Kabinet wil dat ouders kinderen minder vaak naar de psycholoog sturen: ‘We problematiseren te snel’

Jeugdzorg De jeugdzorg loopt alsmaar verder vast, wat leidt tot lange wachtlijsten. Vaak wordt gewezen naar het decentralisatiebeleid van de afgelopen kabinetten als de boosdoener.

Staatssecretaris Maarten van Ooijen is verantwoordelijk voor de jeugdzorg.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen is verantwoordelijk voor de jeugdzorg.

Foto Robin Utrecht/ANP

Het kabinet wil dat ouders hun kinderen minder vaak naar de jeugdzorg sturen wanneer zij psychische problemen hebben. Dat zei staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, VVD) donderdag tegen het AD. Daarom gaat hij bijeenkomsten organiseren met ouders en instanties, waarin besproken zal worden hoe kinderen geholpen kunnen worden zonder het jeugdzorgsysteem verder te belasten. Volgens Van Ooijen moet Nederland zich de vraag stellen waarom „zoveel jongeren gestrest en eenzaam” zijn, in plaats van „altijd maar naar jeugdzorg te wijzen”.

Van Ooijen wijst naar het Nederlandse gezinsleven als oorzaak van toenemende psychische klachten bij kinderen. Volgens de staatssecretaris kampen veel gezinnen met opvoedingsproblemen door het „hoge aantal scheidingen” in Nederland. Bovendien „problematiseren we te snel” wanneer kinderen kampen met problemen. „We moeten onze kinderen af en toe ook de ruimte geven om te vallen”, aldus Van Ooijen. De staatssecretaris is „benieuwd” is wat voor ideeën uit de bijeenkomsten komen. Zelf heeft hij al wat ‘denkrichtingen’. Zo moet meer worden geïnvesteerd in plekken waar kinderen kunnen „rondhangen”.

De jeudgzorg, waarvoor Van Ooijen verantwoordelijk is, loopt alsmaar verder vast. Dat leidt tot lange wachtlijsten, óók voor jongeren met ernstige psychische problemen. Vaak wordt gewezen naar het decentralisatiebeleid van de afgelopen kabinetten als de boosdoener. Intussen wil kabinet-Rutte IV het mes zetten in de jeugdzorg, die zou namelijk te duur zijn geworden voor de gemeenten. In maart van dit jaar sloten vakbond FNV en werkgevers in de jeugdzorg een principeakkoord waarin de jeudgzorgwerknemer ontlast wordt, maar waardoor de wachtlijsten waarschijnlijk verder zullen oplopen.

Van Ooijen voorziet dat zijn plan zal stuiten op kritiek: „Ik weet dat de eerste reactie op dit pleidooi zal zijn: de overheid wil alleen maar bezuinigen! Maar hé: 25 jaar geleden kreeg 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, nu is dat in sommige steden al 1 op de 6.” Landelijk ontvangt zo’n 1 op de 12 kinderen jeugdzorg. Volgens Van Ooijen is er „iets in onze samenleving geslopen, waar we het echt met elkaar over moeten hebben”.


In 2017 schreef NRC al over groeiende wachtlijsten: Wachttijden jeugdzorg zijn te lang