Raad van State geeft kabinet en ook projectontwikkelend Nederland wat lucht in stikstofdossier

Analyse

Uitspraak Raad van State Stikstofneerslag meten kan en mag binnen de afkapgrens van 25 kilometer, oordeelde de Raad van State woensdag. Daarbuiten is goed onderbouwde meting niet mogelijk. Dankzij de uitspraak is er minder risico dat allerlei bouw- en infrastructuurprojecten niet door kunnen gaan.

Natura 2000 gebied bij Kootwijk, een terrein van Staatsbosbeheer.
Natura 2000 gebied bij Kootwijk, een terrein van Staatsbosbeheer.

Foto Eric Brinkhorst/ANP/HH

Eindelijk een opsteker in het diep droevige stikstofdossier – zo zal het kabinet de tussenuitspraak van de Raad van State woensdagochtend hebben ontvangen. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de door de minister vastgestelde ‘afkapgrens’ voor stikstofneerslag van 25 kilometer voor individuele projecten in stand mag blijven. Dat is bijzonder goed nieuws voor het kabinet en voor heel projectontwikkelend Nederland, dat tegen opnieuw maandenlange vertragingen van vergunningverlening aankeek bij het verdwijnen van de afkapgrens.

Nog geen uitspraak over tracé A15

De tussenuitspraak volgde na ruim twee jaar procederen over het tracébesluit ViA15, de plannen voor het doortrekken van de A15 richting de A12 bij de Duitse grens. Over het tracébesluit deed de Raad woensdag nog geen definitieve uitspraak. Vanwege het grote maatschappelijk belang werd er eerst naar de kwestie rond de afkapgrens gekeken. De centrale vraag daarbij: tot op hoeveel kilometer van een individueel project moet je stikstofneerslag meten – van groot belang voor vergunningverlening voor alle bouwprojecten en veehouderijen die stikstof uitstoten.

Die afkapgrens voor individuele projecten lag tot 2022 op 5 kilometer, maar is na een eerdere tussenuitspraak van de Raad van State door de minister vastgesteld op 25 kilometer. Vanuit milieuorganisaties klinkt stevige kritiek op de wetenschappelijke onderbouwing van deze 25-kilometergrens. Zij spreken van een nieuw geitenpaadje voor het verlenen van vergunningen, waarbij alle stikstof die buiten de grens van 25 kilometer neerkomt niet wordt meegerekend. Het was aan de Raad van State om te beoordelen of de onderbouwing van de 25-kilometergrens, mede op basis van onderzoek door het RIVM en TNO, sterk genoeg was.

De uitkomst is het best samen te vatten als: je moet ergens een grens trekken, en deze grens is het beste wat er met de wetenschap van nu beschikbaar is, zo zegt advocaat omgevingsrecht Rachid Benhadi. „De rechter zegt eigenlijk dat je vanaf 25 kilometer niet meer met genoeg zekerheid kunt zeggen of een bepaalde stikstofdepositie van een individueel project afkomstig is. En met die onzekerheid kun je dus ook geen vergunning weigeren. Met het huidige rekenmodel en de grens van 25 kilometer kan dat wel, en dit kan daarom in stand blijven.”


Lees ook: Vier projecten die laten zien hoe indringend de stikstofcrisis in Nederland is

Verrassende uitkomst

Dat de Raad van State de kant van het kabinet kiest, komt voor veel juristen als een verrassing. In het jarenlange en soms zeer technische traject lieten de rechters zich adviseren door de STAB, een adviescollege voor bestuursrechtspraak over ruimtelijke ordening en milieu. De experts stelden in hun advies dat de wetenschap nergens een maximale afkapgrens voorschrijft. De keuze van de minister om naar 25 kilometer te gaan, is volgens hen ook niet gemaakt op basis van nieuw wetenschappelijk inzicht.

Vooraf hielden juristen en andere deskundigen er dan ook rekening mee dat het eindoordeel van de Raad van State heel goed anders kon uitvallen, en dat de afkapgrens van 25 kilometer niet langer gebruikt mocht worden. Maar de Raad oordeelt anders. De minister heeft de afkapgrens vastgesteld op basis van de „beste wetenschappelijke kennis”, zo stelden de rechters woensdagochtend. De afkapgrens van 25 kilometer is daarom „aanvaardbaar”. Bovendien wordt er in omringende landen ook met vergelijkbare afkapgrenzen gerekend – waarbij de afstanden soms zelfs kleiner zijn.

De rechters erkennen wel dat stikstof wel degelijk verder dan 25 kilometer neerkomt, en wijzen de overheid op haar verantwoordelijkheid om de totale hoeveelheid stikstof op Nederlandse natuurgebieden terug te dringen. De stikstofaanpak van het kabinet bevindt zich momenteel in een politieke impasse. Woensdag werd in de Tweede Kamer fel gedebatteerd over het al dan niet gedwongen uitkopen van piekbelasters, en of de stikstofdoelen in 2030 of 2035 gehaald moeten worden.

Minister: goed nieuws

De uitspraak is evengoed een belangrijke opsteker voor het kabinet, dat in november de bouwvrijstelling al zag verdwijnen – waarmee de stikstofuitstoot in de bouw niet meetelde voor de vergunningaanvraag. Het gevolg was dat de bouw van bijna honderdduizend woningen flink vertraagd wordt. Was rekenmodel Aerius door het wegvallen van de afkapgrens onbruikbaar geworden, dan had dit verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de bouw van woningen en de aanleg van wegen en bruggen.

Stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) noemt de tussenuitspraak dan ook „goed nieuws”. Maar, zo stelt de minister, „dat wil niet zeggen dat we meteen ook uit de knel zijn”.

Vanuit milieuorganisaties klinkt vooral teleurstelling. MOB, een van de bezwaarmakers in de zaak-ViA15, laat weten de uitspraak van de Raad „curieus” te vinden. De druk op het kabinet om de piekbelasters aan te pakken is „alleen maar groter” geworden, meent MOB-voorzitter Johan Vollenbroek.


Lees ook: de stikstofuitspraak in de Porthos-zaak blokkeert de grote ambities van kabinet