Door de problemen met stikstof kunnen ongeveer 40.000 woningen niet worden gebouwd. Dat is 9 procent van het totale aantal woningen dat is gepland tot en met 2030. Bijna driekwart van de kleine half miljoen geplande woningen kan direct worden opgeleverd. De rest kan er komen met aanpassingen van de bouwprojecten en met extra vergunningen.
Dit blijkt uit een studie van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), die vrijdag is gepubliceerd. De aanvullende maatregelen zorgen de komende jaren wel voor vertraging: gemiddeld zes tot twaalf maanden per woning. De extra maatregelen zorgen ook voor meer kosten: naar schatting zo’n 600 miljoen euro.
Het verwachte verlies van 40.000 woningen is maar een zesde van het aantal van ruim 240.000 dat branche-organisatie Bouwend Nederland eerder deze maand noemde in het AD. „Zo’n uitzonderlijk hoog aantal krijg je als je alle projecten binnen de 5 kilometer van beschermde natuurgebieden telt”, zegt directeur Taco van Hoek van het EIB. „In de praktijk kunnen bijvoorbeeld veel kleinere projecten op korte afstand van die gebieden wel doorgaan, blijkt uit onze studie.”
Elk project een druppel
De bijdrage van de bouwsector aan de neerslag van stikstofverbindingen in Nederland is klein (1,3 procent) in vergelijking met bijvoorbeeld de binnenlandse en buitenlandse landbouw (75 procent). Op de bouwplaats is de uitstoot van stikstofverbindingen door bijvoorbeeld graafmachines en vrachtwagens met materiaal bovendien tijdelijk.
Dat de woningbouw toch tegen stikstofregels aanloopt, komt doordat in veel zogeheten Natura2000-gebieden al decennia veel meer stikstofverbindingen neerkomen dan de natuur daar kan dragen. Ecologen spreken wel van een emmer die zo vol is gestroomd, dat elke extra druppel die doet overstromen. Elk bouwproject kan in die benadering zo’n druppel zijn. Extreem kleine hoeveelheden stikstofneerslag worden afgerond naar nul, maar bij een iets grotere neerslag kan er een probleem ontstaan.
De mogelijkheden om die stikstof-hobbel snel te nemen, zijn de afgelopen jaren verkleind door rechterlijke uitspraken. Zo maakte de Raad van State december vorig jaar een eind aan het zogeheten intern salderen. Daarbij werd de bestaande stikstofruimte van bijvoorbeeld een gesloopt gebouw waar eerder stikstof mee werd uitgestoten (zoals een fabriek) automatisch hergebruikt voor een nieuw project op dezelfde plek. Dat mag niet meer: de mogelijke neerslag van een nieuw project op een nabijgelegen natuurgebied moet nu apart beoordeeld worden.
Binnen de normen
Om te achterhalen in hoeverre dergelijke stikstofregels de woningbouw tot en met 2030 belemmeren, hebben de onderzoekers van het EIB maandenlang gerekend. Daarvoor hebben ze de ongeveer 470.000 woningen waarvoor een bouwvergunning is verleend, op de kaart van Nederland gezet. Hetzelfde hebben ze gedaan met alle Natura 2000-gebieden.
Vervolgens hebben de onderzoekers gekeken naar de omvang van alle bouwprojecten en de afstand tot een nabijgelegen natuurgebied. Want: hoe groter een bouwproject en hoe dichter bij een natuurgebied, hoe groter de neerslag van stikstofverbindingen. Uiteindelijk hebben ze met behulp van het in dit soort gevallen verplichte rekenmodel (Aerius) ingeschat hoeveel van de uitgestoten stikstof naar verwachting neerslaat in de nabije natuur.
Daaruit blijkt dat bij 73 procent van de te bouwen woningen de neerslag binnen de huidige norm zal blijven; die woningen kunnen dus zonder meer worden neergezet. „Het gaat daarbij om kleinere bouwprojecten vlak bij natuurgebieden en grotere projecten die verder weg liggen”, zegt Van Hoek. „Dit zijn projecten met een beperkte neerslag.”
Daarnaast kan nog eens 5 procent worden gebouwd door aanpassingen van de projecten. „Vooral door meer elektrische machines in te zetten”, zegt Van Hoek. „Met kleine elektrische machines gaat het al heel goed en met middelgrote steeds beter, maar met grote machines is nog wel werk te doen.” Zulke innovatie is „robuust” benadrukt Van Hoek: „Dat geldt ook breder, in het verkeer en bij de industrie. Zo is in Nederland de hoeveelheid stikstofoxiden in vijf jaar met 30 procent gedaald, vooral door de elektrificatie van het wagenpark. Dat is spectaculair en hoopgevend.”
Zo werkt het
Bij de bouw van een woning komt ongeveer 5 kilo stikstof vrij, bijvoorbeeld van diesel-graafmachines. Van die stikstof mag niet te veel neerslaan in een kwetsbaar natuurgebied in de buurt.
Driekwart van woningen kan straks zonder meer worden gebouwd. Dan gaat het om weinig woningen. Of om woningen die ver genoeg van de kwetsbare natuur komen.
Als intern salderen nog mogelijk was geweest, had het verlies van woningen tot 30.000 beperkt kunnen worden. Omdat intern salderen nu niet meer mag, hebben de onderzoekers een inschatting gemaakt welk project nu nog kans maakt op een natuurvergunning en welk niet. Zo’n vergunning is namelijk onwaarschijnlijk bij natuurgebieden die er zo slecht aan toe zijn, dat alle stikstofruimte gebruikt moet worden om de natuur te herstellen. Om die reden mogen naar schatting 10.000 woningen er niet komen.
„Met de huidige woningbehoefte is het verlies van in totaal 40.000 woningen natuurlijk pijnlijk”, zegt Van Hoek. Die pijn zit vooral bij de grotere projecten en wordt het meest voelbaar bij de Veluwe. Daarnaast moeten voor veel woningen die wel worden gebouwd extra natuurvergunningen worden aangevraagd; dat zorgt voor vertragingen en extra kosten. Vertragingen kosten 42 euro per woning per week. Een ecologisch onderzoek voor een natuurvergunning komt al gauw op 20.000 euro.
Die extra kosten zouden volgens het EIB fors omlaag kunnen, van 600 tot 200 miljoen euro. Nederland zou dan wel voor de stikstofneerslag een grens van 1 mol per hectare per jaar moeten gaan hanteren, zoals het kabinet ook overweegt. Nu wordt er gerekend met een fractie daarvan, namelijk 0,005 mol. Met een veel minder strenge norm heb je ook veel minder projecten die de norm overschrijden. „Met een voorspelbare en evenwichtige norm van 1 mol zou 96 procent van de woningen zonder meer gebouwd kunnen worden”, zegt Van Hoek. „Alleen grote projecten vlak bij natuurgebieden zorgen dan nog voor problemen.”
