‘Graaien’, zegt de schatzoeker die op de zeebodem op de vondst van zijn leven stuit

ZAP In de documentaire De jurk en het scheepswrak navigeert maker Arnold van Bruggen tussen de claims van duikers en wetenschappers. Van wie is de schat?

De jurk en het scheepswrak: amateur-duikers van Texel vonden een onderwaterschat in een scheepswrak in de Waddenzee
De jurk en het scheepswrak: amateur-duikers van Texel vonden een onderwaterschat in een scheepswrak in de Waddenzee

Foto NTR

Italië heeft Pompeï, en ‘wij’ hebben de Waddenzee. Wie die wij zijn, dat is de vraag. Zijn het de duikers die in 2014 op een ‘maagdelijk’ wrak doken en handen, nee krátten vol kostbaarheden naar boven takelden, waaronder een puntgave, 17de-eeuwse zijden japon? Zij vinden van wel. Annet van Boven, duikster van Duikclub Texel zegt het nog netjes tegen Arnold van Bruggen, maker van de driedelige documentaire De jurk en het scheepswrak: „Wij op Texel zijn omringd door water en eigengereid. We hebben onze eigen wereld, de rest is de overkant.” Hún eiland, hún zee, en alle „rommel” op de bodem ervan is ook van hen.

Niet dus. Niet als die rommel een unieke vondst blijkt, waar wetenschappers van over de hele wereld van watertanden. Aardewerken kruiken, servies van porselein, leren boekomslagen, stammen van palmhout, textiel, sieraden, gouden munten, parels misschien. Bijna vierhonderd jaar lag het ‘ingezand’ onder de oppervlakte, al die eeuwen is het door geen mensenhand beroerd en dus onbedorven. Uniek!

Hartstikke illegaal

Maker Arnold van Bruggen navigeert in het eerste deel dat maandag werd uitgezonden knap tussen de ‘duikers’ en ‘de overkant’. Soms wint hij je voor het „jongensboek” over de duikers. Schatzoekers die de vondst van hun leven doen. Dan stuit je op een wrak, vertelt er één, en het paarlemoer „glimt zo tegen je aan”. Wat doe je dan? „Graaien.” Wat die vier duikers in 2014 precies boven water haalden, blijft vaag. Ze zullen wel gek wezen. Ze wisten, ze hadden moeten weten, ze weten in elk geval nu dat wat ze deden hartstikke illegaal is. De Rede van Texel, waar menig schip zonk, is Rijksmonument. Ook wat er ónder de zeebodem ligt is cultureel erfgoed en daar dien je af te blijven. Maar ja, hoe redeneert een amateurduiker? „Een inbreker wil in de kluis kijken, wij in de kist.”

Het jongensboek van de duikers, is regelrechte horror voor archeologen, historici, restaurateurs. Zie hoe ze de schatten uit het wrak gehandschoend aaien met hun kwastjes. Een preparaat van stuifmeel, aangetroffen op een zaadje aan boord. Een textielvezel. Schoenzolen. Dui-zen-den objecten bewaard als in een tijdscapsule. Alleen: is de vondst wel compleet? Hebben de duikers alles opgedoken, en vooral, hebben ze alles wat boven water kwam wel overgedragen aan de bevoegde instanties? Daarover geeft de documentaire uitsluitsel. Nee. We zien eilandbewoners bronzen objecten uit hun tuinvijver vissen, antiek oorlogstuig bewaren in een tonnetje zeewater, en een van de duikers maakt lampen van wrakhout en gejut metaal. O, mag hij die stammetjes 17de-eeuws palmhout niet meer gebruiken? Prima, neemt hij eikenhout.

Die jurk van rood met gouden zijde was het klapstuk van de vondst. De textielconservator van het Rijksmuseum en de restaurator van de London School of Historical Dress zijn lyrisch. „Dit is een jurk zoals we die alleen van schilderijen kennen.” Deze vondst is „diep en mythisch”, als de Odyssee van Homerus is het een verhaal van een reis. En dan nu hoe de duikers die jurk „als een pak natte kranten” oppakten, „een rode wolk stofdeeltjes steeg eruit op”. Ermee aangekomen op het clubhuis hebben ze ’m „heel voorzichtig” uitgespoeld met de tuinslang. Duikster Annet van Boven kon ’m zo aantrekken, zegt ze, zo soepel was de stof. Ze weet inmiddels dat het slimmer is om te zeggen dat het gekund hád, maar dat ze het niet heeft gedaan.

Welke ‘wij’ wordt het? De ‘eerlijke’ vinders die Texel en al het water eromheen claimen? Of de wetenschappers die andermans vondst opeisen en het scheepswrak bestempelen tot Pompeï. „Daar pakt ook niet iedereen zo maar wat mee.” De schat is de duikers inmiddels een vloek geworden. „Vind je wat, ben je een boef.” Gevangenisstraf is niet ondenkbaar. Dat is nog es een cliffhanger.