660 miljoen boete voor Greenpeace in milieuzaak is ‘een dreun voor de uitingsvrijheid’

Het kwam niet als een verrassing, zegt jurist Daniel Simons van Greenpeace, maar deze uitspraak is wel „een klap in het gezicht” en „een dreun voor de uitingsvrijheid”.

Simons doelt op de uitspraak in de rechtszaak die energiebedrijf Energy Transfer begon tegen Greenpeace. Daarin oordeelde een jury woensdag dat de milieuorganisatie ruim 660 miljoen dollar moet betalen aan Energy Transfer, vanwege betrokkenheid bij de grootschalige protesten tegen de aanleg van een oliepijplijn in de Amerikaanse staat North-Dakota in 2016 en 2017.

In die jaren vonden demonstraties plaats tegen de aanleg van de Dakota Access Pipeline, een bijna 1.900 kilometer lange pijpleiding die schalie-olie van North-Dakota naar de zuidelijker gelegen staat Illinois vervoert. De inheemse Sioux-stam claimt dat de pijpleiding daarbij dwars door gebied gaat dat voor de leden spiritueel en cultureel belangrijke plaatsen bevat. De stam vreesde voor de vervuiling van de Missouririvier, waarvan hij afhankelijk is voor drink- en grondwater.

Doneren

De protesten werden bijgewoond door tienduizenden mensen. Energy Transfer daagde twee Amerikaanse entiteiten van Greenpeace en Greenpeace International, dat gevestigd is in Amsterdam, voor de rechter omdat zij de protesten zouden hebben „aangewakkerd” en demonstranten met een „campagne van misinformatie” naar de demonstraties zouden hebben gelokt. De negenkoppige jury stelde Energy Transfer in het gelijk en stelt Greenpeace verantwoordelijk voor smaad, samenzwering en het aanrichten van fysieke schade aan de pijplijn.

In een verklaring na afloop van de uitspraak stelde Energy Transfer: „Dat de verstoorders verantwoordelijk zijn gesteld, is een overwinning voor ons allemaal.”

In aanloop naar deze zaak liet Simons al weten dat Greenpeace de protesten alleen had gesteund door het doneren van geld en spullen. Hij zei te vrezen dat Greenpeace USA failliet zou kunnen gaan door deze zaak. Het toegekende bedrag is ruim vijftien keer het jaarbudget van Greenpeace USA. Greenpeace gaat in hoger beroep.

‘Wreedheden’

Simons zag de uitspraak al aankomen. „Een opiniepeiling in het district waar de jury vandaan komt, wees al uit dat veel mensen in die omgeving bevooroordeeld waren en negatieve gevoelens hadden ten opzichte van de protesten”, zegt hij. „Ook werden er nepkranten verspreid die positief berichtten over Energy Transfer en negatief over Greenpeace. Onderzoek wees uit dat er indirecte geldstromen waren van de bestuursvoorzitter van Energy Transfer naar de uitgever van die kranten.” Meermaals diende Greenpeace daarom verzoeken in om de rechtszaak te verplaatsen naar een ander district, maar zonder succes.

De Britse krant The Guardian onthulde eerder dat ruim de helft van de geselecteerde juryleden banden heeft met de fossiele industrie, doordat zij zelf of hun naaste familie werken bij raffinaderijen of oliebedrijven. Tijdens de selectie van de jury bleek al dat veel kandidaten op voorhand negatief keken naar organisaties die betrokken waren bij de protesten. Ze gebruikten woorden als „chaos”, „verstoring” en „wreedheden” om de demonstraties te beschrijven, aldus de Britse krant. Een uiteindelijk geselecteerd jurylid zei dat hij zonder fossiele brandstoffen „op straat zou staan”.


Lees ook

Opeens een stortvloed aan claims; journalisten en activisten krijgen vaker te maken met SLAPPs

Bloemen en spandoeken herdenken de vermoorde journalist Daphne Galizia.

Monddood

„Het signaal dat hiervan uitgaat”, zegt Simons, „is dat als je een Amerikaans bedrijf bekritiseert, ook vanuit Europa, je rekening moet houden met volstrekt onredelijke consequenties.” Daarbij verwijst hij naar de toegewezen schadeclaim, maar ook naar de kosten die Greenpeace alleen al maakt voor de verdediging.

Greenpeace staat niet alleen in deze kritiek. Burgerrechtenadvocaten en deskundigen wereldwijd wijzen op het ongekende precedent dat hiervan uit kan gaan. „Greenpeace wordt hiermee verantwoordelijk gehouden voor de publieke steun aan een demonstratie, en moet daar honderden miljoenen dollars voor betalen”, zegt Jasmijn de Zeeuw, van Free Press Unlimited, die opkomt voor internationale persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting wereldwijd. „Dat heeft een enorm chilling effect, zoals wij dat noemen. Iedereen met slechte bedoelingen kan ergens op af komen om een protest in diskrediet te brengen. Wie durft er dan nog een demonstratie te organiseren?”

Ook wijzen deskundigen erop dat dit proces alle kenmerken heeft van een SLAPP, een strategic lawsuit against public participation. Dat zijn rechtszaken, aangespannen door private partijen, die bedoeld zijn om mensen of organisaties die zich publiekelijk uiten in het algemeen belang, monddood te maken. Dat zijn vaak journalisten, mensenrechtenverdedigers of (klimaat)activisten, die via slepende juridische procedures en met disproportionele financiële claims onder druk worden gezet.

„Het summum van een SLAPP-scenario”, noemt Thijs Etty, seniordocent milieurecht aan het Amsterdam University College, deze Greenpeace-zaak. „En helaas niet uniek. Het gebeurt in Europa en zeker in de Verenigde Staten steeds vaker, dat fossiele bedrijven milieuorganisaties op deze manier het zwijgen proberen op te leggen.” Hij wijst ook op de gevolgen van deze uitspraak voor de inheemse bevolking. „Deze mensen zijn vaak al bijzonder ondervertegenwoordigd. Zij hebben hulp en steun nodig om voor zichzelf te kunnen opkomen. Met het risico op dit soort schadeclaims denken helpende organisaties daar in de toekomst wel twee keer over na.”

Zaak in Nederland

De aanklager in deze zaak is Energy Transfer, een van de grootste olie- en gaspijpleidingbedrijven van de Verenigde Staten. Medeoprichter en miljardair Kelcy Warren doneerde veel geld aan Donald Trump, een groot voorstander van fossiele brandstoffen. „Iedereen is bang voor deze milieugroeperingen en heeft de angst dat als je terugvecht, het er misschien verkeerd uitziet”, zei Warren over Greenpeace, „maar wat ze ons hebben aangedaan is verkeerd en ze gaan ervoor betalen”.

Een onafhankelijke groep observerende juristen, georganiseerd in de Trial Monitoring Committee, die het hele proces nauwgezet volgde, noemde het verloop van het proces „zeer gebrekkig”. Ze zagen „meerdere schendingen van de rechtsgang” en een jury die bevooroordeeld was ten gunste van Energy Transfer. Een van deze juristen, Marty Garbus, een vooraanstaande burgerrechtadvocaat, zei tegen The Guardian dat hij in de zes decennia dat hij werkzaam is als advocaat „nog nooit een proces meemaakte dat zo oneerlijk was als dat tegen Greenpeace”.

Behalve het hoger beroep begon Greenpeace International zelf ook een zaak tegen Energy Transfer in Nederland. Daarin test Greenpeace de anti-SLAPP richtlijn uit, die vorig jaar door de Europese Commissie werd aangenomen en nog moet worden omgezet in nationale wetgeving. „Daarmee willen we blootleggen dat Energy Transfer juridische acties misbruikt”, zegt Simons. „Deze uitspraak lijkt misschien ver weg, want het gebeurt in de Verenigde Staten. Maar zonder goede bescherming kunnen de gevolgen ook Nederland bereiken.”


Lees ook

Ook in Nederland dreigt (zelf)censuur door juridisering

Ook in Nederland dreigt (zelf)censuur door juridisering