Adder, konijn en egel slachtoffer van tanende Nederlandse natuurkwaliteit

Onderzoek WNF Het Wereld Natuur Fonds publiceert in een rapport stevige conclusies over de staat van de Nederlandse natuur. Planten en dieren hebben steeds minder ruimte.

De patrijs is een van de diersoorten die het moeilijk heeft in Nederland.
De patrijs is een van de diersoorten die het moeilijk heeft in Nederland.

Foto Caspar Huurdeman/ANP/Hollandse Hoogte

Ondanks enkele lichtpuntjes op gebied van natuurherstel is de algemene gezondheid van de Nederlandse bossen, heiden en duinen er beroerd aan toe. Door verdroging van zandgronden dreigt veel natuur verloren te gaan, natuurgebieden zijn te versnipperd om duurzame biodiversiteit te ontwikkelen en hersteloperaties zijn snel nodig om het tij te keren, maar daarvoor is de stikstofneerslag te hoog.

Donderdag publiceerde het Wereld Natuur Fonds (WNF) enkele stevige conclusies over de staat van de Nederlandse natuur, waar planten en dieren steeds minder ruimte hebben. Sinds 1990 daalde de populatieomvang van diersoorten in open natuurgebieden met 60 procent. De zomertortel, patrijs, veldleeuwerik, kwabaal, adder, het donkere pimpernelblauwtje en de rugstreeppad zijn enkele voorbeelden van soorten die er slecht aan toe zijn.

De kans om een paapje, adder of heivlinder tegen te komen tijdens een wandeling over de hei, is steeds kleiner door versnippering van gebieden. Maar ook dieren die tot voor kort meer zichtbaar waren voor publiek, zoals konijnen en egels, lijden onder de tanende natuurkwaliteit van landschappen. Op agrarische grond hebben weide- en akkervogels het zwaar, net als verschillende soorten insecten.

Natuurvriendelijke oevers

Toch noemen de onderzoekers ook enkele positieve ontwikkelingen: de otter, die eerder deze week voor het eerst in zestig jaar zijn rentree maakte in de Biesbosch, gedijt goed dankzij natuurvriendelijke oevers en faunapassages rond wegen. Ook de bever profiteert van dat soort ontwikkelingen. Andere soorten die zich vaker laten zien zijn spechten in de bossen en franjestaarten. De slechtvalk, de snelste vogel op aarde, dankt de toegenomen populatie in bebouwde gebieden aan nestkasten.

Op de keper beschouwd hebben natuurhersteloperaties nu vooral gevolgen voor waternatuur, als riveren en laagveenmoerassen. Zoet water is over het algemeen schoner geworden, maar er zijn meer maatregelen nodig om te voldoen aan de Europese eisen voor grond- en oppervlaktewater. Ook heeft de natuur zich op veel plekken langs rivieren en plekken goed ontwikkeld. De pogingen tot natuurherstel hebben daarentegen minder succes op land: daar zal Nederland volgens de onderzoekers meer in moeten investeren.