Een strenge De Bie

Frits Abrahams

Wim de Bie heeft bij zijn dood veel meer aandacht gekregen dan hij zelf voor wenselijk zou hebben gehouden. Al die mensen die in het openbaar luid hun mening over hem en zijn werk gaven – het was niets voor hem. Hij werkte het liefst in stilte, van nieuwsgierigheid naar „de mens achter de artiest” gruwde hij.

In 1997 publiceerde hij een boek, Different koek!, dat bedoeld was als een parodie op de vele (toen al!) Nederlandse talkshows op tv. In een toelichting hekelde hij „die volstrekte onzin van de emotietelevisie”, zoals in De ronde van Witteman, een praatprogramma van Paul Witteman. Ook de kranten kritiseerde hij in dit verband: „Een diepte-interview waarin geen privé-leed wordt aangeroerd, is tegenwoordig nauwelijks meer geslaagd te noemen. Die cultuur is nu ook al tot de zaterdagbijlagen van kwaliteitskranten doorgedrongen.”

Ik begreep wat hij bedoelde, zelf had ik als tv-recensent veel talkshows „vullen met lullen” verweten, maar ik vond wel dat hij overdreef: privé-leed mag in een bepaalde context best en Witteman maakte een serieus programma over zware onderwerpen. Het was typerend voor De Bie dat hij strenger was, ook voor zichzelf – in mijn herinnering heeft hij over zijn privé-leven weinig in het openbaar gepraat. Dat hij aan de ziekte van Parkinson leed, heeft hij niet zelf naar buiten gebracht.

Kees van Kooten bewaakte in dit opzicht ook zijn grenzen, maar is toch veel vaker ingegaan op verzoeken om interviews door bladen en tv-programma’s. Zelf mocht ik hen in 1979 samen interviewen voor de Volkskrant. Ze wilden het toen met hun Simplistisch Verbond over een andere boeg gooien. Ze waren van plan persoonlijker statements af te leggen en actueler te zijn. Het nieuwe motto zou luiden: ‘Op hun pik getrapt’.

Kees lichtte het op een hilarische manier toe: „Dat wordt elke keer een drieluik van types uit verschillende maatschappelijke lagen die zich hetzij in hun kruis getast, hetzij in hun kuif gepikt, hetzij aan hun taas getrokken voelen. Dat is toch de algemene tendens tegenwoordig? Iedereen voelt zich aangevallen. Driekwart van de mensheid gelooft niets en niemand meer en kankert op alles en iedereen.”

En wij anno 2023 maar denken dat de publieke verontwaardiging door Twitter en andere sociale media is uitgevonden.

Wat ik mij van dat interview vooral herinner, is dat Wim spraakzamer en ernstiger was dan Kees. Wim legde uit dat ze genoeg hadden van het absurdisme en exuberante, zoals je dat bij Monty Python zag. John Cleese „in een hele eenvoudige, traditionele situatiekomedie in een hotel” vonden ze weer wél leuk.

Wie bedacht wat? In die kaart hebben ze zich nooit laten kijken. Kees was de taalvirtuoos, de bedenker van veel van hun taalvondsten. Hij liet zich daar nooit op voorstaan, maar aanvaardde in 1999 wel de Groenman-taalprijs voor zijn ‘taalacrobatiek’. Hij was voor mij ook een betere columnist dan Wim.

Wim leek mij de meest geëngageerde van het duo, de man van de morele woede. In een oud fragment hoorde ik hem tekeergaan tegen Wim Kok en diens beruchte uitspraak over het „afschudden van ideologische veren” door de PvdA. Ronald Giphart zei op tv dat Kees en Wim „niet links en niet rechts” waren, maar ik ben er zeker van dat alleen linkse mensen boos waren over die uitspraak.