N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Durf te vragen Een baby moet baden in water dat precies de juiste temperatuur heeft. Hoe kun je dat testen?
Jonge baby’s zijn geen gemakkelijke wellness-klanten. Hun badwater moet niet te warm zijn en niet te koud – tussen de 37 en de 38 graden, om precies te zijn. Kouder en ze raken onderkoeld, warmer en ze raken oververhit – of zelfs verbrand – wanneer wijzelf nog niet eens met onze ogen zouden knipperen.
Veel jonge ouders kopen daarom een badthermometer. Als je die niet hebt, dan steek je gewoon je elleboog in het water om de temperatuur te checken. Tenminste, aldus volkswijsheid, kraamzorg, handboeken, blogs en websites. Maar waarom eigenlijk? Waarom niet voelen met een hand, pols of pink?
Eerst maar eens zoeken op internet. De combinatie ‘baby’ en ‘badwater’ levert vooral spreekwoordelijke contexten op; ‘elleboog’ en ‘watertemperatuur’ vooral advertenties voor koppelstukjes voor thermostaatkranen. En verder dus die overdaad aan volkswijsheid.
Een etmaal wachten
De wetenschappelijke literatuur rept van geen elleboogtest. Er zijn wel veel artikelen over het baden van baby’s, maar alleen over voor- en nadelen van baden vlak na de geboorte. In een Braziliaans onderzoek onder 150 pasgeborenen raakte bijvoorbeeld ruim 40 procent onderkoeld door een bad in het eerste etmaal. Een Amerikaanse studie liet zien dat de kans op succesvolle borstvoeding bijna 60 procent hoger ligt als je een etmaal wacht met het eerste bad. En volgens ander Amerikaans onderzoek maakt baden niet uit voor de kolonisatie door schadelijke bacteriën.
Maar hoe zit het nu met die elleboogtest? „Enige evidence heb ik nooit gezien”, zegt verloskundige Mariël Croon. Samen met Beatrijs Smulders schreef zij de succesvolle boeken Veilig zwanger en Veilig bevallen – en tegenwoordig is ze directeur communicatie bij het Rotterdamse Erasmus MC. „Ik heb altijd geleerd dat je handen een hogere temperatuur kunnen verdragen dan je elleboog”, zegt ze, „en dat je handen dus minder betrouwbaar zijn. Ook omdat ze een dikkere huid hebben en meer gewend zijn aan hitte.”
Sommige mensen hebben eeltige ellebogen en voelen daar weinig mee – juist minder dan met hun handen. Vandaar dat bepaalde bronnen een polscheck aanraden, ook bijvoorbeeld voor babymelk uit een flesje. Maar er is geen studie te vinden die de gevoeligheid test van elleboog versus hand, pols of pink.
Dat zegt ook Chris van den Akker, kinderarts en neonatoloog bij het Amsterdam UMC. „Volgens mij is het een oud internationaal bakerpraatje”, zegt hij over de elleboogtest. Hij verwijst naar een blog op de website van het British Medical Journal dat stelt dat de elleboog juist níet geschikt is voor het testen van badwatertemperatuur. De auteur, Andrew Burd, hoogleraar plastische chirurgie aan de Chinese University of Hong Kong, beschrijft een geval van een baby die ernstig verbrand raakte in een ziekenhuis. De verpleegkundige kreeg een reprimande omdat zij het badwater niet had getest met haar elleboog.
Potentieel gevaarlijk
„Welk bewijs er bestaat voor de elleboogtest? Eerlijk gezegd: geen enkel. Het is zelfs potentieel gevaarlijk”, schrijft Burd. „Dit is weer zo’n dubieuze praktijk die van leerboek naar leerboek springt zonder enig bewijs voor een grotere gevoeligheid van de elleboog.”
In zijn workshops brandwondenpreventie raadt Burd een handtest aan. Dat doet ook de gezaghebbende Amerikaanse Mayo Clinic op zijn website. Wie helemaal veilig wil zitten, gebruikt hand, pols én elleboog. Of een thermometer. En wacht een etmaal met baden.
Dat laatste zegt ook Mariël Croon. „Behalve als het vruchtwater bruin is. Maar maak het badje in elk geval niet te lauw. Zesendertig graden is echt te koud. Je ziet het meteen: dan gaat je baby huilen.”