Gaat staal vergroenen of uit ons land ontsnappen?

Column

Rosanne Hertzberger

Rosanne Hertzberger

Ik wil gerustgesteld worden. Ik wil niet in de kijkfile staan bij milieurampen of gaan staan wanhopen naast de verschroeide aarde. Nee, ik wil zien hoe het vuur geblust wordt. Hoe er aan een betere wereld gebouwd wordt. Ik wil het beest in de bek kijken, de raffinaderijen, de naftakrakers en de hoogovens met eigen ogen ontmanteld en vervangen zien worden.

Dus op de dag dat het ‘1,5 graad is dood’-rapport van het wetenschappelijk klimaatbureau van de Verenigde Naties (IPCC) werd gepubliceerd, stapte ik in de auto van Hans van den Berg, directievoorzitter van Tata Steel Nederland, voor een rondleiding langs de pelletfabriek, de sinterfabriek, de hoogovens en de walsen. Een apocalyptisch terrein, in bruin en grijstinten, waar de werkers in Tata-pakken wel dwergen lijken naast de gigantische machines. In de wals zie je lange, geel gloeiende plakken staal met een stevige vaart voorbij rollen, onder een immens kabaal en een verschroeide lucht die je in je keel voelt. Ze worden besproeid met grote hoeveelheden water. Ook dat is staal: heel veel zoet water.

We rijden langs de grootste ‘puntbron’ van stikstof in dit land: het zijn zes niet eens zulke indrukwekkende pijpjes. Tata stoot 2 procent van alle stikstof uit, in de vorm van stikstofoxiden. Maar als het goed is, zal dat percentage in 2025 sterk teruglopen. Naast de pijpjes zie ik een glimp van de geruststelling waar ik voor kom. De aanbouw van een zogeheten ‘DeNOx’-installatie die straks 80 procent van de stikstof uit de rookgassen moet ‘weg vangen’. Samen met een nieuw filter moet dat de komende jaren een aanzienlijke reductie in stikstof, zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) opleveren.

Maar dan is er die andere uitstoot die niet alleen de bewoners van de IJmond, maar de bewoners van de hele wereld raakt: de 12 megaton CO2 die er jaarlijks uit de fabriek komt; 8 procent van de Nederlandse uitstoot. De voornemens voor de transitie naar groen staal zijn er inmiddels. De ambitie is om in één keer steenkool te vervangen door aardgas en dan waterstof om het ijzer uit zijn erts te bevrijden. In 2030 moet de eerste kooks- en gasfabriek en hoogoven gesloten zijn en de eerste nieuwe installatie opgestart. Dan verdwijnt in totaal ongeveer eenderde van de CO2-uitstoot, gevolgd door vijf jaar later nog eens een derde. Dat zijn de grote klappen die we nodig hebben.

De plannen zijn het probleem niet. Het probleem, vertel ik Van den Berg, is vertrouwen. Tata Steel beweegt wel heel laat, pas wanneer de druk stevig wordt opgevoerd en CO2 uitstoten zo duur aan het worden is dat het het verdienmodel begint te bedreigen. De aanbouw van de DeNOx-installatie kan ik met eigen ogen zien. De investeringen zijn er. Was ik nu een moeder met baby in Beverwijk, dan zou ik denken: hooguit twee jaar nog, dan wordt het veel beter. Maar als wereldbewoner ben ik niet gerustgesteld over de nodige transitie. Gaat Van den Berg doen wat hij zegt dat hij gaat doen? Vanaf mijn klapstoeltje in de duinen kan ik nog helemaal niets zien van enige wending. Het zit in de hoofden, staat op de papieren van bestuurders. Er is zoveel onzeker, hoe duur wordt dit staal? Is er genoeg waterstof? En trekt de overheid niet voortijdig de stekker uit IJmuiden vanwege andere milieu-overtredingen?

De komende maanden moet duidelijk worden of de miljardeninvestering ook daadwerkelijk wordt gedaan. Daarbij zijn we afhankelijk van de maatwerkafspraken met de overheid, maar ook van de Tata-eindbaas hier ver vandaan in Jamshedpur, India. Om de context te schetsen: vorig jaar kondigde deze meneer Chandrasekaran aan dat de staalproductie in India dit decennium nog moet verdubbelen van twintig naar veertig megaton staal per jaar. Dat betekent drie IJmuidens erbij, en er wordt met geen woord gerept over aardgas, laat staan waterstof. Dus reken maar dat dat op de ouderwetse hoogoven manier gaat. In IJmuiden werd ik gerustgesteld dat er de komende jaren een grote hoeveelheid vervuiling in de omgeving gaat verdwijnen. Maar over de wereld ben ik minder gerustgesteld. Gaat staal hier vergroenen of uit ons land ontsnappen?

Ik ga op mijn klapstoeltje naast de Hoogovens noteren wat ik zie. Of ze ze zich klaarmaken om verder te bouwen. Of te vertrekken.

Rosanne Hertzberger is microbioloog.