N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Auto
Over de Nissan Ariya las ik lauwe verhalen. Maar het interieur valt me mee. Er schurkt geen vette middenconsole tegen de rechterknie en de rust voor het oog is weldadig. Op het dashboard loopt in een moedig geambieerde BMW- en Mercedes-stijl een Berlijnse muur van schermen. De poging struikelde over de onneembare cultuurkloof. Grafiek en resolutie bleven knullig op zijn Nissans, een soort AD voor het oog. De draadloze telefoonlader zit onhandig in een gleuf onder de middenarmsteun, die je moet opklappen om je telefoon eruit te krijgen. De besturing is volkomen contactloos, al is het stuur fijn in hoogte en diepte verstelbaar. De versnellingshendel is een onnavolgbaar muisachtig geval, alleen verzonnen om maar niet op anderen te hoeven lijken, en de harde stoelen met hun vlakke rugleuningen zitten niet aangenaam. Toch ben je opgelucht. Tot je bij afslaan of inhalen over je schouder kijkt. Je ziet de doodste hoek ooit. De voet van de C-stijl meet van achterzijruit tot achterruit 1 meter 20. Moet ik weer gaan mokken, en het ging net zo lekker tussen ons. Nissan ten voeten uit. Stappen zetten, eigen glazen ingooien.
Wat iedereen vergeet, is hoe dit door de energietransitie ingehaalde merk ruim tien jaar geleden tot de voorhoede behoorde met de Leaf. Hij zag er niet uit, actieradius en laadsnelheden waren ruk, maar voor 33.000 euro was hij de eerste voor die tijd betaalbare elektrische gezinsauto: een opgetuigde Golf kostte toen bijna evenveel. In 2017 kwam er een opvolger, iets aantrekkelijker en op alle relevante punten beter, theoretisch precies de ruime, functionele hatchback die de wereld nodig had – maar technologisch weer geen benchmark. Intussen bouwde Nissan als voorheen oenige suv’s voor boomers die zich steeds vaker in een Kia of Hyundai lieten lokken.
Nu is Nissan een lame duck. De eerste stekker-suv van het huis komt te laat en geeft te weinig. De Ariya laadt te langzaam en is veel te duur. Bovendien landt hij ongelukkig in de prijsklasse van een crossover die op alle fronten beter scoort, de Tesla Model Y. Voor hetzelfde geld als mijn test-Nissan verkoopt Elon een Performanceversie met een actieradius van 514 kilometer, een topsnelheid van 250, een veel lager verbruik, een beter uitzicht en haast twee keer de snellaadsnelheid van de Nissan.
Indrukwekkende stilte
Toch bevalt de Ariya me niet slecht. Voor en achter is hij erg ruim, de afwerking is van niveau, de stilte indrukwekkend, over het dashboard ben ik best te spreken. Mooi sober, met de aanraaktoetsen voor de noodzakelijke klimaat- en verwarmingsfuncties vrij zwevend op het houten oppervlak. Op de middentunnel zitten er nog een paar voor de rijsettings, het e-pedal voor extra energieterugwinning en het elektronisch inparkeren. Zelfs Alexa is aan boord. De sfeerverlichting houdt zich keurig in. Een wrap-around sierlijn over deurpanelen en dashboard is discreet gedimd, de sierpanelen in de deuren schijnen in een prettig onnadrukkelijk zwart-wit.
Voor de 87kWh-batterij geeft Nissan een bereik tot 533 kilometer op, wat zou neerkomen op een verbruik van 16,3 kWh op 100 kilometer. Dan zou het minstens 30 graden en windstil moeten zijn. Op Hollands zeikerige maartdagen is het vrijwel onmogelijk onder de 20 kWh te komen, waardoor het realistische bereik de 400 nooit substantieel zal overschrijden. Dat is voor zo’n enorm accupakket beschamend weinig. Hij is te groot, te hoog, te log en te zwaar. Ik heb mijn best gedaan. Bij vertrek vanaf de importeur met een voor 97 procent geladen batterij voorspelt de boordcomputer een bereik van 362 kilometer. De eerste signalen zijn gunstig. Het verbruik zakt op het eerste, kalme stuk van Amsterdam naar Groningen naar 18,9 kWh door het lage tempo op de Ring en een verbruiksdempende 70-kilometerzone op de A6. Daarna loopt het, als de kruissnelheid naar 100 stijgt en de aanwakkerende tegenwind begint op te spelen, snel op naar 20,4, wel over uitsluitend snelweg in de regen. Bij aankomst na 180 kilometer zit de accu niettemin nog net halfvol. Ik had zonder bijladen met wat geluk retour naar Amsterdam gekund. Maar het concept is er niet naar. Dit is een auto voor de bühne: kijk ons van Nissan eens de nieuwe tijd aanvoelen. Intussen is hij te duur voor particuliere aankoopsubsidie en verdampen de bijtellingvoordelen voor stekkerauto’s in hoog tempo. Dan is foutloos meesterschap je enige wapen. Helaas.