N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Zwitserse bank UBS neemt zijn noodlijdende concurrent Credit Suisse over. Dat heeft de Zwitserse regering zondagavond bekendgemaakt in een persconferentie. UBS legt 3 miljard Zwitserse frank (3,03 miljard euro) neer voor de gekwelde bank, aldus de twee banken zondag. De overname moet eind 2023 helemaal afgerond zijn, melden internationale media.
De aankondiging volgt op een weekend vol onderhandelingen, waarin UBS eerst een bod uitbracht van 1 miljard dollar. Daar ging Credit Suisse niet mee akkoord, waarna UBS het bedrag zondag uiteindelijk verdriedubbelde. Het definitieve bod blijft met 0,76 Zwitserse frank per aandeel ver onder de aandeelprijs van 1,86 Zwitserse frank waar Credit Suisse de beursweek vrijdag mee afsloot. Aandeelhouders van Credit Suisse krijgen één aandeel UBS voor elke 22,48 aandelen Credit Suisse.
Lees ook: Wat is er gebeurd met ‘nooit meer een bankencrisis’?
Om UBS in staat te stellen Credit Suisse over te nemen, staat de overheid garant voor maximaal 9 miljard Zwitserse frank (9,1 miljard euro). Die verliesgarantie wordt geactiveerd als er daadwerkelijk verliezen worden geleden op de Credit Suisse-portefeuille, aldus de Zwitserse minister van Financiën tijdens de persconferentie. De Zwitserse centrale bank staat garant voor een liquiditeitslening van maximaal 100 miljard Zwitserse frank (ruim 101 miljard euro). Om de overname mogelijk te maken, voert de Zwitserse overheid noodmaatregelen in. Daarmee kan de consultatieperiode van zes weken worden overgeslagen en hoeven de aandeelhouders van beide banken niet over het plan te stemmen.
Volgens de Zwitserse bondspresident Alain Berset is de overname van groot belang voor de stabiliteit van de wereldwijde banken. „Een ongecontroleerde ineenstorting van Credit Suisse zou leiden tot onberekenbare gevolgen voor het land en het internationale financiële systeem”. Het is nog niet duidelijk of de aankondiging voldoende gaat zijn om het vertrouwen in de bankensector terug te winnen. Dat zal blijken als de aandelenbeurzen maandagochtend opengaan.
Gekelderde aandelenprijzen
Credit Suisse, met aan het hoofd Nederlander en voormalig ING-topman Ralph Hamers, raakte afgelopen week aan het wankelen nadat in de dinsdag gepubliceerde jaarcijfers tekortkomingen aan het licht kwamen. Accountant PwC gaf een „negatief advies” over de interne controlesystemen van de bank. Een dag later bleek de belangrijkste aandeelhouder, de Saudi National Bank, ook niet langer financieel bij te willen springen. Als resultaat verloor Credit Suisse een kwart van zijn beurswaarde, waarna de Zwitserse centrale bank bekendmaakte tot 50 miljard Zwitserse frank uit te kunnen lenen aan de bank in nood. Ook dat gaf onvoldoende houvast aan rekening- en aandeelhouders; het aandeel Credit Suisse kelderde vrijdag met nog eens 8 procent.
De problemen bij Credit Suisse zitten dieper dan de jaarcijfers van afgelopen jaar. In 2014 bekende de bank Amerikaanse cliënten te hebben toegestaan om belastingen te ontduiken, wat leidde tot een boete van omgerekend 2,4 miljard euro. Bestuursvoorzitter Tidjane Thiam nam zes jaar later ontslag vanwege twee bedrijfsspionageschandalen. Later in 2020 verloor de bank 5,1 miljard euro toen hedgefund Archegos instortte. Vorig jaar onthulde de Britse krant The Guardian dat fraudeurs en criminele en corrupte politici 91 miljard euro hadden ondergebracht bij Credit Suisse.