Israël verkeert in chaos. Artsen staken, universiteiten zijn dicht en het vliegverkeer ligt stil. De reden: grote weerstand tegen de hervormingsplannen van Premier Netanyahu. Redacteur Midden-Oosten Floris van Straaten ziet dat de demonstraties nu massaler zijn dan ooit. Wat betekent dit voor de toekomst van Israël?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]
Vorig jaar verscheen de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. In dat rapport stelt de Rijksoverheid het doel dat in 2030 minstens 30 procent van het bouwmateriaal in 30 procent van de nieuwbouw ‘biobased’ moet zijn. Want biobased bouwen is een mes dat aan drie kanten snijdt: minder uitstoot van stikstof en CO2 in de bouw, meer omschakeling van veeteelt naar akkerbouw op het platteland en tegelijkertijd hoognodig natuurherstel.
Wat betekenen deze doelen in de praktijk? In de Tegenlicht-aflevering ‘Bouwen met de boer’ komen mensen en gebouwen aan bod die laten zien hoe biobased bouwen succesvol kan zijn. Zo telen Luc en Wout de Wit in Utrecht onder meer hennep, waarmee ze biobased tiny houses bouwen.
André Waardenburg
De val van een worstelbaas
De beruchte zakenman Vince McMahon maakte van de Amerikaanse showworstelorganisatie World Wrestling Entertainment (WWE) een miljoenenbedrijf. Worstelaars als Dwayne ‘The Rock’ Johnson en John Cena werden grote sterren. McMahon werd ook een personage in de shows van WWE. Daar speelde hij een schreeuwende baas die constant affaires had met vrouwelijke medewerkers. De echte McMahon overleefde veel schandalen, maar moest vertrekken na beschuldigingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze intrigerende docuserie toont hoe McMahon zijn bedrijf op meedogenloze wijze opbouwde en hoe hij uiteindelijk ten val kwam. Naast journalisten en McMahon zelf komen oude sterren als Hulk Hogan aan het woord.
Thijs Schrik
Zelda als heldin
Hoewel de reeks The Legend of Zelda heet, speelde de titulaire prinses Zelda zelden de hoofdrol. Daar komt met het nieuwe Echoes of Wisdom verandering in. Waar de gebruikelijke held vecht met zwaard en schild, gebruikt Zelda een toverstaf om vijanden te verslaan en puzzels op te lossen. Met je toverkracht maak je bijna ieder object na, wat creatieve probleemoplossing stimuleert. Ravijn waar je niet overheen kan? Tover drie bedden en stapel ze als brug op elkaar. Richeltje te hoog? Maak een spinnetje die een webtouw voor je omhoogschiet. Daarmee leunt Echoes of Wisdom op het creatieve bouwsysteem van de meest recente Zelda, wat hier is gegoten in een stijltje dat doet denken aan de eerste games uit de reeks. Een fijne mix van oud en nieuw.
Bastiaan Vroegop
Museum met vervalste kunst
Tijdens de Maand van de Geschiedenis, die als Thema ‘Echt Nep!’ heeft, komt OVT elke zondag live tot ons vanaf een mooie, bijzondere plek. Deze zaterdag: Museum Valse Kunst in Vledder. Dit museum, opgericht door Henk en Erna Plenter, ontstond nadat zij bij het aankopen van kunst diverse malen bedonderd werden. Ze besloten om de gekochte vervalsingen in een museale context te presenteren. Er hangt een door meestervervalser Geert Jan Jansen vervalste Matisse, er staat zelfs een vervalste Rietveldstoel. Wat beweegt vervalsers eigenlijk, en hoe gaan ze te werk? Daarnaast is er in Valse Kunst nu een expositie te zien van door kunstmatige intelligentie gecreëerde kunst. Uiteraard zijn er tegen dit decor van nepschilderijen ook andere historische actualiteiten te horen.
Rafale. Zo noemt, stel je je voor, een swingende Syriër in LA zijn trattoria op Rodeo Drive omdat hij het best Italiaans vindt klinken. Het is er net naast, maar wel de perfecte stek en authenticiteit kan zijn cultuurloze klandizie toch niks schelen. Die aanzuigende werking hoopt Renault met de Rafale te bereiken. Zijn stijl is niemandsland, maar de prijs-kwaliteitverhouding is op orde en de hybride suv is als een restaurantketen waar iedereen kritiekloos gretig aanschuift. Groot en veel.
Liefhebbers vinden in het coupé-achtige model voor elk wat wils. Royale zit- en met 528 liter behoorlijke kofferruimte, met neergeklapte achterbank 1.600 liter. Laag verbruik van bijna 1 op 20, dat de duurdere en zwaardere plug-in-Rafale overbodig maakt. Een voor zo’n grote auto ongewone wendbaarheid dankzij de meesturende achterwielen van het 4Control-systeem, behalve op de instapversie standaard. Een gezien zijn afmetingen en weelderige uitrusting in de middenklasse schappelijke prijs van rond de halve ton – sorry, het absurde is allang normaal in deze branche. Dat pretpakket verpakt in de nieuwe, met een stanleymes gesneden en door radeloze pogingen tot originaliteit verminkte designstijl van Renault. Nu maar hopen dat hij heel blijft, met die complexe en soms ietwat abrupt optredende aandrijflijn. De driecilinderbenzinemotor heeft de merkwaardige neiging als een noodaggregaat onverhoeds en vrij luidruchtig aan te slaan met het geluid van een grommende kat in een kathedraal, verloren in de ruimte. Het went.
Zoom in voor alle details van de Renault Rafale Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Goud is de sneltoets links van het stuur waarmee je alle irritant piepende veiligheidssystemen in één keer uitschakelt, tenminste, nadat je die in het submenu My Safety Perso vooraf naar de eeuwige jachtvelden hebt getiptoetst. Dat geeft minder overlast dan bij concurrenten die de uitschakelbare plaaggeesten diep in hun infotainmentprogramma’s verstoppen.
Ik tank na 970 kilometer stevig doorrijden 50 liter benzine, indrukwekkend. Je hoeft je in de Rafale dus niet in te houden, temeer omdat hij in files bijna continu elektrisch rijdt, wat hij tot ongeveer 70 kilometer per uur volhoudt. Hij doet iets goed, vooral wanneer je vaak stilstaat. Na het tanken zie ik een actieradius van 1.170 kilometer op het display en ik zie het hem wel halen ook. Door het ontbreken van een loodzwaar accupakket veert hij aangenaam en voelt hij minder log aan dan veel plug-ins.
Foto’s: Merlijn Doomernik
Het is een fijne, comfortabele auto. De spraakbediende Google Assistent is geweldig, de stereo niet slecht, de stoelen zitten goed. Het dashboard is in vergelijking met de spektakelcockpits van Peugeot redelijk bevattelijk. Het scherm voor je is groot, het staande multimediadisplay ernaast fatsoenlijk bereik- en bedienbaar. Eronder een knoppenbalk met normale schakelaars voor ventilatie, temperatuur, voor- en achterruitverwarming en airconditioning. Op het scherm daarboven een digitaal balkje met iets minder urgente maar al naargelang buitentemperatuur en je warmtehuishouding nuttige functies als stuur- en stoelverwarming. Boven in het scherm de regelbalk voor de hoofdmenu’s.
Claustrofobisch gevoel
Was de auto maar net zo overzichtelijk. Het zicht rondom is net als in de Megane E-Tech waardeloos. Dat lijkt bij Renault een structureel probleem te worden. De raamstijlen voor en opzij zijn te dik, in de dode hoek achter de C-stijl verdwijnen hele vrachtwagens. Tegen het claustrofobische gevoel is geen achteruitrijcamera of dodehoeksensor bestand. Je voelt je opgesloten, terwijl je alle ruimte hebt.
Wat wordt zijn plaats onder de zon? Renault voert nu, als je de grotere Espace buiten beschouwing laat, vier suv’s in middenklassevaarwater; de oudere Arkana, de Austral, nu deze en aanstonds de iets kleinere Symbioz, ook een hybride. Auto’s waarvan zelfs ik, die ze bekeken of gereden heeft, zich na een maand vergetelheid moet afvragen hoe ze er ook alweer uitzagen.
Misschien wil het publiek het zo. Moet het maatgevend zijn? Of zou je het met één verleidelijk intelligent alternatief tot inkeer kunnen brengen? Ho ho, zegt dan Renault, die gok kunnen wij ons niet veroorloven, wij kunnen hier niet op één paard gaan zitten wedden. Zal best. Toch loop je het gevaar een van de velen te worden door pluraal te herkauwen wat iedereen al maakt. Met een op rationele leest geschoeide, intelligente en aantrekkelijke ruimte-auto met bevrijdend uitzicht en een unieke, energiebesparende stroomlijnvorm zou Renault krediet en marktaandeel kunnen heroveren. Dat durft het vast niet. Maar de Rafale is een doodlopende weg, hoe goed hij ook smaakt. Hij loopt het risico van alle mode: op een dag zijn mensen erop uitgekeken.
Ze was een hond. Een sint-bernard met een grote, lobbige kop, witte snuit en oranjebruine oren. Ze keek wat droef, zoals sint-bernards vaak doen. Zoveel was duidelijk. Piet Mondriaan heeft haar vastgelegd in een donker, herfstkleurig portret uit ruwe verfstreken, voordat hij zich bekeerde tot het lijnenspel in primaire kleuren waarom hij bekendstaat. Maar waarom schilderde hij haar? En wanneer? En de eigenaardige titel van het werk, Isar Harlemia, waar kwam die vandaan?
Er zijn nu antwoorden, meldt het Kunstmuseum in Den Haag vrijdag, ruim vijftig jaar nadat het museum het werk geschonken kreeg. Mondriaankenners Caro Verbeek en Wietse Coppes waren benaderd door een onderzoeker uit onverwachte, maar voor de hand liggende hoek: de kynologie, de hondenstudie. Pauline Q. van Vliet werkte aan een geschiedenis van de herdershond in Nederland toen ze een vermelding van het schilderij aantrof in een catalogus van een tweedaagse hondententoonstelling, 23 en 24 augustus, 1902, te Den Haag. De geschilderde hond had echt bestaan, Isar Harlemia was haar naam.
Fokkerij
Isar woonde vanaf 1902 in de Watergraafsmeer, toen een gemeente en nu een buurt in Amsterdam. Isar was niet zomaar een hond. Ze was een hond waar haar eigenaar, hondenfokker Willem Bols van hondenfokkerij Harlemia, prijzen mee won.
Spectaculairder nog, vindt het Kunstmuseum, is de ontdekking dat Mondriaan ook Isars nageslacht heeft vastgelegd. Van Vliet trof een vermelding van een tweede hondenschilderij aan in de hondencatalogus uit 1902. Het gaat om de honden Tristan en Isolde, geboren op 5 mei 1902. Tot nog toe ontbreken verdere sporen van het schilderij. Waar het is en hoe het eruitziet: dat is het volgende vraagstuk waar de honden- en Mondriaankenners op kunnen kauwen.
Hoe de paden van de hond en de schilder elkaar zijn gekruist, is nog niet helemaal zeker. Mondriaan kwam rond 1902 vaak over de vloer bij zijn broers in de Watergraafsmeer, in de buurt van hondenfokker Bols, en hij huurde een zolderetage verderop in de stad, aan de Albert Cuypstraat. Onduidelijk is ook, schrijven Mondriaankenners Verbeek en Coppes, of de werken in opdracht zijn gemaakt, of als vrij werk.
Het verloren schilderij van Tristan en Isolde was eigendom van hondenfokker Bols, blijkt uit de catalogus. Het portret van moeder Isar was op de Haagse hondententoonstelling te koop voor 60 gulden. Op een onbekend moment is het gekocht door Sal Slijper, mecenas en verzamelaar van Mondriaans werken. Via een legaat kwam het in 1971 bij het Kunstmuseum terecht.