Overname Credit Suisse door UBS laat zien dat toezichthouders geen antwoord hebben op ‘too big to fail’-probleem

Analyse

Redding Credit Suisse UBS redt de kwakkelende concurrent Credit Suisse door een overname. Maar wel pas na garanties te hebben gekregen van de overheid. Waarom verleent Zwitserland die?

Een vestiging van Credit Suisse in Zürich. De noodlijdende bank wordt overgenomen door concurrent UBS.
Een vestiging van Credit Suisse in Zürich. De noodlijdende bank wordt overgenomen door concurrent UBS.

Foto Ennio Leanza/EPA

Hoe kan het dat de oplossing voor een wankelende grote bank het optuigen van een nog grotere bank is? Voor Zwitserland is dat sinds dit weekeinde realiteit: de twee grootste banken van het land gaan samen om zo de Zwitserse financiële sector te stabiliseren.

UBS ging zondagavond akkoord met de overname van de ernstig kwakkelende concurrent Credit Suisse (CS) voor een bedrag van 3 miljard Zwitserse frank (3 miljard euro). De fusiebank heeft meer dan 1.700 miljard euro aan bezittingen op de balans, omgerekend 140 procent van het Zwitserse bruto binnenlands product.

De 167 jaar oude Credit Suisse begon afgelopen week te wankelen. De bank, al jaren geplaagd door schandalen en slechte resultaten, maakte halverwege de week bekend dat zijn financiële verslaggeving „onvolkomenheden” bevatte. In de week van het faillissement van Silicon Valley Bank voedde dat het wantrouwen van beleggers en rekeninghouders over de gezondheid van de bank nog meer.

De beurskoers van CS kelderde en elke dag werd 10 miljard frank aan spaargeld bij de bank weggehaald. Een kredietlijn van de Zwitserse centrale bank van 50 miljard frank op donderdag stutte de bank onvoldoende, waarna een reddingsactie op touw werd gezet met hulp van grote concurrent UBS.

Initiators van de overname waren de financiële toezichthouders van Zwitserland en de Zwitserse regering. Maar ook internationale toezichthouders gaven nadrukkelijk hun fiat. De Zwitserse minister van Financiën Karin Keller-Sutter benadrukte tijdens de persconferentie over de reddingsactie zondagavond meermaals dat er steeds overleg is geweest met de toezichthouders in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waar zowel UBS als Credit Suisse grote belangen heeft als fondsbeheerder voor bedrijven. Volgens Keller-Sutter hebben de toezichthouders uit die landen na bekendmaking van de deal laten weten „zeer dankbaar” te zijn voor de oplossing van het CS-probleem.

‘Onberekenbare gevolgen’

Volgens de Zwitserse bondspresident Alain Berset was de overname van Credit Suisse van groot belang voor de stabiliteit van de bankensector wereldwijd. „Een ongecontroleerde ineenstorting van Credit Suisse zou leiden tot onberekenbare gevolgen voor het land en het internationale financiële systeem.”

Na de kredietcrisis hadden de financiële toezichthouders juist een groot raamwerk opgetuigd om maatschappelijke kosten als gevolg van ‘too big to fail’-banken voortaan te voorkomen, na het fiasco met het faillissement van Lehman Brothers. Het bankroet van die grote Amerikaanse zakenbank bracht heel veel andere banken in de problemen: de internationale financiële sector bleek zeer verstrengeld te zijn. Overheden waren daarna gedwongen andere wankelende financiële instellingen alsnog wel te redden of te ondersteunen, tegen hoge financiële en maatschappelijke kosten. In Nederland werden ABN Amro en Fortis genationaliseerd, en ontving onder meer ING en verzekeraar Aegon staatssteun.

Sindsdien zijn onder internationaal afgestemde bankregels – toevalligerwijs vernoemd naar het Zwitserse Bazel waar de commissie huist waarin centrale banken hun beleid afstemmen – buffers verhoogd en jaarlijkse stresstesten uitgerold. Bankbesturen worden wat betreft hun risicomanagement en strategie strenger op de vingers gekeken door de toezichthouders. Ook zijn principeafspraken gemaakt over hoe banken die tóch nog failliet dreigen te gaan, moeten worden afgewikkeld. Met als belangrijkste leidraad: niet meer de overheden, maar aandeelhouders en kredietverschaffers moeten als eerste betalen.


Lees ook: Wat is er gebeurd met ‘nooit meer een bankencrisis’?

Tóch overheidsgaranties

Hoewel inderdaad de aandeelhouders en bepaalde obligatiehouders van Credit Suisse de eerste klap opvangen van de opheffing van de bank, hebben de toezichthouders en de Zwitserse overheid nu toch alsnog flinke garanties afgegeven om UBS te overtuigen Credit Suisse over te nemen. De Zwitserse centrale bank gaf een liquiditeitskredietlijn af tot 100 miljard Zwitserse frank, ondersteund met een garantie van de overheid. Mochten er door UBS verliezen worden geleden op overgenomen CS-bezittingen – door afschrijvingen, toekomstige boetes of herstructureringskosten – dan staat de Zwitserse overheid garant voor een bedrag van 9 miljard frank. Wel wordt UBS geacht de eerste 5 miljard frank aan verliezen zelf op te hoesten.

Ondanks die staatsgaranties beklemtoonden de Zwitserse autoriteiten zondagavond dat de fusie van UBS en Credit Suisse toch echt een private oplossing is. „Ik moet benadrukken dat dit geen bail-out is”, zei minister Keller-Sutter. „Dit is een commerciële oplossing omdat het UBS is die de overname doet.”

Die ‘commerciële’ oplossing was mogelijk omdat UBS een flinke korting wist te bedingen. De bank van topman Ralph Hamers deed na een weekend hard onderhandelen een bod van 0,76 frank per aandeel CS. Dat is flink onder de slotkoers van CS vrijdag van 1,86 frank. Een jaar geleden stond het aandeel van CS nog rond de 7 frank. UBS had eigenlijk nog minder willen betalen: een eerste bod zaterdag bedroeg rond de 0,25 frank.

President-commissaris Colm Kelleher van UBS benadrukt in het persbericht van zijn bank dat de deal „een noodredding betreft”, maar wel „aantrekkelijk is voor UBS-aandeelhouders” omdat deze „duurzame winstkansen” genereert. Op termijn denkt de bank 8 miljard dollar aan besparingen te kunnen doen. UBS zal na de integratie van Credit Suisse de nummer één fondsmanager zijn van Europa. „We hebben de transactie zo in elkaar gezet dat de waarde die nog over is [van CS] wordt behouden, terwijl eventuele negatieve impact wordt beperkt”, zegt voorzitter Kelleher, daarmee verwijzend naar de garantstellingen van de overheid. „De transactie brengt voordelen voor onze klanten en creëert langetermijnwaarde voor onze investeerders.”

‘Een monster is ontstaan’

Inmiddels zwelt de kritiek ook aan. De overname van CS door grote broer UBS laat zien dat toezichthouders nog altijd onvoldoende antwoord hebben op het ‘too big to fail’-probleem van de internationale bankensector. Wat te doen als een hele grote, voor de wereldwijde financiële sector essentiële bank dreigt om te vallen? Met de fusie van de twee grote Zwitserse banken is immers een nóg grotere bank opgetuigd. UBS is nu weliswaar een goedlopende, gezonde bank, maar Credit Suisse was dat ooit ook. Als UBS in de toekomst ook gered moet worden, wordt dat nog moeilijker voor de Zwitserse overheid.

Met de fusie van de twee grote Zwitserse banken is immers een nóg grotere bank opgetuigd

Tegenover persbureau Reuters zegt de leider van de Sociaal-Democraten in het Zwitserse parlement dat met de deal een enorm risico is geschapen voor Zwitserland en UBS. „Wat is gebeurd, is vreselijk voor de geloofwaardigheid van Zwitserland.” In een redactioneel commentaar schrijft de Neue Zürcher Zeitung dat weliswaar met het verdwijnen van CS „een zombie is verdwenen, maar een monster is ontstaan”. „Vijftien jaar na de kredietcrisis werd gezegd dat de staat nooit meer een bank zou hoeven ondersteunen”, schrijft de krant. „Maar nu de nood aan de man is, mag Credit Suisse koste wat kost niet ten onder gaan. Sterker nog: door de overname door UBS wordt die bank nog meer ‘too big to fail’.”

De Zwitserse regering benadrukte zondagavond dat de belangen van het land met de deal het beste worden behartigd. „Een faillissement van Credit Suisse had enorme schade gedaan aan de Zwitserse financiële markt, met risico van besmetting voor UBS en andere banken, ook internationaal”, zei minister Keller-Sutter tijdens de toelichting op de reddingsactie. „De belastingbetaler loopt in dit scenario het minste risico. De bankroetoptie zou het grootste risico hebben betekend, omdat de kosten voor de Zwitserse economie enorm zouden zijn geweest.”