N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
koffietafelboek Voor ‘Seat at the table’ fotografeerde Martika Avalon vijftig zwarte creatieven. Journalist Racky Westrik interviewde hen.
Het is een vaak gehoord excuus. Mensen die bij tijdschriften en modemerken werken, wíllen best met meer mensen van kleur werken, maar die zíjn er gewoon niet. Of ze kunnen ze in elk geval niet vinden.
Dat excuus gaat nu niet meer op, want sinds eind februari is Seat at the table uit, een koffietafelboek gemaakt door fotograaf Martika Avalon (32) en journalist Racky Westrik (33). Avalon fotografeerde en Westrik interviewde vijftig zwarte fotografen, stylisten, ontwerpers, kunstenaars, regisseurs, schrijvers en make-up artists over hun carrières.
Jefferson Osei en Hussein Suleiman van modemerk Daily Paper bijvoorbeeld. Haarstylist Keanna Williams, die voor internationale tijdschriften werkt en onlangs nog het haar van zangeres Alicia Keys heeft gedaan. Rushemy Botter die samen met zijn vriendin Lisi Herrebrugh hun mannenmodemerk Botter showen tijdens Paris Fashion Week. Ook de stylisten, fotografen en haar- en make-up artists die achter de schermen meewerkten aan het boek zijn allen zwart.
Zelf groeiden ze op zonder zwarte rolmodellen, vertelt Racky Westrik, die journalistiek studeerde in Utrecht. „In het eerste jaar zaten bijna 400 mensen. Op een Marokkaans meisje, een zwarte jongen en mij na was iedereen wit.” Nadat Martika Avalon was afgestudeerd aan de fotovakschool in Amsterdam, als enige zwarte vrouw in haar jaar, was er geen enkele zwarte fotograaf in Nederland om tegen op te kijken. „Het is altijd moeilijk om in een creatieve industrie voor jezelf te beginnen, maar het is een extra drempel als je jezelf nergens terugziet. Er was niemand in wie ik me herkende en waar ik naartoe kon stappen om te vragen: hoe ben jij begonnen? Ik moest alles zelf uitvinden. Ik ben naar New York gegaan om een stageplek te zoeken en heb keihard genetwerkt. Inmiddels werk ik al tien jaar voor allerlei modemerken en tijdschriften. Maar als je geen assertief persoon bent, kan ik me goed voorstellen dat je het snel opgeeft.”
Dit boek is ook bedoeld voor jongeren met creatieve ambities, zegt Westrik. „Lezen over hoe mensen die op jou lijken het hebben aangepakt, kan echt een steun zijn. Iedereen begint klein. De jongens van Daily Paper betaalden het drukken van hun eerste T-shirts met hun studiefinanciering.”
Avalon en Westrik groeiden allebei op in Amsterdam en leerden elkaar kennen toen ze op hun achttiende en negentiende een bijbaantje bij modewinkel Velvet hadden. Westrik hield het er na de proefperiode van twee maanden voor gezien, maar de vriendschap met Avalon hield stand.
Het idee voor het boek ontstond vlak na het Black Lives Matter-protest op de Dam in juni 2020. „We waren onder de indruk van het gevoel van eenheid en hadden na afloop erg de behoefte om iets bij te dragen”, zegt Westrik. „Martika kwam op het idee om een lijst met zwarte creatieven op Instagram te publiceren en belde me daar ’s avonds over op. Maar we kwamen tot de conclusie dat iedereen zo’n lijst na één keer swipen alweer vergeten is. Het moest iets blijvends worden: een boek. Om één uur ’s nachts hingen we op en pakte ik meteen m’n laptop. Een paar uur later had ik een heel boekconcept uitgeschreven.”
De titel, Seat at the table, heeft ze ook die nacht bedacht. Alle geportretteerden vertellen in de interviews wat een ‘seat at the table’ (een plek aan de tafels waar de grote beslissingen genomen worden) voor hen betekent. „Het boek stipt soms best beladen onderwerpen aan”, zegt Westrik. „Maar het is niet bedoeld als een activistisch statement en heeft een louter positieve insteek. Het is een viering, een ode aan talent. We hebben heel bewust het woord ‘celebration’ op de rug van het boek gezet.”
Tijdens het samenstellen van de lijst met mensen die in het boek moesten komen, ontdekten ze dat er voor vrouwen in de mode nog een inhaalslag te behalen valt. Avalon: „Tot onze grote verbazing konden we geen enkele zwarte vrouw uit Nederland vinden die een groot internationaal modemerk heeft. Daily Paper, Filling Pieces en Patta worden allemaal gerund door mannen.”
De meeste uitgevers wilden geen budget vrijmaken voor het luxe, dikke koffietafelboek dat ze voor ogen hadden, dus besloten ze het in eigen beheer uit te geven. En dat houdt in: alles zelf doen. Een vormgever regelen, een webshop bouwen (Westrik leerde zichzelf programmeren), een lanceringsdiner plus afterparty voor 300 mensen op poten zetten, persberichten schrijven, deals maken met distributiepartners – álles. Via een crowdfundingsactie haalden ze binnen twee weken bijna 18.000 euro op, waarmee ze de productie van de shoots konden financieren. Daarna kostte het nog bijna een jaar om het budget voor het drukken van het boek bij elkaar te krijgen. Profvoetballer Ryan Babel, een vriend van Avalon, werd uiteindelijk hoofdinvesteerder.
Voor de zwartwitportretten die Avalon van alle geïnterviewden maakte, haalde ze inspiratie uit de fotografie van de Harlem Renaissance, de periode in de jaren twintig van de vorige eeuw waarin zwarte cultuur in de New Yorkse wijk Harlem een hoogtepunt beleefde. Zwarte mensen lieten zich toen in hun mooiste, meest uitbundige kleding fotograferen in fotostudio’s. „We zijn nu precies een eeuw verder en er is weer een creatieve boom van zwart talent. Om de extravagantie uit die tijd terug te laten komen, heb ik bewust gekozen om te werken met stylisten met een uitgesproken stijl.”
Trots zijn ze op de pagina’s over Emmanuel Adjei, die Avalon één dag voordat hij naar Los Angeles emigreerde nog nét kon fotograferen. Adjei werkte als filmmaker aan videoclips voor onder meer Beyoncé en Madonna. In het interview vertelt hij over zijn jeugd in Amsterdam Zuid-Oost, zijn tijd op de kunstacademie in Utrecht en over de keer dat Madonna hem bij haar thuis uitnodigde nadat ze zijn korte films had gezien.
Het is inmiddels bijna drie jaar geleden sinds ze samen op de Dam stonden. „We waren destijds bang dat de aandacht voor meer diversiteit een tijdelijke hype was”, zegt Westrik. „En ja, de discussie is inmiddels afgezwakt, maar hij wordt nog steeds gevoerd en op meer plekken dan ooit.” Avalon: „Met dit boek hopen we een kleine bedragen te leveren en de flow in de conversatie te houden.”