N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.
Moeder: „Mijn partner en ik wonen in een welvarende buurt. Wij maken andere keuzes dan onze buren. Zo zijn we als ouders veel meer thuis, maar hebben daardoor ook minder te besteden. Door omstandigheden is onze portemonnee de laatste jaren leger geworden. De drie oudsten snappen dat, maar de jongste van 8 is altijd verongelijkt. Hij wil evenveel zakgeld als zijn vriendjes uit de buurt, snapt niet waarom wij niet gaan skiën in de voorjaarsvakantie. Als hij op een dagje uit niet alles krijgt waar hij om vraagt, barst hij in woede uit, en roept: ‘Dit is de stomste dag ooit!’ Het maakt me verdrietig, vergeleken met anderen hebben wij het al goed. Bovendien vind ik het erg dat hij niet ziet wat er tegenover staat: ouders die veel meer thuis zijn, die hem altijd kunnen ophalen, bij wie het gezellig thuis is, en iedereen welkom is. Hoe gaan we om met die welvaart om ons heen, hoe leren we hem wat tevredenheid is?”
Gezinsgesprek
Bas Levering: „Verongelijktheid kan machteloze woede veroorzaken. Wanneer u met uw levensstandaard in een minder welvarende wijk zou wonen zou dat voor uw zoon waarschijnlijk de pijn wegnemen. De rollen zouden dan omgedraaid zijn. Maar dan nog zou uw zoon overgeleverd zijn aan de manipulatietechnieken van adverteerders. Er zijn helaas psychologen die zich graag voor het bedenken van dergelijke campagnes laten inhuren. Zo veroorzaakt merkkleding al heel lang een nare dynamiek op school en in de buurt. Ook meer bemiddelde ouders worstelen met het probleem dat het voor sommige van hun kinderen nooit genoeg is.
„Aan uw zoon van 8 moet u kunnen uitleggen waarom u voor een andere manier van leven kiest dan de andere ouders in de wijk. Probleem blijft dat als afgunst bezit van iemand neemt de redelijkheid uit het zicht raakt.
„Vraag aan de drie oudsten hoe ze er mee hebben leren omgaan. Hebben zij geleerd het als uitdaging te zien om met minder geld toe te kunnen? Heeft u daar bewust aan gewerkt?
„Ik kan me voorstellen dat de ontevredenheid u verdriet doet. De kans bestaat dat het nog lang duurt voordat uw zoon de voordelen van de aanpak van u en uw partner inziet. Waardering voor de opvoeding komt vaak pas met de jaren. Er zijn ook kinderen die altijd verongelijkt blijven. Daar kun je als ouder niets aan doen.”
Steun en grenzen
Liesbeth Groenhuijsen: „Dit kind heeft uw steun en grenzen nodig. Het is geen teken van een slecht karakter, hij wil er gewoon zo graag bij horen. U zegt: ‘Vergeleken met anderen hebben wij het goed.’ Maar dat zijn verre anderen, de kinderen waarmee uw zoon zich vergelijkt zijn vriendjes en buurtgenootjes. Uit onderzoek naar geluk en geld komt altijd: geld maakt in zoverre gelukkig, dat we graag rond het niveau zitten van onze sociale kring, buurt, vrienden en familie.
„Dit kind ziet dat hij het materieel minder goed heeft. Dat is niet erg, maar wel lastig op een leeftijd wanneer een kind precies wil lijken op de kinderen om hem heen.
„Probeer via de leerkracht uit te zoeken hoe het met uw zoon op school gaat. Het kan er ongelofelijk hard aan toe gaan als je ‘de juiste spullen’ niet hebt.
„Anticipeer op een dagje uit: leg hem uit wat wel en niet kan, bijvoorbeeld: ‘We nemen zelf boterhammen mee, en je mag voor 5 euro in de souvenirwinkel iets uitzoeken.’ Bespreek de keuzes: sommige dingen kunnen wel, wat wil hij het liefste? Wees af en toe onverantwoord gul, dat is zo heerlijk en zal hij voor altijd onthouden.”
Bas Levering is voormalig hoofdredacteur van Pedagogiek in Praktijk.
Liesbeth Groenhuijsen in klinisch pedagoog.