N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Aarbevingen Turkije en Syrië Het grootste gedeelte van het bedrag gaat naar Turkije, dat het hardst werd getroffen door de aardbevingen zes weken geleden. 950 miljoen euro is bestemd voor humanitaire hulp in Syrië.
Verwoeste gebouwen in de historische stad Antakia in Turkije. Bij de aardbevingen in Turkij en Syrië kwamen meer dan 50.000 mensen om het leven.
Foto Bulent Kilic/AFP
Op een donorconferentie in Brussel heeft de internationale gemeenschap maandagavond zeven miljard euro beloofd aan Turkije en Syrië voor de slachtoffers van de aardbevingen zes weken geleden. Dat heeft voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen na afloop bekendgemaakt, meldt persbureau Reuters.
Het grootste gedeelte van het bedrag gaat naar Turkije, dat het hardst werd getroffen door de ramp. 950 miljoen euro is bestemd voor humanitaire hulp in Syrië. Tijdens de conferentie zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan via een videoverbinding dat de schade in zijn land wordt geschat op 104 miljard euro.
Het Syrische regime was niet aanwezig bij de bijeenkomst, omdat de EU geen relatie onderhoudt met de Syrische president Assad. Wel biedt de EU humanitaire hulp en zal er in juni opnieuw geld worden ingezameld voor het land, aldus Von der Leyen.
Erdogan liet weten dat Turkije van plan is om het komende jaar 319.000 huizen te bouwen. „Het is voor geen enkel land mogelijk om een crisis van deze omvang alleen aan te pakken”, zei hij. „We zullen nooit de solidariteit vergeten die al onze vrienden hebben getoond in deze moeilijke dagen.”
Bij de aardbevingen in Turkije en Syrië kwamen meer dan 50.000 mensen om het leven en duizenden worden nog vermist. Meer dan drie miljoen mensen raakten dakloos. De aardbevingen van 6 februari zijn de dodelijkste natuurramp die Turkije heeft getroffen sinds de beving van 1939. Toen kwamen er 30.000 mensen om het leven.
In de vroege avond loop ik over de stille landweg, het nabije geluid van mijn schoenzolen op de weg, het lage oranje zonlicht op koeien, bosjes, boterbloemen, de lucht nog warm na de warme voorjaarsdag, maar bij doorlopen soms ook ineens weer koud, als er een groene vochtige koelte uit het gras en de struiken lijkt op te stijgen. Het is als wanneer je in zee zwemt, denk ik, soms heerlijk in lauwwarm water en dan ineens zwem je zo’n koelte in. Ongetwijfeld is dat in het groot wel uit te leggen, die lagen van verschillende temperaturen die soms niet netjes horizontaal liggen, en misschien is dat net zoals de groene koelte soms wel en soms niet uit de wegbermen en de weilanden opstijgt. Maar wie zou je kunnen vertellen, laat staan voorspellen, waar en wanneer die koeltes en die warmtes zich precies voordoen? In het groot zijn veel dingen te verklaren en in modellen onder te brengen, maar in het klein niet. Elke grasspietje beweegt door talloze oorzaken en gevolgen, te veel om ooit terug te vinden. Er is chaos onder de warme deklaag van oorzaken en gevolgen.
Het geeft me altijd een plezierig gevoel, dat zoveel niet te doorzien is, niet kenbaar is, voor ons mensen. Er zijn verschijnselen die door ons niet maar door dieren wél opgemerkt worden, maar ook zij overzien niet alles.
Onzekerheid heeft geen goede naam. We willen dingen weten, begrijpen, liefst kunnen voorzien en we doen graag alsof we dat kunnen – neem alleen al het veelgebruikte woord ‘toekomstbestendig’. Alsof we weten hoe die toekomst eruitziet. Natuurlijk hebben we wel een idee, maar we weten maar tot op zekere hoogte hoe het gaan zal, hoe graag we, om houvast te hebben, ook doen alsof het anders is.
Toch zitten er ook wel grenzen aan de behoefte aan houvast. Ik vraag weleens aan een goede vriend of vriendin, je stelt weleens zinloze vragen, gewoon, om samen te kunnen denken over hoe je tegen het leven aankijkt: als je te weten zou kunnen komen wanneer je zou doodgaan, zou je dat dan willen?
Het antwoord, na allerlei overwegingen (en die zijn nu juist het plezier van het gesprek, maar toch sla ik ze nu even over) is altijd: nee. Wat wel interessant is: de meeste mensen hunkeren naar zekerheid, maar daar moet blijkbaar – dat ontleen ik niet alleen aan dit ene miezerige voorbeeldje – een bepaalde mate van ónzekerheid bij komen. Weinigen houden van volstrekt determinisme. Dat wil zeggen, wel als theorie, het is geruststellend te denken dat alles uit oorzaken en gevolgen bestaat die begrijpelijk zijn als je je best doet en/of een briljante fysicus bent. Maar bijna niemand wil dat iedere handeling vaststaat en niet anders kan zijn dan zo.
Ik geloof wel dat iedere handeling niet anders kan zijn dan zo, dat wil zeggen: achteraf. Achteraf kon het nooit anders zijn dan zo, en hebben die miljoenen oorzaken geleid tot deze uitkomst. Maar van tevoren valt daar niets over te zeggen en blijven de warme en de koude golfjes op de weg onvoorspelbaar.
We leven nu bij uitstek in wat men ‘onzekere tijden’ noemt. Zo onzeker als alle tijden, maar met meer potentie tot narigheid. Willen we weten hoe dit afloopt en verder gaat? Kassandra werd niet voor niets niet geloofd. Niemand wil weten dat rampspoed zal komen, we leven vanuit, zoals Wislawa Szymborska haar Kassandra in een gedicht laat denken ‘een of andere vochtige hoop’ die ons voortdrijft, in leven houdt, nieuwsgierig maakt.
Oh onzekerheid. Bedreig ons niet te veel, dan zullen we altijd van je blijven houden.
„Met kinderafdeling Bos”, zeg ik door de telefoon.
„Met de ambulance, mogen we nog even een ijsje halen?”
Het is geen spoedrit. Het meisje komt over uit een ander ziekenhuis om morgen bij ons een pittige operatie te ondergaan. Als ze even later met haar moeder en de ambulanceverpleegkundigen de afdeling op komt rijden, lacht ze van oor tot oor. Het ijsje was heerlijk en in de ambulance hebben ze keihard haar lievelingsmuziek gedraaid.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Voormalig liefdespaar Gustave en Sophie gaat nog één keer samen naar een viering aan het water. Waarom wordt de speler van de game Clair Obscur pas gaandeweg duidelijk gemaakt, wel is hun chemie onmiskenbaar. De twee vullen elkaar perfect aan: Gustave met zijn cynische pragmatisme, Sophie met haar warmte en empathie. Ze lijken dat ook allebei door te hebben, ze komen nader tot elkaar – en dan schildert een groots, mythisch wezen iets in de verte. Het geprojecteerde getal 34 verdwijnt uit de hemel, een nieuwe 33 wordt getekend. Een deel van de stadsbevolking verdwijnt in het luchtledige, waaronder Gustave’s geliefde.
De wereld van Clair Obscur is getroffen door een vloek. Al 67 jaar lang telt een mysterieuze wezen af – ze noemen haar de ‘Schilderes’. Iedereen wiens leeftijd gelijk staat aan dat getal, verdwijnt van de wereld. Niemand weet hoe dit ooit is begonnen, pogingen om het te doorgronden zijn tot dusver gestrand. Toch belet dat Gustave niet om in zijn potentieel laatste levensjaar samen met lotgenoten in een boot af te reizen naar de Schilderes, om haar te doden en de vloek te doorbreken. Je bestuurt Gustave en zijn kompanen terwijl ze over de wereld reizen en tegen mysterieuze monsters vechten.
De visuele pracht van de gamewereld zou doen vermoeden dat Clair Obscur door een gigantisch team is ontwikkeld, maar achter het spel schuilt een ontwikkelstudio van slechts dertig mensen (wel met behulp van freelancers, overigens). Een Frans team wiens cultuur diep in de wortels van het spel is gaan zitten. Soms is dat expliciet: één van de eerste bazen waar Gustave tegen kan vechten is een mimespeler, die hem na overwinning beloont met een baret, rood-wit shirt, omgebonden doek en natuurlijk een stokbrood op de rug. Op dramatische momenten wordt in de game niet gescholden met Engelse krachttermen, maar met ‘merde’ en ‘putain’.
De Franse roots zitten ook tussen de regels verborgen. Soms is het klein, zoals de manier waarop een teamgenoot met schuin hoofd en opgehaalde schouders non-verbaal communiceert. En Gustave is geen extraverte tiener, zoals je vaak in vergelijkbare games speelt, maar een getergd man die net als Gérard Depardieu vooral graag met zijn ogen communiceert.
Binnenvetters
De cast vol binnenvetters maakt het fijn dat prominente acteurs als Andy Serkis en Charlie Cox hoofdrollen vertolken, die in staat zijn met weinig tekst alsnog de juiste emotie over te brengen. Gustave’s reis brengt hem al snel heel de wereld door, waarbij de magie van de Schilderes zelfs natuurwetten heeft herschreven. Het resultaat is een kleurrijke mengeling van Franse kunst uit de belle-époque-periode – de art nouveau druipt van de daken – gecombineerd met fantasy-illustraties uit Japanse rollenspellen.
Het is een game die precies als een Japans rollenspel speelt, maar dan op zijn Frans. Het lijkt op klassiekers als Final Fantasy, waar reizen door de gamewereld wordt afgewisseld met beurtelingse gevechten. In het geval van Clair Obscur zijn schermutselingen bovengemiddeld strategisch en vergen ze ook veel reflexwerk, omdat je op het juiste moment op knoppen moet drukken om bijvoorbeeld klappen te ontwijken.
Meestal volgen zulke Japanse rollenspellen narratieve conventies die populair zijn in het oosten, zoals een nadruk op de ontwikkeling van een enkel personage in plaats van het verhaal. Op dat front zoekt Clair Obscur het verschil: dit is een fantasyverhaal met een duidelijk Europese ondertoon. Het is genoeg om de game een unieke smoel te geven. In een gamesector die afgelopen decennia steeds meer Amerikaniseerde is dat buitengewoon verfrissend.