor”, zegt Metting. „Alles verpaupert. Kijk dat voetpad bij de supermarkt bijvoorbeeld, de stenen liggen er ongelijk in. Dat zie je overal.”

Net als andere inwoners denkt Metting dat Blauwestad „het geld heeft weggetrokken”. Blauwestad is een ambitieus woonproject op voormalig akkerland, vijftien kilometer verderop. Het werd bedacht om het arme Oost-Groningen te verrijken, door onder meer welgestelde westerlingen met behoefte aan rust naar het noorden te lokken. „In Nieuweschans is al twintig jaar niets gebouwd”, zegt ze. Er zijn volgens de gemeente „vergevorderde” plannen voor negentien nieuwe gezinswoningen, maar wanneer die klaar zullen zijn, is onduidelijk.

Blauwestad heeft ondertussen ook een aanzuigende werking op jonge mensen uit Bad Nieuweschans, ziet Meijer van de dorpsvereniging. „Juist de inwoners die Nieuweschans jong houden, vertrekken.”


Lees ook: Van mislukt project tot gewilde woonplaats: het succes van Blauwestad

De wethouder is vandaag naar het dorp gekomen. Gert Engelkens (PvdA) heeft armoede, leefbaarheid en wonen in zijn portefeuille. Hij is samen met de plaatselijke woningbouwcorporatie „naar verduurzaming aan het kijken”, vertelt hij. Er gaat dezer dagen een energiecoach langs de deuren, om onder meer te adviseren over wat er verbeterd en gesubsidieerd kan worden. En er wordt „binnenkort gepraat” over het nemen andere maatregelen, zegt Engelkens, die zelf in Winschoten woont, dat bij dezelfde gemeente Oldambt hoort. Wanneer gaat dat gebeuren? „Het liefst zo snel mogelijk. Je moet natuurlijk wel afstemmen wat het beste is: je kunt niet zomaar van alles doen zonder te weten of het echt werkt.”

Wat vindt hij ervan dat bewoners er weinig vertrouwen in hebben dat de gemeente het dorp erbovenop gaat helpen? „Hier zeggen ze wel eens: het was niks, het is niks en het wordt niks. Zo ben ik niet, ik zie kansen en mogelijkheden.” Een van de projecten waar Engelkens trots op is, is de verrijkte schooldag op de basisschool, die negentig leerlingen heeft. Op woensdag krijgen kinderen extra les over bijvoorbeeld cultuur of gezondheid. „Het idee erachter is dat ook arme kinderen de kans krijgen om talenten te ontdekken en ontwikkelen.”

In Bad Nieuweschans staan twee horecagelegenheden te koop. Er is nog een kroeg over, en die zit in zwaar weer. Foto Catrinus van der Veen

Houtkachel

In de Rabenhauptstraat heeft de gemeente een ‘modelwoning’ gekocht. Daar worden onder meer slimme isolatiemogelijkheden gedemonstreerd die buurtbewoners vervolgens zelf kunnen toepassen. Dat initiatief, dat deel uitmaakt van het project Kans voor Schans leidt tot enige scepsis, zeggen de buren.

Zij constateren dat er weinig gebeurt. „Ze hebben aan het begin van de zomer wat korreltjes in de muur gedaan”, zegt Erna Smook, „toen kwam minister Bruins Slot [van Binnenlandse Zaken] kijken. Maar daarna hebben we niets meer gehoord.”

„Kom maar even bij ons binnen”, zegt Smook. „Wij hebben eigenlijk ook een modelwoning.”

Erna Smook en Hildo Visser zijn gepensioneerd en niet rijk, maar ze hebben verduurzaming altijd prioriteit gemaakt sinds ze hun jarenzeventighuis in 1992 voor 90.000 gulden kochten. „Vanwege het klimaat, maar natuurlijk ook vanwege het geld dat je ermee bespaart.” Ze isoleerden alles goed. De huiskamer en de slaapkamer verwarmen ze sinds kort met een airco, waarvoor de elektriciteit met hun zonnepanelen wordt opgewekt. „Toen de oorlog in Oekraïne begon, zijn we gelijk van het gas af gegaan.”

Als deze winter blijkt dat ze het met alleen de airco’s niet warm genoeg krijgen, gaat de houtkachel aan. In de loop der jaren hebben Smook en Visser dertig kuub hout bij elkaar gesprokkeld (vooral aanbiedingen, maar ook op straat), genoeg voor zeker drie jaar stoken. Alles is uitgestald rondom het huis. In de voortuin staat al een laadpaal, voor als ze zichzelf binnenkort een elektrische auto kunnen veroorloven. „Wij lachen Poetin keihard uit.”

Erna Smook en Hildo Visser verwarmen hun huis met een airco op zelf opgewekte stroom. Als dat niet genoeg blijkt, hebben ze genoeg hout gespaard voor drie winters. „Toen de oorlog in Oekraïne begon, zijn we gelijk van het gas af gegaan.” Foto Catrinus van der Veen