Terwijl de olie- en gasprijs daalt, blijft het grimmig aan het energiefront

Analyse

Energieprijzen De stijgende energieprijzen veroorzaakten afgelopen zomer een crisis. Inmiddels dalen de olie- en gasprijzen. Hiermee is de rust in de energiewereld niet teruggekeerd.

De benzineprijzen afgelopen week bij een Duits gasstation. De olieprijs bepaalt slechts deels de consumentenprijzen voor benzine en diesel.
De benzineprijzen afgelopen week bij een Duits gasstation. De olieprijs bepaalt slechts deels de consumentenprijzen voor benzine en diesel.

Foto Krisztian Bocsi/Bloomberg

Maak er maar eens chocola van. Nog niet zo lang geleden zuchtte de westerse wereld onder torenhoge energieprijzen. Olie tikte vorige zomer 125 dollar per vat aan, niet ver verwijderd van het all-time record van 150 dollar uit 2008. Gas kostte tien, elf keer zo veel als normaal. Bedrijven gingen failliet, consumenten moesten soms uit pure noodzaak in de winter de thermostaat op 15 graden zetten. Dat alles als gevolg van de energieoorlog die uitbrak tussen Rusland en het Westen na de Russische invasie van Oekraïne vorig jaar.

Maar wie nu naar de prijzen kijkt, kan zich afvragen of er nog wel een energiecrisis is. Al maanden zijn de olie- en gasprijzen aan het dalen. De belangrijkste Europese gasprijs (TTF) dook deze week voor het eerst weer onder de veertig euro. Nog altijd twee keer zo hoog als voor de oorlog, maar vergeleken met de extreme niveaus van vorig jaar voelt het al bijna weer als ‘vertrouwd’.

De belangrijkste olieprijs voor Europa (Brent) schommelde deze week rond de 70-75 dollar – een niveau dat voor het laatst werd gezien ruim voor de oorlog. Na het uitbreken van de onrust rond Amerikaanse banken kreeg de olieprijs in het bijzonder nog een tik. In de dagen direct daarna ging er bijna 20 procent af.

En dat terwijl het aan het energiefront nog altijd grimmig is. De Russische president Poetin heeft de leveranties van gas naar Europa vorig jaar al fors afgeknepen, maar het Kremlin dreigt ook de laatste toevoer stil te leggen. Vier maanden geleden begonnen Europese landen zelf met het boycotten van Russische aardolie. En sinds begin vorige maand kopen ze ook geen Russische diesel meer.

Er zijn zorgen over nieuwe aanslagen op cruciale energie-infrastructuur, waarvan Europa nu afhankelijk is, zoals vorig jaar op de Nord Stream-pijpleiding. De baas van het Noorse energiebedrijf Equinor, de nieuwe hofleverancier van Europa, zei twee weken geleden nog dat zijn bedrijf „voluit” werkt aan het aanscherpen van de beveiliging van de gaspijpen.

In zo’n gespannen klimaat oogt een ‘normalisering’ van de prijzen toch wat vreemd. Wat is er aan de hand? En vooral: waar gaat dit naartoe?

Voor de consument betekenen de dalende energieprijzen niet meteen goed nieuws

Eerst even dit: voor de consument betekent dit alles nog niet meteen goed nieuws. Brandstofprijzen in Nederland worden slechts deels bepaald door de prijs van ruwe olie, onder andere omdat er ook nog (fikse) accijnzen in de prijs zijn verwerkt. Grote dalingen in de olieprijs vertalen zich daarom in (aanzienlijk) minder stevige dalingen in de benzine- en dieselprijs.

En consumentenprijzen voor gas volgen vaak pas met enige vertraging de schommelingen op de groothandelsmarkt, ook als mensen een variabel contract hebben (op dit moment meer dan 90 procent). De prijzen liggen in de praktijk toch vaak voor twee of drie maanden vast. Prijsdalingen merken zij daarom pas na een tijdje.

Rampscenario

Wat de olieprijs betreft: die daalt nu simpelweg als gevolg van het feit dat de schaarste inmiddels een stuk minder is. In de aanloop naar de extreme prijs-piek van vorig jaar, was de vrees dat er wereldwijd grote tekorten zouden ontstaan, omdat een van de belangrijkste leveranciers – Rusland is de derde grootste olieproducent na Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten – weg zou kunnen vallen.

Dat zit zo. Eerst vreesden westerse landen dat Rusland ook olie als ‘wapen’ zou gaan inzetten om het Westen onder druk te zetten, net als zijn gas, waardoor de totale hoeveelheid olie op de wereldmarkt minder zou worden (en de concurrentie daar om dus feller). Later begonnen ze zélf te werken aan een boycot en een verbod op het verzekeren van scheepstransporten van Russische olie, dat eenzelfde effect dreigde te hebben. Dat laatste zou het namelijk ook voor landen als China en India moeilijker maken om de olie te kopen, omdat zulke verzekeringen vooral in westerse financiële centra (Londen) worden afgesloten.

Maar het wegvallen van de Russische oliestromen gebeurde uiteindelijk niet, waardoor de druk van de ketel ging. Rusland staakte zijn export niet en westerse landen, in het bijzonder de VS, waren zelf zo bevreesd voor tekorten dat ze een geitenpaadje bedachten om die te voorkomen. Ze introduceerden naast hun verzekeringsverbod een ‘internationale’ maximumprijs voor Russische olie, en wie zich daaraan hield kon alsnog een verzekering krijgen.

Dat kon je zien als een ondermijning van hun eigen sanctie, maar het leidde er wel toe dat de Russische olie bleef stromen. Rusland zou nog steeds geraakt worden overigens, omdat het zijn olie tegen die lagere prijs moet verkopen, claimden de voorstanders.

Inmiddels zijn er ontwikkelingen die juist kunnen leiden tot een overschot op de markt. In de VS, en in mindere mate in Europa, zijn centrale banken bezig de rente stapsgewijs te verhogen, in een poging de torenhoge (door de hoge energieprijzen mede veroorzaakte) inflatie te bestrijden. Maar dat zet tevens een rem op de economische groei omdat lenen zo duurder wordt en investeren dus onaantrekkelijker.

Dat zwakt de vraag naar energie weer af. Vier op de tien Amerikanen houden inmiddels rekening met een recessie, bleek recent uit een peiling van nieuwszender CNBC. De hoop van oliehandelaren is gevestigd op China, dat na twee jaar verstikkend coronabeleid weer ‘open’ is. Maar de Chinese economische groei bleef in de eerste twee maanden van dit jaar (licht) achter bij de verwachtingen.

De scherpe prijsdalingen na de val van de Amerikaanse Silicon Valley Bank twee weken geleden zijn verklaarbaar vanuit dezelfde ‘recessie-angst’. Ja, er waren slimme handelaren die een slaatje uit de paniek probeerden te slaan door te speculeren op een koersval, en daarmee voor extra sterke prijsschommelingen zorgden. Maar de daling had ook te maken met reële zorgen. Een verder escalerende bankencrisis zal een zware wissel trekken op de economie, net zoals in 2008 gebeurde. Na de bankencrisis in dat jaar kwamen Europa en de VS in een diepe recessie terecht, mede omdat banken uiterst terughoudend werden met geld uitlenen.

Analist Hans van Cleef van adviesbureau Publieke Zaken: „Als de onrust in bankenland doorzet, is het hek van de dam. Dan krijg je een herhaling van 2008.” Na de bankencrisis stortte de olieprijs ongekend in, van 150 dollar per vat naar nog geen 30 dollar, in een paar maanden tijd.


Blinde paniek

Als het om de gasprijs gaat, zijn er veel parallellen. De piek van vorige zomer was vooral het gevolg van grote zorgen over dreigende tekorten, met name tijdens de afgelopen winter. Die zorgen rezen nadat Rusland in april vorig jaar de gaskraan begon dicht te draaien. EU-landen gingen om tekorten te voorkomen alternatief (vloeibaar) gas hamsteren, maar ze deden dat allemaal tegelijk waardoor de prijzen de lucht in knalden. „Duitsland ging tegen Nederland opbieden. Nederland tegen Italië. Italië tegen België”, zegt Ben Woldring, oprichter van de website gaslicht.com, die energietarieven voor consumenten in kaart brengt. „Dat had gecoördineerder gekund.”

Maar inmiddels dalen de prijzen weer omdat er veel minder schaarste is. Deels komt dat door de inspanningen van Europese landen – huishoudens en bedrijven hebben gigantisch op hun verbruik bespaard (in Nederland 25 procent ten opzichte van 2021). Maar de factor ‘geluk’ mag ook niet onderschat worden. Europese landen hadden het geluk dat de Chinese economie afgelopen jaar nog grotendeels op slot zat, waardoor de Chinese vraag naar energie fors lager was dan gebruikelijk en er dus veel minder concurrentie was. De winter was bovendien relatief mild, waardoor er ook minder gas nodig was.

Waar het naartoe gaat, is afwachten nu. Als er inderdaad een recessie komt, gedreven door een escalerende bankencrisis (minister Kaag van Financiën waarschuwde deze week nog dat Europa „waakzaam” moet blijven) of door verdere renteverhogingen, is het goed denkbaar dat de olie- en gasprijzen verder zullen dalen. Dat zal mogelijk ook een schaduw werpen over de energietransitie, die door de hoge olie- en gasprijzen afgelopen maanden juist in een stroomversnelling kwam.

Maar er zijn ook genoeg analisten die denken dat de energieprijzen juist weer gaan stijgen. Vooral omdat China later dit jaar toch echt uit zijn corona-schulp kruipt, menen zij. China rekent zelf op een economische groei van 5 procent in 2023. Als dat inderdaad gebeurt, kan er een felle concurrentiestrijd worden verwacht voor komende winter. Want Europa zal net als afgelopen jaar komende maanden zijn wintervoorraden moeten aanvullen.

Er is minder nodig dan afgelopen zomer, omdat de opslagen minder leeg zijn dankzij de milde winter. Het ministerie van Economische Zaken maakte deze week bekend dat de Nederlandse opslagen nu voor 59,2 procent vol zitten, tegenover 20 procent vorig jaar rond deze tijd. Maar toch moet er nog steeds substantieel veel bij. Gas ligt niet voor het oprapen. Grote energiebedrijven hebben de laatste jaren relatief weinig geïnvesteerd in extra winning, omdat dit door klimaatverandering steeds meer omstreden wordt. Daardoor houdt het niet over aan de ‘aanbodkant’.

De druk mag nu even wat minder zijn, aldus analist Van Cleef. Maar aan de horizon doemen volgens hem toch nieuwe „prijsrisico’s” op.