N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Foto Ahmed Mardnli/EPA
Het Amerikaanse leger heeft donderdag als vergelding luchtaanvallen uitgevoerd op doelen in Syrië, waarbij elf pro-Iraanse strijders werden gedood. Dat maakte het Amerikaanse ministerie van Defensie bekend. Eerder kwam bij een drone-aanval bij een Amerikaanse militaire basis in de buurt van Al-Hasakah, in Noordoost-Syrië donderdag een Amerikaanse aannemer om. Vijf Amerikaanse soldaten en een andere aannemer raakten gewond. De drone zou van Iraanse makelij zijn, zo melden de Amerikaanse inlichtingendiensten. Washington gaf vervolgens opdracht tot luchtaanvallen op doelen in Syrië die worden gebruikt door aan Iran gelieerde groepen.
Het Pentagon spreekt van „proportionele en weloverwogen maatregelen” bedoeld om Amerikaans personeel „te beschermen en te verdedigen”. Bij de Amerikaanse tegenreactie zou een munitiemagazijn, een controlepost en een locatie voor het verzamelen van inlichtingen zijn getroffen. De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin verklaarde dat de Amerikaanse luchtaanvallen gericht waren tegen „doelen die worden gebruikt door groepen die zijn aangesloten bij de Iraanse Revolutionaire Garde”.
Iran heeft de afgelopen jaren vorderingen gemaakt met het ontwikkelen van geavanceerdere drones. Volgens het hoofd van de centrale commando van het Amerikaanse leger zorgen de „enorme en zeer goed uitgeruste Iraanse troepen voor instabiliteit in de hele regio” en bedreigen zij hun regionale bondgenoten. In het verleden heeft de regering-Biden de situatie in Iran aangemerkt als de „grootste veiligheidsdreiging in het Midden-Oosten”.
