Tennissende vrouwen krijgen níét zoveel als mannen

Prijzengeld Tennis heeft het imago mannen en vrouwen evenveel prijzengeld te geven. Maar dat klopt niet. „Ik kan me voorstellen dat mensen vandaag de dag vraagtekens zetten bij het onderscheid tussen mannen en vrouwen.”

De Poolse nummer één van de wereld Iga Swiatek opende in Dubai vorige maand de discussie over de beloning voor tennissters bij kleinere toernooien.
De Poolse nummer één van de wereld Iga Swiatek opende in Dubai vorige maand de discussie over de beloning voor tennissters bij kleinere toernooien.

Yoshua Arias / EPA

Hetzelfde volle stadion, met hetzelfde gravel en met dezelfde hoofdprijs voor de winnaars. Rafael Nadal en Iga Swiatek verdienden begin juni 2022 allebei 2,2 miljoen euro met hun zege op Roland Garros. Een week later stonden bij de mannen en de vrouwen de finales van het Libéma Open op het gras in Den Bosch op het programma. Ook hier waren alle omstandigheden hetzelfde. Eén verschil. Het prijzengeld van Tim van Rijthoven en Jekaterina Aleksandrova liep sterk uiteen. De Nederlander kreeg 98.580 euro, de Russin verdiende 26.770 euro met haar toernooizege. „Het verschil is absurd veel”, stelt oud-prof Kristie Boogert. „Dat is bijna niet uit te leggen aan het grote publiek.”

Het voorbeeld gaat volgens Boogert in tegen het beeld dat sinds 2007 bij de buitenwereld over betalingen in het tennis bestaat. Zestien jaar geleden besloot Wimbledon als laatste van de vier grandslamtoernooien het prijzengeld gelijk te trekken. Dat gebeurde mede onder druk van de Amerikaanse zussen Venus en Serena Williams, die de strijd voortzetten die door hun landgenote Billie Jean King aan het begin van de jaren zeventig was ingezet. Geen second class champion meer op Wimbledon.

King ging zowel binnen als buiten de lijnen voorop in de Battle of the Sexes. Op de tennisbaan bond ze in 1973 letterlijk de strijd aan met oud-prof Bobby Riggs om te bewijzen dat vrouwen van mannen konden winnen. King versloeg haar uitdager in het Astrodome van Houston in september van dat jaar voor het oog van miljoenen televisiekijkers. Ze richtte de Women’s Tennis Association (WTA) op. Het leidde ertoe dat het prijzengeld bij de US Open in New York al sinds 1973 gelijk wordt verdeeld tussen de mannen en de vrouwen. Het duurde daarna 34 jaar voordat The All England Club ook tot gelijke betalingen over ging.

Met de beslissing van Wimbledon profileerde het tennis zich als een van de eerste sporten waarbij gelijkheid tussen man en vrouw werd gepropageerd. Naar buiten toe, want alleen op de grand slams vallen de profs allemaal onder de paraplu van de Internationale Tennis Federatie (ITF). Daarbuiten is het aan de WTA en de ATP (Association of Tennis Professionals). Het beeld van goed verdienende vrouwen aan de top werd nog eens versterkt toen Ashleigh Barty bij de WTA Finals van 2019 in het Chinese Shenzhen een recordbedrag van vier miljoen euro won. Anderhalf miljoen méér dan de mannen. Dáár zit volgens Boogert eenn van de problemen. Er moet volgens haar veel meer rekening worden gehouden met tennissters onder de top. „Het verschil in beloning bij de grandslamtoernooien was nog wel begrijpelijk, want de mannen spelen daar een best of five en de vrouwen een best of three. Het gaat om alle andere toernooien waar wél alles gelijk is. Behalve dus het prijzengeld.”

De cijfers geven Boogert grotendeels gelijk. Bij het overgrote deel van de 56 proftoernooien die van januari tot november onder de vlag van de WTA worden gespeeld is het prijzengeld fors lager dan bij vergelijkbare toernooien bij de mannen van de ATP. Uit onderzoek van de Financial Times bleek dat de mannen in 2022 zelfs 75 procent meer prijzengeld kregen.


Bijval voor Iga Swiatek

De 18-jarige Nederlandse Sarah van Emst, die aan het begin van een profloopbaan staat, ziet zelfs dat er bij het nationale ranglijsttoernooi van OLTC Oegstgeest een verschil in prijzengeld is: 4.050 euro voor de mannen en 3.300 euro voor de vrouwen. „Ik hou me daar niet zo mee bezig, maar als je daar zo naar kijkt is dit wel apart”, zegt Van Emst. „Als beginnend speelster heb je het geld bij de vrouwen net zo hard nodig als bij de mannen.” Volgens Niels Visker zijn de financiële problemen bij spelers buiten de top-100 het grootste probleem. „Het verschil tussen de top en de rest is bij de mannen en de vrouwen enorm”, stelt de 21-jarige proftennisser.

Swiatek besloot vijftig jaar na de door Billie Jean King gewonnen ‘strijd der seksen’ de discussie over de beloning bij kleinere toernooien onlangs te openen. De nummer één van de wereldranglijst deed dat vorige maand tijdens het toernooi van Dubai – waar voor de vrouwen 424.112 euro was te winnen, terwijl de hoofdprijs voor de mannen daar 501.875 euro is. „Het vrouwentennis brengt dezelfde emoties met zich mee als het mannentennis”, stelde Swiatek tijdens een ontmoeting met de internationale pers. „Het moet een topprioriteit zijn het verschil in prijzengeld te verkleinen.”

Swiatek kreeg van verschillende kanten bijval. ‘The Gender Gap Should Not Exist’, stond er begin maart boven een verhaal van tennisser Denis Shapovalov op The Players Tribune. De Canadees vertelt hoe zijn ogen werden geopend door zijn vriendin Mirjam Björklund, een Zweedse speelster uit de top-150. Toen ze zich kwalificeerde voor een zogenaamd WTA 250 toernooi (dezelfde categorie als Den Bosch) dacht Shapovalov dat ze daarmee ruim 7.000 dollar (6.485 euro) had veiliggesteld. Hij kreeg een totaal verbaasde blik te zien. „Denis, het is zo’n 1.000 dollar (926 euro)”, zei Björklund.

De Nederlander Raemon Sluiter, sinds kort coach van de voormalige wereldtopper Elina Svitolina, kent de verschillen in betalingen vanuit de praktijk. Als oud-prof en als coach. Sluiters Oekraïense ‘werkgever’ is getrouwd met de Franse prof Gaël Monfils, met wie ze vorig jaar een dochter kreeg. „Ik kan me voorstellen dat mensen vandaag de dag vraagtekens zetten bij het onderscheid tussen mannen en vrouwen”, stelt Sluiter, die vorig jaar nog met de Nederlandse tennisser Tallon Griekspoor werkte. „De meeste coaches werken op basis van een salaris in combinatie met een percentage van het prijzengeld. Coaches verdienen dan dus in verhouding ook minder bij de vrouwen. Het gat moet kleiner worden. Maar je moet als WTA zeker ook kijken hoe je je eigen product kunt verbeteren. Het blijft uiteindelijk toch een kwestie van vraag en aanbod.”

Tegenvaller in China

De WTA zette de voorbije jaren, samen met de ATP, enkele stappen door bij de zogenoemde 1000-toernoojen van Indian Wells, Miami en Madrid hetzelfde prijzengeld uit te keren. De WTA kreeg in 2021 echter met een forse financiële tegenvaller te maken toen door een conflict met de Chinese autoriteiten over vrijheidsbeperkingen van de tennisster Peng Shuai en het uitbreken van de coronapandemie negen toernooien met een totaal van 27 miljoen euro aan prijzengeld wegvielen. Er moest een nieuwe bron van inkomsten worden gevonden.

De WTA maakte deze maand bekend dat CVC Capital Partners circa 140 miljoen euro zal investeren in het vrouwentennis in ruil voor twintig procent van de opbrengst. De WTA laat weten dat het gelijktrekken van het prijzengeld prioriteit heeft en dat er met de ATP wordt overlegd. De ATP laat vragen hierover onbeantwoord.

Vooralsnog blijft het toernooi van Den Bosch met een verschil van 71.810 euro tussen de hoofdprijs bij de mannen en de vrouwen eerder regel dan uitzondering. Marcel Hunze, de directeur van het gecombineerde evenement, benadrukt dat het niet aan hem is te bepalen hoe het prijzengeld wordt verdeeld, maar aan de WTA en de ATP. „Je kunt niet zomaar het prijzengeld door tweeën delen. De mannen zullen niet minder verdienen, dus zal het geld bij de vrouwen omhoog moeten. Er wordt door verschillende partijen hard gewerkt aan een constructie om het toch gelijk te trekken. Maar dat gaat niet van vandaag op morgen. Het is belangrijk dat gelijkheid van prijzengeld prioriteit is van de WTA. Dat ondersteunen we.”

Volgens de internationaal gelouterde tenniscoach Sven Groeneveld is het lastig om het circuit van de mannen en de vrouwen zomaar te vergelijken. „In de maatschappij is een evolutie gaande. Ook het tennis moet daarin mee. Natuurlijk moet gelijkheid het streven zijn, maar daar gaat een proces aan vooraf”, zegt Groeneveld vanuit Miami, waar hij de Japanner Taro Daniel bijstaat. „Tennis is echter niet zomaar een spelletje. Het is een business. Met economische modellen. Zolang er twee van elkaar gescheiden circuits van mannen en vrouwen bestaan, zal je verschillen houden. Daarom zou er misschien beter één organisatie moeten komen waar alles onder valt. Dan kan je in één keer alles gelijk trekken. Ik denk dat dit voor 2030 gebeurt. Waarom? Gut feeling.”

Billie Jean King (links) en Bobby Riggs speelden in 1973 tegen elkaar in de Battle of the Sexes. King won de partij met 6-4, 6-3 en 6-3.
Foto Getty Images / Bettmann Archive