Te weinig, te veel, te vies – water staat onder druk

Wateruitdagingen in vijf grafieken Klimaatverandering veroorzaakt extreme droogte en zware overstromingen. Toch wordt er op internationaal niveau nauwelijks nagedacht over waterbeleid. Nederland organiseert voor de VN nu de eerste grote waterconferentie in veertig jaar.

Vervuild schuim langs de Yamuna-rivier in New Delhi.
Vervuild schuim langs de Yamuna-rivier in New Delhi.

Foto Sajjad Hussain/AFP)

Als het IPCC-rapport van afgelopen maandag één ding laat zien, dan is het wel dat door klimaatverandering de mondiale watervoorziening ernstig in gevaar komt. Op sommige plekken dreigen grote tekorten, op andere zullen door extreem weer meer overstromingen voorkomen. Veel water is bovendien te vuil.

Je zou verwachten dat er genoeg water is op de planeet, maar zoetwater is een schaars goed. Maar liefst 97,5 procent van al het water op aarde is te zout voor consumptie. En van die resterende 2,5 procent zit 70 procent vast in gletsjers en poolijs. Blijft over: ruim 30 procent grondwater, inclusief moerassen en permafrost, en nog 0,3 procent water in rivieren en meren.

Voor de productie van een spijkerbroek en een T-shirt is 20.000 liter water nodig

Wie zich realiseert dat voor één kop koffie zo’n 140 liter water nodig is, en voor de productie van bijvoorbeeld een spijkerbroek met een T-shirt samen ongeveer 20.000 liter, begrijpt dat waterschaarste een steeds groter risico vormt in een wereld met een groeiende bevolking, toenemende consumptie, en een snel opwarmend klimaat. Op dit moment leven ongeveer 200 miljoen mensen in gebieden met een gemiddelde temperatuur van meer dan 29 graden Celsius. Over een halve eeuw zijn dat er meer dan 1 miljard. De behoefte aan water in die gebieden zal snel toenemen.

Onuitputtelijke bron

Toch wordt water in veel landen nog steeds gezien als een vanzelfsprekendheid. Grondwater lijkt een onuitputtelijke bron. Niet voor niets heeft het meer dan veertig jaar geduurd voordat deze week bij de Verenigde Naties in New York voor de tweede keer in de geschiedenis een grote waterconferentie wordt gehouden. Nederland is op verzoek van de Verenigde Naties de organisator, samen met Tadzjikistan, een land dat als het over water gaat in veel opzichten het tegenovergestelde is van Nederland: het ligt niet aan zee, er ontspringen veel rivieren, er zijn grote watertekorten en veel mensen hebben onvoldoende toegang tot veilig drinkwater. Doel van de conferentie is water hoger op de internationale agenda te plaatsen.

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft, op verzoek van ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de mondiale waterrisico’s (en mogelijke oplossingen) in kaart gebracht. Volgens het rapport, getiteld The Geography of Future Water Challenges – Bending the Trend, is de manier waarop nu water wordt gebruikt onhoudbaar. Er wordt veel water verspild. Jaarlijks sterven bijna een miljoen mensen aan de gevolgen van watervervuiling. Extreem weer, dat meestal verband houdt met droogte, overstromingen of zware neerslag, maakt ieder jaar duizenden slachtoffers en leidt tot miljardenschade.

Sanitaire voorzieningen

Als de mensheid zo doorgaat worden de duurzame ontwikkelingsdoelen die de VN voor 2030 heeft afgesproken niet gehaald. Volgens die doelen zou iedereen aan het einde van dit decennium toegang moeten hebben tot schoon drinkwater en acceptabele sanitaire voorzieningen. Maar de verwachting is dat tegen die tijd 1,6 miljard mensen een tekort hebben aan veilig drinkwater en 1,9 miljard mensen geen toegang tot basis hygiëne.

In 2030 hebben 1,6 miljard mensen onvoldoende toegang tot veilig drinkwater

Nu al woont ruim de helft van de wereldbevolking in steden, dat aantal zal snel toenemen en die verstedelijking vormt een grote uitdaging voor de beschikbaarheid van voldoende water. Mensen die leven in kustgebieden en delta’s krijgen met meer bedreigingen te maken, zowel door zeespiegelstijging, als door bodemdaling, verzilting van grondwater en minder water en sedimenten die via rivieren worden aangevoerd uit het achterland.

Volgens de onderzoekers kunnen de waterrisico’s fors dalen. Maar daarvoor is ambitieuzer beleid nodig. Waterinfrastructuur moet het uitgangspunt vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen. En er is veel meer internationale samenwerking nodig. Of het nu gaat om een rechtvaardige verdeling van water om conflicten te voorkomen, om afspraken over de omgang met rivieren die door verschillende landen stromen, of om de bouw van stuwdammen die stroomafwaarts een grote invloed hebben op de leefomgeving.

Meer toegang tot drinkwater , maar onvoldoende

Tussen 2015 en 2020 is het deel van de wereldbevolking dat toegang heeft tot veilig drinkwater gegroeid, van 70 procent naar 74 procent. Ook het deel van de mensheid dat redelijke sanitaire voorzieningen heeft, is in diezelfde periode toegenomen, van 47 naar 54 procent. Toch is vervuild drinkwater nog steeds de belangrijkste watergerelateerde doodsoorzaak. In 2021 stierven daardoor 800.000 mensen. Deze sterfte gaat sluipenderwijs en is minder zichtbaar dan door een natuurramp die met water te maken heeft. Overstromingen vormen het grootste gevaar, al is de verwachting dat door klimaatverandering ook droogte en bosbranden meer slachtoffers zullen maken. Het dodental als gevolg van dit soorten rampen is het hoogst in arme landen, de materiële schade is het grootst in rijke landen.

Gebruik van te veel grondwater leidt tot bodemdaling

Bodemdaling is een van de grote uitdagingen in kustgebieden. In de meeste gevallen wordt die veroorzaakt door het onttrekken van grondwater aan het gebied. Nederland is daardoor sinds de Middeleeuwen al ongeveer drie meter gezakt. Op dit moment gaat de bodemdaling in veel kustgebieden sneller dan de zeespiegelstijging. Maar de gevolgen zijn min of meer vergelijkbaar: meer verzilting, groter risico op overstromingen. Om de daling te stoppen of te vertragen moeten steden hun watervoorziening drastisch veranderen. Tokio laat zien dat dit mogelijk is en dat het snel tot resultaat leidt. Tot 1975 was Tokio de snelst dalende stad ter wereld. Sinds er niet langer grondwater wordt gebruikt in huishoudens en industrie, is de daling onmiddellijk gestopt.

Landbouw en bedrijven kunnen nog veel water besparen

Volgens de onderzoekers van het PBL wordt bijna 80 procent van al het water in de wereld gebruikt voor de landbouw. Met innovatieve landbouwmethodes valt daarom de meeste winst te behalen bij het reduceren van het watergebruik. In sommige gebieden, onder meer in de Verenigde Staten, India, China en het Midden-Oosten, wordt veel meer grondwater onttrokken dan er terugkeert. Daar dreigen tekorten te ontstaan die de voedselvoorziening in gevaar brengen.

Het CDP, een organisatie die het klimaatbeleid van grote bedrijven onderzoekt, heeft bijna 4.000 bedrijven naar hun waterbeleid gevraagd. Conclusie: waterbesparing kan het bedrijfsleven de komende decennia meer dan 430 miljard dollar opleveren. Daarnaast schatten bedrijven de financiële risico’s die te maken hebben met watertekorten en/of vuil water op 390 miljard dollar.

Arme landen vaker slachtoffer van zware overstroming

Overstromingen vormen een toenemende bedreiging voor de mensheid. De gevolgen zullen het hardst worden gevoeld in laag gelegen eilandstaten. Als de opwarming van de planeet niet heel snel wordt gestopt, zullen sommige van die landjes door de oceaan worden verzwolgen. De bewoners hebben zelf nauwelijks bijgedragen aan klimaatverandering en ze hebben niet het geld om zich te beschermen – om daarmee hun voortbestaan te rekken.

In een wereld waar steeds meer mensen in steden aan de kust of langs rivieren wonen, zullen ook daar de gevolgen van overstromingen groter worden. Door extreme neerslag moeten rivieren op piekmomenten meer water afvoeren. Daarnaast verhoogt zeespiegelstijging de kans op een stormvloed.

De risico’s zijn het grootst in lage-lonenlanden en opkomende economieën. Daar leven veel meer mensen die blootgesteld kunnen worden aan overstromingen die ‘eens per 100 jaar’ voorkomen. Steden in armere landen veroorzaken ook andere watergerelateerde problemen. Waterzuivering is een luxe die ze zich vaak niet kunnen veroorloven. Riolen worden veelal rechtstreeks geloosd op rivieren of in zee.

Dammen belemmeren de doorstroom van sedimenten, waardoor erosie dreigt

Wereldwijd zijn er plannen voor 3.700 stuwdammen. Ze worden aangelegd voor de watervoorziening, maar ook voor het opwekken van elektriciteit zonder CO2-uitstoot. Dit heeft volgens de onderzoekers van het PBL grote gevolgen. Een dam verandert de waterdynamiek in de regio, maar net zo belangrijk is dat een dam de stroom van sedimenten (zand, grind, klei en ander bezinksel dat door het water wordt meegevoerd) tegenhoudt. Dat leidt stroomafwaarts tot toenemende erosie. Daarnaast onderbreken dammen ook de migratieroutes van vissen, en gaat de ecologische kwaliteit van het hele gebied achteruit. Dammen kunnen leiden tot conflicten met buurlanden die vrezen dat hun waterhuishouding in gevaar komt. Dat gebeurde in Ethiopië, waar de bouw van een gigantische dam in de Nijl spanningen veroorzaakte met Soedan en Egypte. Het rapport bepleit om niet langer grote dammen te bouwen, en het aantal kleinere dammen wereldwijd te beperken tot ruim tweeduizend.