Bij een grote brand in een hotel in een Turks skiresort zijn 66 mensen omgekomen. Meer dan vijftig anderen zijn gewond geraakt, meldt de Turkse minister van Volksgezondheid dinsdag volgens Turkse media en internationale persbureaus.
De brand begon in de nacht van maandag op dinsdag en brak mogelijk uit in het restaurant op de vierde verdieping van het Grand Kartal-hotel. Dat hotel ligt in het populaire skiresort Kartalkaya in Midden-Turkije, zo’n 300 kilometer ten oosten van Istanbul. Het gebouw telt in totaal twaalf verdiepingen, en er waren zeker 234 gasten aanwezig toen de brand uitbrak.
Het brandalarm van het hotel zou volgens sommige hotelgasten niet af zijn gegaan. „Mijn vrouw rook de brand. Het alarm ging niet af”, zegt een man die op de derde verdieping van het hotel verbleef tegen persbureau IHA.
Het vuur is inmiddels onder controle, melden Turkse media. De oorzaak van de brand is nog niet bekend, daar moet onderzoek naar worden gedaan. Het gebouw ligt boven op een klif, waardoor brandweerlieden en wagens het hotel moeilijk konden bereiken. De hulpdiensten waren met meer dan tachtig auto’s en 230 reddingswerkers aanwezig.
Geschreeuw, paniek en rook
Op beelden op Turkse media is te zien hoe het vuur dinsdagochtend de bovenste verdiepingen en het dak van het hotel heeft verwoest. Andere beelden tonen hoe bezoekers witte lakens aan elkaar hadden geknoopt om uit een raam te ontsnappen. Twee van de slachtoffers zouden zijn gestorven nadat ze in paniek uit het gebouw waren gesprongen, meldden de autoriteiten.
Ooggetuigenverslagen aan het Engelstalige Turkse nieuwsmedium Daily Sabah beschrijven angstaanjagende taferelen. Een werknemer van een naburig hotel zei dat hij in de nacht geschreeuw hoorde: „Ik zag mensen om hulp roepen vanuit de ramen. We brachten touwen, kussens en dekens. Voordat de brandweer arriveerde, sprongen twee vrouwen van de bovenste verdiepingen.”
Een skileraar die vast in het hotel verbleef, vertelde hoe de rook verstikkend was en hoe mensen van de brandtrappen vielen. Hij zou zo’n twintig personen uit het gebouw hebben gered.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt de situatie nauwlettend in de gaten te houden. „Ik wens Allah’s genade toe aan onze burgers die hun leven verloren en een spoedig herstel aan de gewonden”, schreef Erdogan in een bericht op X.
In het werk van de twee jonge ‘huismakers’ van het Haagse theater en dansproductiehuis Korzo hanteert de een zijn choreografisch penseel zelfverzekerder dan de ander, blijkt uit de double bill met een ouder werk van Rutkay Özpinar en de première van Faizah Grootens.
Met haar eersteling als huismaker richt Grootens de focus op de kracht van kwetsbaarheid. Afgaand op het gedicht van de Curaçaose Nathania Engelhardt, uitgesproken tijdens het door Evelien Jansen en Amber Veltman gedanste duet, gaat het daarbij vooral om de zachte kanten van de zwarte vrouw, die huilt, zwijgt en zich schaamt maar tegelijkertijd een bron van kracht is, draagster van het leven.
Hoe de zachtheid te behouden in een wereld die steeds verder verhardt, vraagt Grootens zich af in Tender Resistance. Die tegengestelde krachten illustreert ze direct aan het begin als Jansen, groter en in een donker kostuum, de in gebroken wit gestoken Veltman aan haar enkels ondersteboven houdt. Ook hun bewegingen contrasteren aanvankelijk sterk. Die van Veltman druk, met impulsgedreven, soms bijna panische staccato-gebaren. Jansen daarentegen aanschouwt, handen in de zakken, die koortsachtige activiteit op haar gemak. Met de blikken op elkaar gefixeerd draaien ze onderzoekend, wantrouwig om elkaar heen, waarbij Veltman elke aanraking vermijdt door met een soepele rug ver achterover te wijken.
Kracht en kwetsbaarheid
Als componist Michael Lampe de sfeer laat veranderen, komt er contact en synchroniseren de bewegingen van de twee danseressen. In de ‘krachtige’ Jansen huist evenveel onrust en onzekerheid blijkt uit hun abrupte, driftige gebaren. Kracht en kwetsbaarheid ontmoeten elkaar in partnerwerk waarin steunen, leunen en tillen centraal staan – hebben de zachte krachten gewonnen?
Grootens’ bewegingstaal is aantrekkelijk, met lange, vloeiende en soepele lijnen (de bewegingsstijl van het Creoolse lichaam, in de woorden van de geboren Curaçaose Grootens) die ze in Tender Resistance afwisselt met kort afgemeten, mimische arm- en handbewegingen. Door de wat al te ‘kloppende’ opbouw van het duet, met aan het einde een plichtmatige referentie aan de beginscène, maakt haar werk juist een wat schoolse indruk; wat minder keurigheid zou haar creatieve kracht, die zonder meer aanwezig is, ten goede komen.
Rutkay Özpinar lijkt wat dat betreft verder in zijn ontwikkeling. In het trio dat vorig jaar het licht zag mixt hij klassiek, hedendaags en elementen van hiphop tot een stevige taal en overgiet die met een scheut folklore – een trend in de hedendaagse dans. Something about something is lekker ritmisch (muziek Jorg Schellekens) en abstract en laat ruimte voor (wel of geen) interpretatie.
Het Iraakse parlement heeft dinsdag een amendement doorgevoerd op de familiewet uit 1959. Die schrijft voor dat kinderen vanaf achttien jaar mogen trouwen. Met de aanpassing van de wet is die leeftijd teruggeschroefd naar negen jaar voor meisjes en dertien jaar voor jongens. De stemming verliep zeer chaotisch waardoor er nog onduidelijkheid is over de geldigheid van de wet, zo meldt persbureau AP.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International waarschuwde in oktober vorig jaar al voor de gevolgen van de herziening van de wet. Amnesty stelt dat deze de weg vrij maakt voor kindhuwelijken. Daarnaast zouden vrouwen geen rechten meer hebben bij een echtscheiding of erfenis.
„Kindhuwelijken beroven meisjes niet alleen van hun opleiding, maar getrouwde meisjes zijn ook kwetsbaarder voor seksueel en lichamelijk misbruik. Het is alarmerend dat deze amendementen op de familiewet zo fel worden doorgedrukt”, aldus Razaw Salihy, Irak-expert van Amnesty International.
Stemming
AP meldt dat de stemming over de wet dinsdag chaotisch verliep. Volgens een parlementslid werd er luid geprotesteerd en zou een podium in de zaal zijn beklommen kort na de stemming. Ook zou de helft van de parlementariërs geen stem hebben kunnen uitbrengen – wat dit betekent voor de geldigheid van de wet is daardoor onzeker. Amnesty International gaf woensdag aan nog te wachten op een officieel bericht of de stemming wel of niet geldig was.
De nieuwe wet zou zijn gebaseerd op sjiitische geschriften uit de achtste eeuw. De Iraakse regering kent een sjiitische religieuze meerderheid, ruim 60 procent van de bevolking is sjiitisch, een stroming binnen de islam. Voorstanders van de wet zeggen dat het een middel is om de islamitische principes wettelijk te verankeren en zo de westerse invloed op de Iraakse cultuur te reduceren.
De wet raakt aan de kern van de politieke tegenstellingen in Irak, waar religieuze sjiitische conservatieven de regering vormen en vanuit die rol religieuze opvattingen aan de samenleving opleggen. Vorig jaar probeerde een blok van 25 vrouwelijke parlementsleden de stemming over het wetsvoorstel al te stoppen, wat ook toen op hevige weerstand uitliep.
Een stenen beeld dat zich op miraculeuze wijze lijkt te bewegen over een wateroppervlak: het is typisch een idee van de duizendkunstenaar van de Italiaanse Barok, Gian Lorenzo Bernini (1598-1680). Hij bedacht het voor een fontein op Piazza Navona in Rome, waarvoor hij in 1653 een model in terracotta boetseerde. Dit 72 centimeter hoge beeld van de watergod Triton is vanaf woensdag in het Rijksmuseum in Amsterdam te zien als permanente bruikleen van een particulier, opgesteld in de zaal gewijd aan 17de-eeuwse Nederlandse schilders die naar Italië reisden. Behalve twee recent aan hem toegeschreven tekeningen in Teylers Museum in Haarlem en één tekening in Museum Boijmans Van Beuningen die mogelijk van Bernini is, bevinden zich geen werken van Bernini in Nederlandse openbare collecties. Met de Triton toont het Rijksmuseum nu de enige sculptuur door deze kunstenaar in Nederland.
Het model laat prachtig zien hoe Bernini zich op klein formaat een voorstelling maakte van een nog uit te voeren, meer dan levensgroot marmeren beeld van een naakte man in een beweeglijke pose. Triton staat met twee voeten op een grote klinkhoorn, zijn opgeheven gezicht met bolle wangen, geprononceerde lippen en lange bakkebaarden wordt omkranst door een dikke haardos die door de wind naar voren lijkt te worden geblazen. Zijn lichaam is gedraaid omdat hij met beide handen links van zijn lichaam de staart vasthoudt van een grote vis waarvan de grote, monsterlijke kop van achteren door de benen van de man weer tevoorschijn komt. De bek van het dier was bedoeld voor de waterstroom van de fontein.
De kunstenaar kon in de zachte (later gebakken) klei experimenteren met de complexe compositie en de verschillende texturen van de huid van mens en vis, en de oppervlaktes van schelp en rots, waarin spatels en, zo lijkt het, hier en daar zelfs vingerafdrukken zich laten herkennen. Bernini zal veel meer van dergelijke modellen hebben gemaakt, maar die zijn lang niet allemaal bewaard gebleven.
Lees ook
Twee tekeningen uit collectie Teylers toegeschreven aan Bernini
Belangrijkste kunstenaar
Bernini is onbetwist de belangrijkste kunstenaar van het 17de-eeuwse Rome. Als architect en beeldhouwer in opdracht van pausen en aristocraten drukte hij met paleizen en kerken, standbeelden en fonteinen een stempel op de stad die haar uiterlijk nog steeds bepaalt. Een van zijn grote projecten is de versiering van Piazza Navona, een ovaal plein dat de vorm volgt van het keizerlijke Stadion van Domitianus. In het midden maakte Bernini voor paus Innocentius X de beroemde Vierstromenfontein (1651), met een Egyptische obelisk omringd door monumentale figuren die de rivieren Nijl, Donau, Ganges en Rio de la Plata uitbeelden.
Aan de twee uiteinden van het plein stonden al twee waterbassins met relatief bescheiden sculptuurdecoratie. Beide zouden in de loop der tijd worden voorzien van een grote, centrale figuur. Voor de fontein aan de zuidkant werd Bernini opnieuw ingeschakeld. Zijn ontwerp voor Triton staande op een schelp, worstelend met een vis, zou uiteindelijk in marmer worden uitgevoerd door assistent Giovanni Antonio Mari. Vanwege de verondersteld Afrikaanse of ‘Moorse’ gelaatstrekken van deze figuur, kwam de fontein al snel bekend te staan als ‘Fontana del Moro’. De fontein aan de noordzijde zou pas in de 19de eeuw een beeld van Neptunus krijgen.
In 2002 dook een model van Bernini’s hand voor deze figuur op, een 80 cm hoog terracotta beeld dat zich nu bevindt in het Kimbell Art Museum in Fort Worth. Waarschijnlijk betreft het een kopie die Bernini maakte naar het voltooide beeld, als geschenk aan zijn opdrachtgevers. Het iets kleinere model dat nu in Amsterdam is te zien, komt minder afgewerkt en daardoor losser, dynamischer en expressiever over. Het representeert daarom waarschijnlijk een eerder stadium in het werkproces. Lange tijd is het werk door de Bernini-specialisten over het hoofd gezien omdat het zich bevond in de privécollectie van de Romeinse familie Chigi, en het bovendien overdekt was met een bronskleurige overschildering. Nadat het werk was gerestaureerd, werd het vijf jaar geleden voor het eerst aan een groter publiek getoond in de Rijksmuseumexpositie Caravaggio-Bernini. Barok in Rome.
Het zeldzame terracotta model dat nu in permanente bruikleen aan het museum is afgestaan, zal de basis hebben gevormd voor een gipsafgietsel dat later weer werd gebruikt om het veel grotere marmeren beeld uit te voeren. Als bij bijzondere gelegenheden het hele Piazza Navona onder water werd gezet zal het, in een theatraal barokspektakel, geleken hebben alsof Triton daadwerkelijk over het water gleed.
Lees ook
In het Rijksmuseum zie je het realisme van Caravaggio en Bernini