N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Bankredding Coco’s, leningen die een bank in nood kan omzetten in aandelen, spelen een belangrijke rol bij de redding van Credit Suisse. En bij de onrust die maandag volgde.
Een financiële crisis heeft wel wat weg van een deeltjesversneller: laat banken maar hard genoeg op elkaar botsen en er worden exotische verschijnselen zichtbaar waarvan alleen een kleine groep specialisten het bestaan wist.
Tijdens de financiële crisis van 2008 waren dat bijvoorbeeld collateralized debt obligations (CDO’s), pakketten van leningen die werden opgedeeld in schijven met meer of minder risico die apart werden verhandeld, of nóg eens herverpakt, gebundeld en opgedeeld. Tot niemand meer wist wat het risico voor bezitters en beleggers was. Of de enorme ‘schaduwbanken’ buiten de formele balans van gewone banken, die leefden in de schemerzone van het financiële toezicht.
Ook nu komt er, door de afwikkeling van de déconfiture van de Zwitserse bank Credit Suisse, een verschijnsel naar boven dat alleen financiële specialisten bekend voorkomt: de coco. Zondag bleek dat beleggers in coco’s van Credit Suisse er 16 miljard euro bij inschieten. En het scheelde niet veel of dat zou hebben bijgedragen aan nog méér wantrouwen en paniek rond banken.
Aandelenhouders gespaard
Coco’s zijn door de financiële toezichthouders verzonnen als antwoord op de vorige financiële crisis. De naam ‘coco’ is een afkorting van contingent convertible: een lening aan een bank die kan worden omgezet in aandelen van die bank, als deze bank in de problemen komt. In wezen ís een coco aandelenkapitaal, als het er op aankomt. Als dat kapitaal tot de hardste buffers, de Tier 1, van de bank behoort, heet zo’n coco een Additional Tier 1, ofwel ‘AT1’.
Coco’s zijn veel riskanter dan een gewone lening aan een bank, want bij een faillissement zijn ze veel eerder aan de beurt. Door het grotere risico kennen coco’s een hoge rente. En ze waren, omdat de rente de afgelopen jaren zo laag was, flink in trek: tot voor dit weekeinde stond er voor een kleine 250 miljard euro aan coco’s uit. Ook Nederlandse banken hebben ze uitstaan.
Prima oplossing, zo lijkt het. In plaats van een klassieke ‘bail out’ van een bank, waarbij de samenleving voor de verliezen opdraait, is hier sprake van een ‘bail in’: eerst moeten de beleggers bloeden. Volgens de regels worden, bij een bankredding, eerst de aandelen van een bank waardeloos, en pas direct daarna zijn de coco’s de pineut.
Maar in het overnameplan van Credit Suisse, door zijn Zwitserse rivaal UBS afgelopen weekeinde, bleken de AT1’s van de Zwitserse bank als eerste in één klap te worden weggevaagd, en werden de aandeelhouders van de bank juist een beetje gespaard: zij kwamen alsnog weg met 3 miljard euro.
Dat zorgde maandagochtend voor grote verwarring bij beleggers: het ging precies andersom dan zij hadden verwacht. Er brak flinke onrust uit in die markt van 250 miljard aan coco’s. En: als het zo zou gaan als in Zwitserland, dan zouden coco’s eigenlijk een veel hogere rente moeten hebben gegeven om het veel hogere risico goed te maken. Nog los van de vraag of de coco zelf eigenlijk nog wel levensvatbaar zou zijn.
In de loop van maandag voelden de toezichthouders van banken in de eurozone, de Europese Centrale Bank voorop, zich dan ook genoodzaakt om te onderstrepen dat de eurozone géén Zwitserland is, en dat coco’s in de eurozone niet als eerste de eerste klappen opvangen.
Lees ook: ‘Zwitserse bank UBS neemt Credit Suisse over voor 2 miljard dollar’
Advocaten
Die boodschap bracht de rust in de coco-markt weer wat terug, en verhinderde vooralsnog paniekverkopen die voor nóg meer wantrouwen in de gezondheid van banken zouden kunnen veroorzaken. Al is de waarde van coco’s door koersdalingen inmiddels nog maar 82 procent van elke euro die via de coco is uitgeleend.
Wat óók hielp was het besluit van de grote centrale banken, inclusief de ECB en de Amerikaanse federal reserve, om zogenoemde ‘swaplijnen’ te openen. Net als tijdens de financiële crisis van 2008 én de pandemie.
Het betekent dat zij te allen tijde de beschikking hebben over elkaars valuta’s – met name dollars – en hun commerciële banken zo ten minste tot eind april makkelijk kunnen voorzien van extra geld als dat nodig is. Al slijpen, over de grens van de eurozone, in Zwitserland inmiddels de advocaten hun messen over de manier waarop de coco’s daar bij Credit Suisse zijn geofferd.