De krankzinnige wereld die YouTube heet

Recensie

Boeken

Delphine de Vigan Als kindvlogger Kimmy verdwijnt, spat de droom van het kanaal ‘Happy Playtime’, uiteen. Zo associeert de schrijver de wereld van sociale media met die van de misdaadserie.

De kinderen zijn helemaal geen koning maar lopendebandwerkers, gedisciplineerde acteurs in een laatkapitalistisch toneelstuk.
De kinderen zijn helemaal geen koning maar lopendebandwerkers, gedisciplineerde acteurs in een laatkapitalistisch toneelstuk.

Foto Getty Images

Het is de droom van alle kinderen, en Kimmy en Sammy van zes en acht mogen hem elke dag uitleven: kopen en snoepen wat je wilt, elke dag cadeaus ‘unboxen’ en ouders die op alles ja zeggen. In dit gezin zijn de kinderen koning, zegt hun moeder Mélanie, die van de droom een goedlopend bedrijf heeft gemaakt. Meerdere keren per week uploadt ze een video van haar zoon en dochter op YouTube, haar eigen roem onderhoudt ‘mama’ op Instagram. Ze is eindelijk de realityster die ze al sinds het begin van de eeuw wilde worden. De kinderen zijn dan wel koning, Mélanie is de mama-fee die met haar smartphone als een toverstok daadwerkelijk bepaalt wat er gebeurt.

De kinderen zijn koning van Delphine de Vigan (1966) is een scherp commentaar in romanvorm op kindvloggers of ‘kidfluencers’ en vooral op hun ouders. Zoals Maxim Februari deed in Klont met de tech-evangelisten, zo drijft De Vigan de wereld van YouTube op de spits om te laten zien hoe krankzinnig die eigenlijk is.

Als dochtertje Kimmy verdwijnt, spat de droom van ‘Happy Playtime’, zoals het vlogkanaal heet, uit elkaar. Er waren al wat barstjes aan het ontstaan in het roze, met pailletjes versierde paradijs. Wat begon als een welkome ontsnapping uit de sleur van het jonge moederschap, is in de loop der jaren uitgegroeid tot noodzakelijk levensonderhoud. Emotionele chantage doet zijn intrede: als de kinderen niet meer willen meedoen, aldus Mélanie, dan zal niemand nog van ze houden. Dat slaat natuurlijk net zoveel op haarzelf.

Mélanies tegenstrever is generatiegenoot Clara, die de vermiste Kimmy moet opsporen. De alleenstaande, laten we zeggen neurodiverse, ‘smeris’ doet denken aan de vrouwelijke rechercheurs uit series als The Killing en The Bridge. Clara moet niets hebben van de online wereld en eigenlijk ook niets van kinderen. Ze waagt zich aan een closereading van de filmpjes. Ze wekken haar onbehagen, met al die opgeplakte glimlachjes en ingestudeerde zinnetjes. De kinderen zijn helemaal geen koning maar lopendebandwerkers, gedisciplineerde acteurs in een laatkapitalistisch toneelstuk.

Verslaafd aan likes

Tegelijk is het duidelijk dat moeder Mélanie overvloedig van haar kinderen houdt. De angsten die zij doorstaat als haar dochtertje verdwijnt, brengt De Vigan ijzingwekkend onder woorden. Maar haar liefde is moeilijk te onderscheiden van narcisme. Moederliefde, hoor je Mélanie denken – dat slaat toch ook op haarzelf? Haar verslaving aan de likes overheerst alles, alleen als haar volgers haar bevestigen met hartjes en gebedsemoji’s is ze iemand. En toch, als ze na de ontvoering een filmpje uploadt, is het alsof ze haar neus diep in haar eigen zweetsokken duwt: lekker, maar vooral walgelijk.

De Vigan associeert zo de wereld van sociale media op meerdere niveaus met die van de misdaadserie. Daarbij speelt ze handig met de verwachtingen van de lezer. Net als in de Scandinavische series moet Clara de kleinste aanwijzingen tot een kloppend verhaal zien te smeden. Maar er valt niet zoveel te verklaren. Aanwijzingen – een weggegooide peuk, een affaire uit het verleden – lopen op niets uit. De feiten rond de ontvoering zijn eigenlijk maar saai, het is de werkelijkheid eromheen die gek geworden is. Ook de ingebakken hoop van de seriekijker op gruwel en drama – de zweetsok om je neus in te duwen – weet De Vigan in de knop te breken. Zo levert ze niet alleen commentaar op een industrie van uitbuiting en reclame, maar ook op de kijker die het allemaal in stand houdt. We zijn allemaal medeplichtig.


Lees ook: Een boeiend boek over de nepheid van de influencerwereld