De Europese Centrale Bank, de Amerikaanse Federal Reserve en enkele andere grote centrale banken hebben gezamenlijk aangekondigd dat er meer leenmomenten voor dollars komen tot ten minste eind april. Met de maatregel pogen de centrale banken de rust te herstellen op de financiële markt, die sinds de rappe val van de Amerikaanse Silicon Valley Bank eerder deze maand onrustig is.
Naast de ECB wordt het ook voor de centrale banken van Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Japan en Canada makkelijker om dollars te lenen bij de Fed middels zogenoemde ‘swap lines’. Dat zijn dollarleenmomenten die voorheen eens per week plaatsvonden maar tot eind april eens per dag. Daarmee moet de liquiditeit van centrale banken worden verhoogd, die op hun beurt weer reguliere banken kunnen voorzien van geld. Daardoor hoeven klanten en aandeelhouders minder te vrezen voor paniek onder rekeninghouders. Ook zorgen de extra leenmogelijkheden ervoor dat banken niet schromen om leningen uit te schrijven aan bedrijven en huishoudens.
De Silicon Valley Bank ging ten onder door een gebrek aan liquiditeit; ineens poogde een deel van de rekeninghouders geld op te nemen, een zogenoemde ‘bankrun’. Een groot deel van het totaalkrediet van de bank stond echter nog vast in staatsobligaties die de bank niet snel genoeg van de hand kon doen. De Amerikaanse President Joe Biden besloot bij te springen om de spaarders te garanderen dat ze bij hun spaargeld kunnen. Ook het Zwitserse Credit Suisse en de Amerikaanse Signature Bank kwamen in de problemen de afgelopen weken.
De Europese Unie hoefde er maar een paar dagen op te wachten. Nadat het blok vrijdag definitief had ingestemd met importheffingen op Chinese elektrische auto’s, meldde China dinsdag maatregelen tegen Europese brandewijn. Daarmee krijgt een handelsoorlog tussen de EU en China concreet vorm.
In de praktijk treft China met de stap vooral Franse cognacbedrijven, zoals de producenten van Rémy Martin en Hennessy. Frankrijk was een groot voorstander van heffingen op Chinese elektrische auto’s.
Importeurs van sterke drank moeten vanaf vrijdag een soort borg betalen als ze hun producten uit de EU halen. Die heffing bedraagt 30 à 40 procent van de waarde.
China had de Europese drankensector al langer in het oog. Het land begon eerder dit jaar onderzoek naar kunstmatig goedkoop aanbieden van Europese brandewijn, en zei daarna bewijs voor dumping ervan te hebben gevonden. Vergelijkbare onderzoeken zijn inmiddels gaande naar veronderstelde dumping van varkensvlees en zuivel.
Dinsdag zei een woordvoerder van het Chinese ministerie van Handel volgens nieuwswebsite Politico ook dat het land kijkt naar heffingen op grote auto’s op fossiele brandstof. Dat kan met name de Duitse auto-industrie hard raken.
Klacht bij WTO
De brandewijnheffing is de eerste concrete tegenmaatregel van China. Het land is formeel nog in gesprek met de EU om een oplossing te vinden voor het conflict over elektrische auto’s. Details zijn er echter nauwelijks en het is niet bekend hoe kansrijk de gesprekken zijn.
De beurskoersen van Franse drankproducenten reageerden dinsdag sterk op de aangekondigde maatregel. LVMH, het luxeconcern dat eigenaar is van Hennessy, verloor meer dan 3 procent. Dat gold ook voor Pernod Ricard, eigenaar van cognacmerk Martell. Rémy Cointreau verloor zelfs bijna 9 procent aan waarde.
Voor de drankproducenten is China de belangrijkste markt na de Verenigde Staten: er gaan jaarlijks tientallen miljoenen flessen heen, vorig jaar ter waarde van 1,7 miljard euro, aldus persbureau Reuters.
Brussel reageerde direct door de kwestie aanhangig te maken bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De Europese Commissie ontkent dat sprake is van dumpingpraktijken bij de export van brandewijn. Ook China heeft bij de WTO een klacht ingediend, over de Europese heffingen op elektrische auto’s.
Vergeldingsmaatregelen
EU-lidstaten stemden vorige week in met de heffingen, bijna een jaar nadat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen een onderzoek naar de Chinese autosector had aangekondigd. Daaruit bleek dit jaar dat die bedrijfstak enorme steunbedragen heeft gehad van de overheid, waardoor de prijs van elektrische auto’s van merken als BYD en SAIC kunstmatig laag is.
De Europese heffingen verschillen per automerk, maar kunnen oplopen tot bijna 50 procent. Daarmee blijft de Europese Unie ver achter bij de Verenigde Staten, die deze zomer heffingen van 100 procent aankondigden op Chinese elektrische auto’s. Dat komt in de praktijk neer op een importverbod voor deze auto’s.
Een opvallende stem tegen de heffingen kwam van Duitsland, dat vergeldingsmaatregelen tegen de eigen auto-industrie vreest. Volkswagen, Mercedes en BMW zijn erg groot in China.
Mocht China overgaan tot heffingen op zuivel, auto’s of varkensvlees, dan raakt dat veel meer landen dan de huidige cognacmaatregel. Ook Nederland, dat afgelopen vrijdag voor de heffingen stemde, merkt in dat geval meer van de handelsoorlog: het exporteert jaarlijks voor enkele honderden miljoenen euro’s aan varkensvlees naar China. Daarmee staat het achter Spanje, dat met meer dan een miljard euro aan varkensvlees voor China verreweg de grootste exporteur is.
Een tegenvaller voor Google: een Amerikaanse rechter dwingt de techreus om concurrerende downloadwinkels ruim baan te geven in Android, wereldwijd het meest gebruikte besturingssysteem.
Maandag maakte rechter James Donato van de districtrechtbank van Californië de uitspraak bekend. Het is het voorlopige sluitstuk van een rechtszaak die in augustus 2020 werd aangespannen door gameontwikkelaar Epic. Dat bedrijf, bedenker van het populaire spel Fortnite, wilde niet langer afhankelijk zijn van de downloadwinkels van de grote besturingssystemen, Apple iOS en Google Android. Fortnite is een game met tientallen miljoenen spelers, die veel digitale aankopen doen.
Op telefoons vragen Apple en Google tarieven tot 30 procent voor de distributie van betaalde software en digitale diensten. Epic wil zijn eigen downloadwinkel op mobieltjes kunnen uitbaten, zonder marge af te hoeven staan aan Apple of Google.
Bij Apple had Epic amper succes, maar de Google-zaak pakte anders uit.
De rechter eist dat Google per 1 november ingrijpende aanpassingen doet. Het gevolg is dat consumenten straks makkelijker om de Play Store, de standaard downloadwinkel van Android, heen kunnen als ze een nieuwe app kopen of een digitaal abonnement afsluiten.
Dat kan veel geld schelen, en het wakkert bovendien de concurrentie aan. Android heeft wereldwijd een marktaandeel van ongeveer 70 procent. De totale markt voor mobiele apps wordt geschat op zo’n 200 miljard dollar (182 miljard euro) per jaar, met een flinke groei in het verschiet.
Lee-Anne Mulholland, die Google op het gebied van regelgevingszaken vertegenwoordigt, legde in een blogpost uit dat het bedrijf in beroep gaat tegen de uitspraak: „Deze beslissing van de rechtbank ziet overduidelijk over het hoofd dat Google concurreert met Apple.” De rechter beschouwt Android echter als een markt op zich, niet als een concurrent van Apple.
Winkelstraat
Apple en Google hebben het voor het zeggen in hun besturingssystemen, iOS en Android. Daarom is software kopen op een telefoon tot nu toe te vergelijken met boodschappen in een winkelstraat met slechts één winkel (Apple iOS). Of, in het geval van Google Android, een winkelstraat met één enorme supermarkt en een paar kleine kraampjes die vrijwel niemand weet te vinden.
Eind 2023 had een Amerikaanse jury al vastgesteld dat Google er illegale praktijken op nahield om de monopoliepositie van de Play Store te bestendigen. Het bedrijf bood in het verleden telefoonmakers, spelontwikkelaars en digitale diensten voordelen als ze hun materiaal exclusief in de Play Store aanboden en niet in concurrerende winkels op het Android-platform.
De Californische rechter James Donato eist dat Google de komende drie jaar softwareontwikkelaars toestaat om hun eigen winkels aan te bieden in de Play Store, en dat ze ook mogen beschikken over de catalogus van de Play Store, om een volwaardig aanbod te kunnen samenstellen.
Donato verweet Google de rechtbank overspoeld te hebben met „een stortvloed aan vluchtige commentaren” die in zijn ogen geen hout sneden.
De maatregelen die Google moet nemen, gelden voor de Amerikaanse markt. In Europa gaat het er anders aan toe: daar dwingt de Digital Markets Act de grote techbedrijven om hun platforms open te stellen. Wie zich niet aan de regels houdt, hangt een boete boven het hoofd. Apple is het eerste bedrijf dat dat risico loopt, omdat het maar mondjesmaat tegemoetkomt aan de DMA-vereisten.
De vader verkocht zijn boerderij in Friesland aan zijn zoon. De zoon betaalde daarvoor de gebruikelijke ‘agrarische waarde’, het verkoopbedrag waarbij hij het bedrijf nog net lonend kon exploiteren. In dit geval kwam die neer op ongeveer negen ton, duidelijk minder dan de marktwaarde. Zo kon de boerderij in de familie blijven. Om te voorkomen dat bij verkoop van de boerderij de hele opbrengst alleen aan de zoon zou toekomen, werd bij de verkoop een eveneens gebruikelijke meerwaardeclausule afgesproken.
Op grond van die clausule zou de vader – en na diens overlijden de moeder dan wel de zussen – een in de tijd afnemend percentage van de meerwaarde krijgen, als de zoon de boerderij binnen 24 jaar na de overname verkocht. Maar wat was de meerwaarde precies?
Die vraag doemde in volle omvang op toen de zoon vanwege arbeidsongeschiktheid het bedrijf na zestien jaar verkocht. Hij deed dat voor een veel hoger bedrag dan hij zelf had betaald. Per WhatsApp informeerde hij na de transactie zijn moeder en zussen.
Mocht de zoon de opbrengst opnieuw investeren in een ander agrarisch bedrijf of in bitcoins? En konden, voor de berekening van de meerwaarde, ook eerder aangegane hypotheken van de verkoopopbrengst van drie miljoen euro worden afgetrokken, opdat de moeder het deel van de netto-opbrengst kreeg waarop ze volgens de clausule recht had? De zoon stelde dat, maar de moeder was het er niet mee eens. Zij ging procederen.
De rechtbank besliste daarop dat de zoon ruim zeven ton aan de moeder moest betalen. Beiden gingen in hoger beroep.
De uitspraak Toegewezen
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden volgt grotendeels de rechtbank. De zoon moet de moeder zeseneenhalve ton betalen, plus ruim 6.000 euro aan juridische kosten. In de meerwaardeclausule stond niet duidelijk wat als netto-opbrengst telde, of bijvoorbeeld de hypotheek van de meerwaarde afgetrokken moest worden. En over de vraag wanneer de zoon had moeten melden dat hij met een deel van de verkoopopbrengst opnieuw wilde investeren, is de akte niet duidelijk. Maar na de verkoop en levering van de boerderij is het in ieder geval te laat, oordeelt het hof.
Het commentaar
Omdat meer boeren door strengere milieumaatregelen in de nabije toekomst hun bedrijf zullen verkopen, al dan niet vrijwillig, zijn meer van dit soort rechtszaken te verwachten. Want bij de verkoop van boerderijen staan grote belangen op het spel.
„En dan gaat het vaak over de toepassing van de meerwaardeclausule”, zegt advocaat Wiebren Santema (Santema advocatuur), die niet bij de zaak is betrokken. Hij doet vaker dit soort zaken en kijkt niet op van deze uitkomst. „Het gaat erom dat je goed onderbouwt wat die ‘agrarische waarde’ is. Alleen dan is de regeling bestand tegen eventuele aanspraken van familieleden op hun erfdeel.”
Als de toepassing van de meerwaardeclausule zo vaak leidt tot problemen, zou je dan geen uitgewerkt model verwachten met een volledige opsomming van keuzemogelijkheden, waarin de termen duidelijk omschreven zijn? „Je kunt wel een model uit de kast trekken, maar je moet rekening houden met de specifieke omstandigheden”, zegt Santema. „Je wilt met de afspraken aansluiten bij wat de partijen exact willen.”
De zoon vond dat onder andere de hypotheek van de meerwaarde moest worden afgetrokken. „Maar daarmee was bij de overdracht van vader op zoon al rekening gehouden’, zegt advocaat Matthijs Sturms (Alderse Baas advocaten), die optrad voor de moeder. „Het was beter geweest als het al dan niet aftrekken van hypotheken in de akte was opgenomen, maar dat is vooral wijsheid achteraf.”
Advocaat Martijn van Rongen (Groenewegen advocaten), die de zoon bijstond, „zou in heel Friesland wel lezingen willen houden om duidelijk te maken dat je heel goed moet begrijpen wat wordt afgesproken in zo’n meerwaardeclausule. Want onduidelijkheden leiden vaak tot grote drama’s en vormen vreselijke splijtzwammen in families”.
De afspraken worden vaak opgesteld door bedrijfsadviseurs of accountants, „die het zelf ook niet snappen”, aldus Van Rongen. Notarissen leggen die afspraken dan vast. „Het zou beter zijn als bij het opstellen van de clausule een advocaat werd betrokken, want die houdt rekening met alle mogelijke beren op de weg. Wat moet er gebeuren als de boer onverwacht moet stoppen? En als de overheid gaat onteigenen, mag je het geld dan gebruiken om in Denemarken of Canada een nieuw agrarisch bedrijf te beginnen?”
Volgens Van Rongen is het probleem sowieso dat de boer die het bedrijf heeft overgenomen vaak vindt dat het helemaal van hem is. „Want hij heeft er vaak vele jaren hard gewerkt, met voorspoed en tegenslag, hij heeft risico’s genomen – en dan moet hij soms achteraf een deel van de opbrengst afstaan!”
Ook het ‘blijversrecht’ biedt hier geen oplossing. Dat is de praktijk die sinds jaar en dag heerst in Twente en de Achterhoek. Als een van de kinderen daar de boerderij overneemt, verklaren broers en zussen dat ze afzien van het opeisen van hun erfdeel. Dit ‘aftekenen’ doen ze in ruil voor (veel) minder geld dan hun legitieme portie zou zijn. Maar die afspraak houdt juridisch geen stand als een kind later niettemin zijn erfdeel wil – al is niet bekend hoe vaak dat voorkomt.
Uitspraak: gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 6 augustus 2024; ECLI:NL:GHARL:2024:5053