Slijt een stroomdraad als er stroom doorheen loopt?

Durf te vragen Individuele elektronen kruipen heel langzaam door een koperdraad: 7 centimeter per uur.



Foto Getty Images

Elektronica gaat soms kapot: je smartphone houdt ermee op, de broodrooster begint te roken. Komt dat door slijtage van de stroomdraad? Per slot van rekening lopen daar elektronen doorheen, en waar gelopen wordt, is wrijving – of liever gezegd weerstand, in dit geval. Hoe zit dat?

Een relevante vraag, vindt Bas Vermulst, elektronica-expert van de TU Eindhoven. Hij legt eerst uit wat stroom eigenlijk is. Stroom is verplaatsing van elektronen: elementaire deeltjes met een negatieve lading. Ze bevinden zich rondom de kern van een atoom, maar kunnen ook van het ene naar het andere atoom overspringen. „Het zijn eigenlijk pakketjes lading”, zegt Vermulst. „Op kleine schaal hebben ze quantummechanische eigenschappen, bijvoorbeeld dat ze tegelijkertijd zowel een golf als een deeltje zijn. Op grotere schaal gedragen ze zich als een continue stroom, vergelijkbaar met watermoleculen die samen door een tuinslang stromen. In dit geval een stroom van lading.”

Thermische effecten

Individuele elektronen kruipen relatief langzaam door een koperdraad: met zo’n 20 micrometer per seconde, oftewel 7 centimeter per uur. „Een elektron doet er vele uren over van de schakelaar naar de lamp”, zegt Vermulst. „Maar als aan de ene kant een elektron een draad in gaat, dan komt er vrijwel meteen aan de andere kant een ander elektron uit. Zo verplaatst de lading zich met zo’n 180.000 kilometer per seconde.”

Tijdens het hoppen tussen de atomen ondervinden de elektronen hinder. „Net als een rivier: die gaat bergafwaarts ook niet steeds sneller stromen”, zegt Vermulst. „De elektronen moeten zich door het atoomrooster heen werken en ondervinden daar thermische effecten.” Bij temperaturen boven het absolute nulpunt (-273°C) trillen alle deeltjes namelijk in het rooster. Dat levert botsingen op, waardoor de elektronen energie verliezen. „Alleen vlak bij het absolute nulpunt gebeurt iets bijzonders: de weerstand is dan opeens nihil. Dat heet supergeleiding.”

Supergeleiding zorgt, in sterk gekoelde machines, onder meer voor de supersterke magneetvelden van een MRI-scanner of een deeltjesversneller. Maar dat koelen lukt niet in je smartphone of laptop. Daardoor is er in consumentenelektronica altijd weerstand en treden er thermische effecten op. „Die kunnen uiteindelijk zorgen voor defecten”, benadrukt Vermulst. „Zoals dat het isolerende omhulsel bros kan worden of kan smelten, of de draad zelf kan breken door het steeds uitzetten en krimpen. Dat laatste zien we bij de minuscule interne bedrading van transistoren en chips.”

Smeltende hoogspanningsdraden

Stroomdraden slijten dus niet, aldus Vermulst. Er is één uitzondering: als de stroom te groot wordt, kan er zoveel warmte ontstaan dat de draad smelt. Dat is wat er onlangs in Flevoland gebeurde: smeltende hoogspanningsdraden zakten op de bovenleiding, waardoor daar maandenlang geen treinen konden rijden. Een rokende broodrooster heeft een ander probleem: stof of broodkruimels die aan de draden vastkleven.

Is er iets te doen tegen die ‘gewone’ thermische effecten in elektronica? Niet als consument, antwoordt Vermulst. „Het zit hem voornamelijk in het ontwerp. Er is prima rekening mee te houden, maar vaak spelen kosten een rol. Als consument kun je hooguit goed voor je batterijen zorgen. Bijvoorbeeld niet je telefoon of de accu van je e-bike de hele nacht aan de lader leggen.” Het beste is als de lading van een batterij tussen de 20 en de 80 procent blijft, adviseert hij: „Zet bijvoorbeeld een timer op de lader. Dan verliest de batterij jaarlijks maar hooguit een paar procent aan capaciteit, in plaats van 20 procent.”