Fed-voorzitter Powell laat geen twijfel over inflatiebestrijding, rente weer omhoog

Monetair beleid De Amerikaanse centrale bank verhoogt de rente met 0,25 procentpunt, ondanks de onrust die is ontstaan binnen de bankensector. De arbeidsmarkt blijft volgens Powell „extreem krap”, wat de inflatie aanjaagt.

Handelaren kijken op de beursvloer naar de persconferentie van Fed-voorzitter Jerome Powell.
Handelaren kijken op de beursvloer naar de persconferentie van Fed-voorzitter Jerome Powell.

Foto Seth Wenig/AP

Hardnekkige inflatie, een bankencrisis, een krappe arbeidsmarkt en snel wisselende stemmingen op de financiële markten. Het is geen makkelijke mix van ingrediënten voor een centrale bank die een rentebesluit moet nemen. Het was wel waar de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, het woensdag tijdens een beleidsvergadering mee moest doen. Uiteindelijk, zei Fed-voorzitter Jerome Powell tijdens zijn persconferentie, moet „niemand” twijfelen aan de vastberadenheid van de centrale bank om de inflatie te bevechten.

En dus ging het belangrijkste Fed-rentetarief met 0,25 procentpunt omhoog naar een bandbreedte van tussen de 4,75 en 5 procent. De renteverhoging is in lijn met de laatste verwachtingen van de meeste analisten. De meeste Fed-bestuursleden gaan uit van nog eens een renteverhoging van 0,25 procentpunt dit jaar, zo blijkt uit ramingen die de centrale bank woensdag vrijgaf. Vanaf volgend jaar zal de rente dan weer gaan dalen, aldus de prognose.

Verkrappen krediet door bankencrisis kun je zien als equivalent renteverhoging

Jerome Powell voorzitter Fed

De verwachtingen op de financiële markten over het Fed-rentebesluit schoten de afgelopen weken flink heen en weer. Enkele weken geleden leek de rente met 0,5 procentpunt omhoog te gaan, omdat de inflatiedruk in de VS hoog blijft, zei Powell. De inflatie bedroeg 6 procent op jaarbasis in februari, terwijl de Fed streeft naar 2 procent inflatie.

De arbeidsmarkt blijft „extreem krap” in de VS, zei Powell, wat de inflatie (via looneisen) aanjaagt. Renteverhogingen zijn het geijkte monetaire wapen tegen inflatie. Ze maken lenen onaantrekkelijker, wat de consumptie afremt. Uiteindelijk moet dit ook de prijsstijgingen drukken.

Toen de Fed samen met de Amerikaanse overheid krap twee weken geleden ingreep om rekeninghouders van de failliete Silicon Valley Bank te compenseren, dachten veel beleggers juist dat de centrale bank deze maand helemaal zou stoppen met renteverhogingen. De sterk opgelopen rente – die tot een jaar geleden nog vlak boven de 0 lag – had SVB in de problemen gebracht. De bank had veel Amerikaanse staatsleningen op de balans staan, die door de gestegen rente veel van hun waarde waren verloren.

Uiteindelijk kwam de Fed uit bij een renteverhoging van 0,25 procentpunt. De onrust in de bankensector, die overigens redelijk is gaan liggen, zorgt ervoor dat banken minder krediet gaan verlenen aan huishoudens en bedrijven, zei Powell. Dat kan het Fed-inflatiedoel vanzelf dichterbij brengen, zo hadden meerdere Fed-bestuursleden tijdens de vergadering opgemerk. Het „verkrappen” van de kredietverlening door de bankencrisis kun je zien als „het equivalent” van een renteverhoging, zei Powell.

Overigens is onzeker in welke mate de banken hun kredietverlening terugschroeven. Powell hield alle opties open. Het bestuur is „sterk gecommitteerd aan het terugbrengen van de inflatie naar zijn doelstelling van 2 procent”, aldus de verklaring. In februari verhoogde de Fed de rente eveneens met 0,25 procentpunt, in december met 0,5 procentpunt, en daarvoor enkele malen met 0,75 procentpunt.

Vragen over falend Fed-toezicht

De beslissing van de Fed werd wat makkelijker gemaakt door uitlatingen op dinsdag van minister van Financiën Janet Yellen, tevens Powells voorganger bij de Fed. Zij zei in een speech dat de federale overheid bereid is spaargeld bij kleine en middelgrote banken te garanderen. Dit had op beleggers een kalmerend effect over het lot van deze banken, wat de Fed ruimte gaf om de rente op te hogen. Behalve de Californische SVB moest ook Signature uit New York worden gered. Daarna kwam First Republic Bank uit San Francisco in zwaar weer. Deze laatste bank wordt door grote banken op de been gehouden, maar blijft wankel.

Tijdens de persconferentie kreeg Powell enkele lastige vragen over het falende Fed-toezicht op SVB. Toezichthouders van de Fed-afdeling van San Francisco waren op de hoogte van de problemen bij de bank, waar veel techondernemers hun geld hadden gestald. Ze wezen de bank er dringend op dat het renterisico op de staatsobligaties niet was afgedekt. „En toch gebeurde dit”, zei Powell. Daags na het SVB-debacle stelde de Fed een intern onderzoek in naar het eigen bankentoezicht. Op de conclusies daarvan wilde Powell niet vooruitlopen, maar hij wilde wel kwijt dat het „duidelijk is dat we strenger toezicht en strengere regelgeving nodig hebben”. Onder de vorige president Donald Trump was het bankentoezicht voor dit soort middelgrote banken juist versoepeld.


Lees ook: Bankencrisis of niet, Christine Lagarde ‘wijkt niet’ in strijd tegen inflatie