„Ik wil vooral nederig zijn”, benadrukt Jack Aldewereld (82). „Ik ben slechts degene die het verhaal mag vertellen van al die mensen in Brunssum, die in de oorlog zo moedig waren om joodse kinderen bij hen te laten onderduiken en de verzetsmensen die daarbij hielpen.”
Nee, het moet vooral niet gaan over Aldewereld zelf. Toch is hij ereburger van Brunssum en wordt waarschijnlijk nog dit jaar in de gemeente een hofje naam hem vernoemd. Die vernoeming heeft hij te danken aan dat hij al jaren aandacht vraagt voor alle dapperen uit de bezettingsjaren: door te pleiten voor plaquettes en monumenten, door Yad Vashem-onderscheidingen aan te vragen en lezingen en rondleidingen te geven. „In Brunssum hebben zo’n 250 joodse kinderen ondergedoken gezeten en mogelijk honderden anderen onderdak gekregen tijdens de oorlog. Maar struikelstenen [gedenktekens voor degenen die door de nazi’s onder meer werden gedeporteerd] vind je hier nergens. Niemand is verraden, terwijl toch behoorlijk wat mensen lid van de NSB waren.”
Als ze me tijdens een rondleiding naar Gaza vragen, zeg ik dat een Palestijns kind even hard moet huilen om de dood van z’n moeder als een Israëlisch kind
Aldewereld denkt dat dit deels is te danken aan de mijnen. „Hier leefden mensen van alle geloven, gezindten en nationaliteiten samen. Verschillen vielen gemakkelijk weg, want bij het winnen van steenkool moesten teams ook op elkaar kunnen vertrouwen.”
Zelf dankt Aldewereld veel aan Brunssum. Op 2 maart 1943 werd hij geboren in Amsterdam als derde zoon van Mozes en Schoontje Aldewereld. Zes maanden later werd hij door het verzet in Limburg onderbracht. Mogelijk dankzij de buren van Jacks ouders in de hoofdstad, die in het verzet zaten, of via de joodse crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, verzamelplek voor joden die op transport naar Westerbork moesten. Aldewerelds ouders en broers Marcus en Salomon werden vermoord in de vernietigingskampen. Zijn zus Fanny overleefde de oorlog met behulp van een reeks andere onderduikadressen in het zuiden van het land.
„Het verzet in Amsterdam selecteerde Joodse kinderen op haarkleur”, vertelt Aldewereld. „De blondere konden naar het noorden. De donkerharigen gingen naar Limburg. Daar vielen ze minder op.”
Twee pijpen voor hete lucht. „In de linker kun je na 20 à 25 meter een afslag nemen. Dan kom je in een plekje van twee bij twee, waar onderduikers zich konden verschuilen voor de Duitsers.Foto Chris Keulen
‘Henkie’
Onderduikouders hadden verschillende motieven. Cato en Hendrik Muis, die zich over de kleine Jack ontfermden, hadden religieuze redenen. Hun gereformeerde predikant had een beroep op hen gedaan. Aldewereld laat een foto zien van zijn pleegmoeder en hemzelf (een jongetje met zwarte lokken). „Kijk, zo’n prachtventje kun je toch niet weigeren.” Cato en Hendrik Muis waren kinderloos. „Na mijn komst liep mijn pleegmoeder plots met een kinderwagen. Dat moet zijn opgevallen.”
Jack Aldewereld werd in Brunssum, totdat hij later trouwde, Henk ‘Henkie’ Muis. Na de oorlog werd hij tijdens het voetballen of knikkeren weleens uitgescholden voor Jood. „Dat vertelde ik thuis. En dan kreeg ik ook wel uitleg, maar het verhaal duurde me nog te lang. Later wilde ik er niet naar vragen. Omdat mijn pleegouders zo goed voor me waren.”
Pas in de jaren tachtig dook hij in de geschiedenis van zijn oorspronkelijke gezin. Zijn zeven jaar oudere zus wilde daar niets van weten. „Zij had nog echte herinneringen aan de oorlog. Voor haar was het veel traumatischer. Ik wilde wel meer weten en zette een advertentie in een huis-aan-huisblad in Uithoorn, waar mijn familie in de oorlog woonde, voordat ze naar Amsterdam verhuisden.”
Hoge verwachtingen had Aldewereld niet. „Maar er kwam enorm veel respons.” Het leverde zelfs tastbare herinneringen op. Aldewereld haalt het zilveren bestek tevoorschijn dat zijn ouders in bewaring gaven aan bekenden. „En hier: iemand anders had nog mijn broers lidmaatschapskaart van de voetbalclub. Anderen konden me vertellen hoe mijn ouders waren: gastvrije mensen bij wie de deur altijd openstond.”
Aldewereld verdiepte zich ook in de NV, een Amsterdamse verzetsgroep die zich bezighield met Joodse kinderen redden via onderduik in Limburg, door wie ook hij naar Limburg was gebracht. Hij ijverde bovendien voor herdenkingsplekken: een Joods monument (in 1989 onthuld door de Amsterdamse burgemeester Ed van Thijn, die als jongetje ook in Brunssum was ondergedoken) en plaquettes in alle wijken, met een gedicht van Jacks vrouw Ina Aldewereld-Hindriks. En een tekst van haar die uitlegt dat in Limburg en Brunssum in het bijzonder veel Joodse kinderen werden opgevangen. ,,Die zaten hier echt overal.” Bij het passeren van de monumentjes ergert ze zich. „Die moeten nodig worden schoongemaakt. Dat lijkt me een mooie klus voor de schoolkinderen hier.”
De pastorie waar Wim van der Geest woonde en talloze onderduikers en verzetsstrijders aan onderdak hielp.Foto Chris Keulen
Spilfiguur
Aldewereld voert de verslaggever en de fotograaf langs een woning die bekendstond als het Elastieken huis, waar altijd wel plek was voor een extra onderduiker. „De eigenaren hadden zelf tien of elf kinderen, maar ook vrijwel voortdurend Joodse jongens en meisjes. Dit huis was een doorvoerplek voor degenen die net waren aangekomen.”
Aan de Vincentiuskerk in Brunssum is een klein kloostergebouw vast gebouwd, waar in de bezettingsjaren nog dertig leden van de kloosterorde der Lazaristen woonden. Een van de paters, Wim van der Geest, was de kapelaan en een spilfiguur in het Brunssumse verzet. Jan Maessen, penningmeester van de parochie, voert naar de kelder van het convent. „Hier werden de kolen gestookt”, vertelt hij in een van de ruimtes. De penningmeester wijst op twee grote, ronde ingangen in de muur. „Daar lopen de pijpen die de hete lucht naar de kerk brachten. In de linkerbuis kun je na 20 à 25 meter een afslag nemen. Dan kom je in een plekje van twee bij twee, waar Van der Geest zich met de kinderen verschool wanneer de Duitsers zich aan de deur meldden. De paters schoven dan snel een kast met paperassen voor de ingang van de pijp.”
Nadat Maessen is uitverteld, vraagt Aldewereld de penningmeester of die nog eens door de archieven wil lopen, die in dezelfde kelder opgeslagen liggen. „Ik ben bezig met de aanvraag voor een Yad-Vashem-onderscheiding voor Van der Geest. Israël wil graag bewijzen voor zijn bijdragen zien. En levende getuigen zijn er steeds minder.”
De kelder in de Kempstraat in Brunssum, waar anderhalf jaar onderduikers zich verborgen hielden.Foto Chris Keulen
Lees ook
Michal Citroen over Joodse onderduikers: ‘De klap kon op elk moment komen’
Po
In de Brunssumse wijk Schuttersveld gaat Aldewereld achterom bij de familie Jasker. „Volluk!”, roept hij hard. De Jaskers gaan bijna verhuizen naar een appartement. Zo’n 45 jaar geleden betrokken ze hun huidige huis, een oude mijnwerkerswoning. Eddy Jasker (nu negentig) knapte de boel eigenhandig op. Hij loopt naar de kelder, waar hij destijds voor het betegelen van de vloer stuitte op een houten schot tegen een deel van de wand. „Ik sloeg daar doorheen en ontdekte een verborgen ruimte, met een bed en een nachtkastje. En de po stond d’r nog. In eerste instantie stond ik er nog niet eens zo bij stil. Totdat mijn schoonvader voor het eerst op bezoek kwam in het nieuwe huis. Hij zei: wij hebben Joodse kinderen gehad en hier zaten ze ook.” De onderduikplek (plus de po) in het huis van de Jaskers wordt nu afgedekt met een luikje.
Het verlies van zijn ouders, broers en tientallen andere familieleden tijdens de Holocaust: af en toe stormt het in Aldewerelds hoofd. De huidige toestand in de wereld stemt hem ook niet vrolijk. „Mensen lijken zo weinig te leren van het verleden. Tijdens lezingen en rondleidingen word ik weleens gevraagd naar mijn mening over de toestand in Gaza. Dan zeg ik dat ik me niet bemoei met politiek, maar ik voeg er wel aan toe dat een Palestijns kind net zo hard om de dood van zijn moeder huilt als een Israëlisch kind.”
Alle geloven, gezindten en nationaliteiten leefden hier samen. Verschillen vielen snel weg: in de mijnen moest iedereen elkaar kunnen vertrouwen
Intussen rijdt voormalig buschauffeur Aldewereld in zijn kleine Hyundai langs memorabele plekken in Brunssum en vertelt honderduit. Aan de rand van de Brunssummerheide staan de badhokjes van het oude natuurbad te verpieteren. In 1943 verscholen Joodse kinderen zich daarin tijdens een razzia. „Jaren geleden zijn ze hier al met een volle bus mensen van de provincie komen kijken”, vertelt een geïrriteerde Aldewereld-Hindriks. „Provincie en gemeente beloofden het aan te pakken. Maar er gebeurt niets. Intussen gaat het verval maar verder.”
Komende tijd staan een paar rondleidingen op het programma. Deze week ontvangt Aldewereld bijvoorbeeld een groep leerlingen van een gymnasium uit Alsdorf, vlak over de Duitse grens. „Jongens en meisjes van negentien verschillende nationaliteiten”, weet Aldewereld. „Ook uit Syrië en Oekraïne. Reken maar dat er dan veel vragen komen.” Hij oogt onvermoeibaar, maar zijn echtgenote Ida vertelt dat hij na een rondleiding altijd even rust. Aldewereld zelf zegt dat niet uit alleen uit fysieke vermoeidheid: „Een leraar bereidt voor de meidagen een les voor over de oorlog. In mijn geval gaat het elke keer ook over mijn eigen leven.”
Restant van het voormalig natuurbad, waar Joodse kinderen soms dagenlang ondergedoken zaten.Foto Chris Keulen
„Ik wil vooral nederig zijn”, benadrukt Jack Aldewereld (82). „Ik ben slechts degene die het verhaal mag vertellen van al die mensen in Brunssum, die in de oorlog zo moedig waren om joodse kinderen bij hen te laten onderduiken en de verzetsmensen die daarbij hielpen.”
Nee, het moet vooral niet gaan over Aldewereld zelf. Toch is hij ereburger van Brunssum en wordt waarschijnlijk nog dit jaar in de gemeente een hofje naam hem vernoemd. Die vernoeming heeft hij te danken aan dat hij al jaren aandacht vraagt voor alle dapperen uit de bezettingsjaren: door te pleiten voor plaquettes en monumenten, door Yad Vashem-onderscheidingen aan te vragen en lezingen en rondleidingen te geven. „In Brunssum hebben zo’n 250 joodse kinderen ondergedoken gezeten en mogelijk honderden anderen onderdak gekregen tijdens de oorlog. Maar struikelstenen [gedenktekens voor degenen die door de nazi’s onder meer werden gedeporteerd] vind je hier nergens. Niemand is verraden, terwijl toch behoorlijk wat mensen lid van de NSB waren.”
Als ze me tijdens een rondleiding naar Gaza vragen, zeg ik dat een Palestijns kind even hard moet huilen om de dood van z’n moeder als een Israëlisch kind
Aldewereld denkt dat dit deels is te danken aan de mijnen. „Hier leefden mensen van alle geloven, gezindten en nationaliteiten samen. Verschillen vielen gemakkelijk weg, want bij het winnen van steenkool moesten teams ook op elkaar kunnen vertrouwen.”
Zelf dankt Aldewereld veel aan Brunssum. Op 2 maart 1943 werd hij geboren in Amsterdam als derde zoon van Mozes en Schoontje Aldewereld. Zes maanden later werd hij door het verzet in Limburg onderbracht. Mogelijk dankzij de buren van Jacks ouders in de hoofdstad, die in het verzet zaten, of via de joodse crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, verzamelplek voor joden die op transport naar Westerbork moesten. Aldewerelds ouders en broers Marcus en Salomon werden vermoord in de vernietigingskampen. Zijn zus Fanny overleefde de oorlog met behulp van een reeks andere onderduikadressen in het zuiden van het land.
„Het verzet in Amsterdam selecteerde Joodse kinderen op haarkleur”, vertelt Aldewereld. „De blondere konden naar het noorden. De donkerharigen gingen naar Limburg. Daar vielen ze minder op.”
Twee pijpen voor hete lucht. „In de linker kun je na 20 à 25 meter een afslag nemen. Dan kom je in een plekje van twee bij twee, waar onderduikers zich konden verschuilen voor de Duitsers.Foto Chris Keulen
‘Henkie’
Onderduikouders hadden verschillende motieven. Cato en Hendrik Muis, die zich over de kleine Jack ontfermden, hadden religieuze redenen. Hun gereformeerde predikant had een beroep op hen gedaan. Aldewereld laat een foto zien van zijn pleegmoeder en hemzelf (een jongetje met zwarte lokken). „Kijk, zo’n prachtventje kun je toch niet weigeren.” Cato en Hendrik Muis waren kinderloos. „Na mijn komst liep mijn pleegmoeder plots met een kinderwagen. Dat moet zijn opgevallen.”
Jack Aldewereld werd in Brunssum, totdat hij later trouwde, Henk ‘Henkie’ Muis. Na de oorlog werd hij tijdens het voetballen of knikkeren weleens uitgescholden voor Jood. „Dat vertelde ik thuis. En dan kreeg ik ook wel uitleg, maar het verhaal duurde me nog te lang. Later wilde ik er niet naar vragen. Omdat mijn pleegouders zo goed voor me waren.”
Pas in de jaren tachtig dook hij in de geschiedenis van zijn oorspronkelijke gezin. Zijn zeven jaar oudere zus wilde daar niets van weten. „Zij had nog echte herinneringen aan de oorlog. Voor haar was het veel traumatischer. Ik wilde wel meer weten en zette een advertentie in een huis-aan-huisblad in Uithoorn, waar mijn familie in de oorlog woonde, voordat ze naar Amsterdam verhuisden.”
Hoge verwachtingen had Aldewereld niet. „Maar er kwam enorm veel respons.” Het leverde zelfs tastbare herinneringen op. Aldewereld haalt het zilveren bestek tevoorschijn dat zijn ouders in bewaring gaven aan bekenden. „En hier: iemand anders had nog mijn broers lidmaatschapskaart van de voetbalclub. Anderen konden me vertellen hoe mijn ouders waren: gastvrije mensen bij wie de deur altijd openstond.”
Aldewereld verdiepte zich ook in de NV, een Amsterdamse verzetsgroep die zich bezighield met Joodse kinderen redden via onderduik in Limburg, door wie ook hij naar Limburg was gebracht. Hij ijverde bovendien voor herdenkingsplekken: een Joods monument (in 1989 onthuld door de Amsterdamse burgemeester Ed van Thijn, die als jongetje ook in Brunssum was ondergedoken) en plaquettes in alle wijken, met een gedicht van Jacks vrouw Ina Aldewereld-Hindriks. En een tekst van haar die uitlegt dat in Limburg en Brunssum in het bijzonder veel Joodse kinderen werden opgevangen. ,,Die zaten hier echt overal.” Bij het passeren van de monumentjes ergert ze zich. „Die moeten nodig worden schoongemaakt. Dat lijkt me een mooie klus voor de schoolkinderen hier.”
De pastorie waar Wim van der Geest woonde en talloze onderduikers en verzetsstrijders aan onderdak hielp.Foto Chris Keulen
Spilfiguur
Aldewereld voert de verslaggever en de fotograaf langs een woning die bekendstond als het Elastieken huis, waar altijd wel plek was voor een extra onderduiker. „De eigenaren hadden zelf tien of elf kinderen, maar ook vrijwel voortdurend Joodse jongens en meisjes. Dit huis was een doorvoerplek voor degenen die net waren aangekomen.”
Aan de Vincentiuskerk in Brunssum is een klein kloostergebouw vast gebouwd, waar in de bezettingsjaren nog dertig leden van de kloosterorde der Lazaristen woonden. Een van de paters, Wim van der Geest, was de kapelaan en een spilfiguur in het Brunssumse verzet. Jan Maessen, penningmeester van de parochie, voert naar de kelder van het convent. „Hier werden de kolen gestookt”, vertelt hij in een van de ruimtes. De penningmeester wijst op twee grote, ronde ingangen in de muur. „Daar lopen de pijpen die de hete lucht naar de kerk brachten. In de linkerbuis kun je na 20 à 25 meter een afslag nemen. Dan kom je in een plekje van twee bij twee, waar Van der Geest zich met de kinderen verschool wanneer de Duitsers zich aan de deur meldden. De paters schoven dan snel een kast met paperassen voor de ingang van de pijp.”
Nadat Maessen is uitverteld, vraagt Aldewereld de penningmeester of die nog eens door de archieven wil lopen, die in dezelfde kelder opgeslagen liggen. „Ik ben bezig met de aanvraag voor een Yad-Vashem-onderscheiding voor Van der Geest. Israël wil graag bewijzen voor zijn bijdragen zien. En levende getuigen zijn er steeds minder.”
De kelder in de Kempstraat in Brunssum, waar anderhalf jaar onderduikers zich verborgen hielden.Foto Chris Keulen
Lees ook
Michal Citroen over Joodse onderduikers: ‘De klap kon op elk moment komen’
Po
In de Brunssumse wijk Schuttersveld gaat Aldewereld achterom bij de familie Jasker. „Volluk!”, roept hij hard. De Jaskers gaan bijna verhuizen naar een appartement. Zo’n 45 jaar geleden betrokken ze hun huidige huis, een oude mijnwerkerswoning. Eddy Jasker (nu negentig) knapte de boel eigenhandig op. Hij loopt naar de kelder, waar hij destijds voor het betegelen van de vloer stuitte op een houten schot tegen een deel van de wand. „Ik sloeg daar doorheen en ontdekte een verborgen ruimte, met een bed en een nachtkastje. En de po stond d’r nog. In eerste instantie stond ik er nog niet eens zo bij stil. Totdat mijn schoonvader voor het eerst op bezoek kwam in het nieuwe huis. Hij zei: wij hebben Joodse kinderen gehad en hier zaten ze ook.” De onderduikplek (plus de po) in het huis van de Jaskers wordt nu afgedekt met een luikje.
Het verlies van zijn ouders, broers en tientallen andere familieleden tijdens de Holocaust: af en toe stormt het in Aldewerelds hoofd. De huidige toestand in de wereld stemt hem ook niet vrolijk. „Mensen lijken zo weinig te leren van het verleden. Tijdens lezingen en rondleidingen word ik weleens gevraagd naar mijn mening over de toestand in Gaza. Dan zeg ik dat ik me niet bemoei met politiek, maar ik voeg er wel aan toe dat een Palestijns kind net zo hard om de dood van zijn moeder huilt als een Israëlisch kind.”
Alle geloven, gezindten en nationaliteiten leefden hier samen. Verschillen vielen snel weg: in de mijnen moest iedereen elkaar kunnen vertrouwen
Intussen rijdt voormalig buschauffeur Aldewereld in zijn kleine Hyundai langs memorabele plekken in Brunssum en vertelt honderduit. Aan de rand van de Brunssummerheide staan de badhokjes van het oude natuurbad te verpieteren. In 1943 verscholen Joodse kinderen zich daarin tijdens een razzia. „Jaren geleden zijn ze hier al met een volle bus mensen van de provincie komen kijken”, vertelt een geïrriteerde Aldewereld-Hindriks. „Provincie en gemeente beloofden het aan te pakken. Maar er gebeurt niets. Intussen gaat het verval maar verder.”
Komende tijd staan een paar rondleidingen op het programma. Deze week ontvangt Aldewereld bijvoorbeeld een groep leerlingen van een gymnasium uit Alsdorf, vlak over de Duitse grens. „Jongens en meisjes van negentien verschillende nationaliteiten”, weet Aldewereld. „Ook uit Syrië en Oekraïne. Reken maar dat er dan veel vragen komen.” Hij oogt onvermoeibaar, maar zijn echtgenote Ida vertelt dat hij na een rondleiding altijd even rust. Aldewereld zelf zegt dat niet uit alleen uit fysieke vermoeidheid: „Een leraar bereidt voor de meidagen een les voor over de oorlog. In mijn geval gaat het elke keer ook over mijn eigen leven.”
Restant van het voormalig natuurbad, waar Joodse kinderen soms dagenlang ondergedoken zaten.Foto Chris Keulen
Het leven van Jamshaid is niet gelopen zoals hij had gewild. Hij had niet in Nederland willen zijn, een land dat hij zelfs van naam amper kende, niet in Brazilië, het land dat hem terugstuurde naar Schiphol, en niet in Zuid-Afrika, het land waar hij vandaan vertrokken was. Hij had in Pakistan willen blijven, bij zijn vrouw en zoontje. Maar hij zit op een donderdagmiddag begin maart in een zaaltje van de rechtbank in Rotterdam, voor een zaak die het verdere verloop van zijn leven kan bepalen.
De rechter kijkt hem aan: wil hij, aan het einde van de zitting, nog iets zeggen? „Ik heb een moeilijk leven gehad”, zegt hij. De 25-jarige Pakistaan veegt met z’n vingers zijn ogen droog. „Iedereen heeft recht op een beter leven. Maar ik heb genoeg van dit leven.”
Want Nederland wil hem niet, Zuid-Afrika is een lastig verhaal en Pakistan? Daar, zegt hij, zal hij direct gevaar lopen. Hij hoorde bij de Deobandi’s, een soennitische beweging, en had het in zijn hoofd gehaald om zich te bekeren tot sjiiet. „Ik heb”, zegt hij buiten de rechtszaal, „een fatwa op mijn naam.”
Het is die donderdag de enige asielzaak die inhoudelijk wordt behandeld – twee andere zaken worden binnen een paar minuten afgedaan, in een vierde zaak heeft de advocaat autopech en zit de asielzoeker dus voor niks tegenover de rechter.
Zittingen als deze zijn er elke week in de Rotterdamse rechtbank, soms zelfs meermaals per week – net als in veel andere rechtbanken in het land. NRC volgde drie zittingsdagen in de rechtbank, in totaal stonden er zo’n twintig zaken op de rol.
Honderd zaken
Buiten de rechtszaal zegt iedereen: het is druk. Advocaten kunnen zo opnoemen hoeveel asielzaken ze tegelijk hebben lopen, nooit minder dan honderd. IND-juristen moeten wegens „capaciteitsproblemen” bijspringen in rechtbanken buiten hun regio en vertellen dat ze elke week zo’n vijf zaken hebben, over besluiten die door collega’s zijn genomen met dossiers van al gauw „honderden pagina’s”.
Het aantal rechtszaken over asielzoekers en vreemdelingen is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld. Dat blijkt uit jaarverslagen van de Raad voor de Rechtspraak en uit cijfers die NRC bij de Raad opvroeg. Kwamen er in 2015 zo’n 23.000 vreemdelingenzaken voor de rechter – zaken die ofwel gaan over asielzoekers, ofwel om migranten die om andere redenen naar Nederland willen komen – vorig jaar waren dat er ruim 56.000. Op een dip tijdens de coronapandemie na, groeide het aantal rechtszaken elk jaar.
Als de asielwetten van minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) ingevoerd worden, wordt het nóg drukker, verwachten betrokkenen. Onder die toename zullen, aldus de Raad voor de Rechtspraak, andere rechtsgebieden gaan lijden – in een rechtszaal kan immers maar één zitting tegelijk plaatsvinden.
Lees ook
De Raad van State waarschuwt het kabinet om het effect van de asielwetten niet te overschatten
Identiteitskaart
Het leven van de Pakistaan Jamshaid hangt van pech aan elkaar, maar tijdens de zitting heeft hij even geluk. Tevreden houdt zijn advocaat een Pakistaanse identiteitskaart in de lucht. Die is een paar dagen eerder binnengekomen. Zíe je wel, zegt hij, Jamshaid is een Pakistaan. Dus moet zijn zaak gaan over het gevaar dat hij loopt als hij naar dat land wordt teruggestuurd.
Maar zo simpel is dat niet. De jurist van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wijst erop dat Jamshaid met een Zuid-Afrikaans paspoort Nederland binnen is gekomen. Weliswaar staan daar een andere naam en geboortedatum op dan die Jamshaid zélf zegt te hebben, en dan op de id-kaart staan, maar dat doet er volgens de jurist niet toe. Hij kon met het paspoort reizen, heeft ogenschijnlijk de Zuid-Afrikaanse nationaliteit, dus kan hij worden teruggestuurd naar Zuid-Afrika, een veilig land.
In de Rotterdamse rechtbank worden nogal wat zaken snel afgedaan
Dat land was het toevluchtsoord van Jamshaid toen hij besloot te vluchten uit Pakistan, vertelt hij buiten de rechtszaal. Hij kende er niemand, maar vond werk in een recyclingfabriek. De eigenaar kon hem helpen aan documenten, hij hoefde alleen maar zijn vingerafdrukken te geven en een formulier in te vullen. Toen hij daarna zijn Zuid-Afrikaanse paspoort kreeg, zag hij het direct: dit was hij helemaal niet.
Na een ruzie met de fabriekseigenaar werd het te onveilig, zegt Jamshaid, en een Malinees genaamd Musa wilde hem helpen. Hij adviseerde te vertrekken, de eigenaar zou gevaarlijk zijn. Waarheen? Jamshaid wist het niet, zegt hij, pas op het vliegveld kreeg hij van Musa een ticket voor Brazilië, via Nederland. Op Schiphol stapte hij over. Maar in Brazilië vertrouwden ze het niet, een Pakistaans ogende jongeman met een Zuid-Afrikaans paspoort. Ze stuurden hem terug naar Amsterdam. Daar belandde zijn zaak op de grote berg met vreemdelingenzaken die de IND jaarlijks verwerkt: de dienst nam in 2024 in totaal zo’n 250.000 beslissingen over asielzoekers, buitenlandse studenten, arbeidsmigranten, vluchtelingen en andere mensen die in Nederland willen wonen.
Zulke zaken kunnen eenvoudig lijken: de wet schrijft voor wie mag blijven en wie niet. In de Rotterdamse rechtbank worden nogal wat zaken daarom snel afgedaan. In ‘Dublin-zaken’ gaat het om de vraag of iemand al elders in Europa een asielaanvraag heeft gedaan. Zo ja, dan wordt het beroep ongegrond verklaard. Advocaat en asielzoeker zijn er zelden – zoals niet zelden het „procesbelang” is verdwenen omdat de asielzoeker „MOB” is: met onbekende bestemming vertrokken.
Veel andere zaken zijn complexer. In de afweging wie mag blijven en wie niet, gaat het om beroepsgronden, weigeringsgronden en wetsartikelen waar een asielzoeker wel of geen aanspraak kan maken – en waar asielzoeker, advocaat, rechter en IND op zitting over kunnen twisten. Het gaat dan veelal over artikelen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), over „artikel 15c” (iemand heeft recht op asiel omdat het land van herkomst te gevaarlijk is) of simpelweg over „64” (iemand kan om medische redenen niet worden uitgezet). Op zitting wordt veel verwezen naar „de afdeling”, de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waar asielzaken uiteindelijk terecht kunnen komen. Uitspraken van die hoogste bestuursrechter zijn belangrijke jurisprudentie, maar kunnen ook binnen een jaar helemaal anders zijn.
Juridisch moeras
Wie in Nederland asiel zoekt, krijgt daarom al gauw met een advocaat te maken om door dat juridische moeras begeleid te worden. Voor hen is er werk genoeg. Thomas Thissen, de advocaat van Jamshaid, kreeg bij toeval ooit een zaak van een Pakistaan. Sindsdien staat hij onder Pakistaanse asielzoekers goed aangeschreven, dus zo kwam Jamshaid bij hem uit. Vorig jaar deed hij 240 asielzaken, het jaar ervoor zo’n driehonderd.
Annechien de Vries, een ervaren Amsterdamse asieladvocaat, krijgt via de Raad voor Rechtsbijstand asielzoekers toegewezen die zich bij een aanmeldcentrum hebben aangediend, vertelt ze op een donderdag in februari buiten de rechtszaal. Zo’n „120 tot 200 asielzaken” heeft ze op het moment, „hoewel die niet allemaal tegelijk lopen”.
Ze vertelt asielzoekers wat hun rechten zijn, legt uit wat ze kunnen verwachten van de procedure en hoort hun verhaal aan. „Dat is een eerste schifting”, zegt ze. Als een zaak kansrijk is, dan benadrukt ze het belang van bewijzen: documenten, foto’s en andere ondersteuning van het vluchtverhaal zijn cruciaal. „Maar als een zaak vreselijk kansloos is, dan bespreek ik dat ook met m’n cliënt.”
Lees ook
IND werkt met ingrijpend nieuw toelatingsbeleid: ‘Asielzoeker moet nu zélf aantonen dat hij gevaar loopt’
Voornemen
Asielzoekers krijgen altijd eerst een „voornemen” van de IND, een voorgenomen besluit, waar ze een „zienswijze” op kunnen indienen. Als een zaak kansloos is, zegt De Vries, blijft het daarbij. Anders gaat ze in beroep. Dan komt de zaak bij de asielrechter, die toetst of de IND een rechtmatig besluit heeft genomen.
Maar in de toekomst komen advocaten in die eerste fase er waarschijnlijk niet meer aan te pas. Dat komt deels door kabinetsbeleid en deels door het nieuwe Europese migratiepact, legt asieladvocaat Wil Eikelboom uit. „In het hoofdlijnenakkoord wordt de eerste rechtsbijstand voor asielzoekers ingeperkt. Het migratiepact dat volgend jaar ingaat lijkt daarnaast de ruimte te geven om juridische bijstand door advocaten bij de eerste aanvraag volledig te schrappen.”
Bovendien wil Faber het voorgenomen besluit afschaffen. Er is dan nog maar één besluit, zonder het juridische gepingpong tussen advocaten en IND. Daardoor horen asielzoekers, is het idee, sneller of ze wel of niet mogen blijven.
Rondom de rechtszaal is te horen dat het op papier inderdaad sneller zal gaan. In de praktijk verwacht iedereen juist meer werk voor de IND en uiteindelijk de rechter. Eikelboom wijst op een rapport dat een commissie onder leiding van Richard van Zwol in 2019 publiceerde: juridische bijstand bij de eerste asielaanvraag zorgt er voor dat de IND betere besluiten neemt. „Door de betrokkenheid van advocaten in de eerste fase worden de besluiten van de IND beter”, zegt advocaat Thissen. „Je wijst op fouten, op tegenstrijdigheden, noemt mogelijke beroepsgronden. Het is een soort testrun voor de IND, voordat een zaak in beroep naar de rechter gaat.”
Het wordt prijsschieten voor advocaten
De Vries: „Als de besluiten rammelen, zal elke zaak straks een beroepszaak worden.” „Als je als advocaat pas in de beroepsfase aansluit”, zegt Eikelboom, „zie je zo’n dossier en denk je: wat een gemiste kansen.” Thissen: „Het wordt prijsschieten voor advocaten.”
‘Geen lieverdje’
In een zaak van een Brabantse Marokkaan blijkt hoe de áfwezigheid van een advocaat tot verwarring kan leiden. Hij kwam in 1975 in het kader van gezinshereniging naar Nederland, vertelt hij buiten de rechtszaal, zijn vader werkte hier al. Terug ging hij zelden. Hij begon zich Nederlander te voelen, zonder ooit de nationaliteit aan te nemen. Dat kon prima, want hij had een verblijfsstatus. Tot in 2014 de wet veranderde: voortaan kon, na veroordeling voor een strafbaar feit, ook de verblijfsvergunning ingetrokken worden van mensen die al meer dan twintig jaar in Nederland waren. En de man is, zegt hij, „geen lieverdje geweest”.
Wat hij precies heeft gedaan wil hij niet zeggen, maar alles bij elkaar zat hij zo’n tien jaar in de gevangenis. Al zo’n „acht, negen jaar” probeert Nederland hem uit te zetten, „maar Marokko accepteerde me niet”. Hij spreekt de taal niet en heeft „hier al problemen met Marokkaanse nieuwkomers”. De man begint te lachen. „Ja, ik lach nu”, zegt hij terwijl z’n gezicht betrekt, „maar eigenlijk is het natuurlijk een klotesituatie. Ik heb geen inkomen en kan ook geen uitkering krijgen.”
En de man heeft pijn, al jaren. Steeds als de IND hem wilde horen, blijkt tijdens de zitting, voelde hij zich „niet in staat om te verklaren”. Het besluit van de IND zou daarom te lichtvaardig genomen zijn, zegt zijn advocaat. Maar de man kwam wel opdagen bij een afsprak waarvan híj zegt dat die medisch zou zijn, en waarvan de IND zegt dat hij was uitgenodigd om het over zijn asielaanvraag te hebben. Zijn advocaat was er niet bij, waardoor op zitting een discussie ontstaat of de man wel goed geïnformeerd was en wiens schuld de onduidelijkheid was.
Bewijzen
In asielzaken draait veel, zo niet alles, om geloofwaardigheid. Kan de man bewíjzen dat het een medische afspraak was? Kunnen een Jemenitische moeder en dochter aannemelijk maken dat ze gevaar lopen als ze worden teruggezonden, als ze nota bene al eens terug zijn geweest? Is het geloofwaardig als een Nigeriaanse man vertelt vanwege zijn biseksualiteit geweld te vrezen, als hij pas na een paar verhoren over z’n seksuele geaardheid begon te vertellen? Zonder bewijzen – foto’s, documenten, gestempeld of niet – is de IND geneigd te zeggen: nee, dat is het niet.
Dus dat Jamshaid niet kan bewijzen dat het Zuid-Afrikaanse paspoort nep is en hij écht een Pakistaan is, is een probleem. Bij de Zuid-Afrikaanse ambassade stuurden ze hem weg. Mails van zijn advocaat om alsjeblieft uit te zoeken of hij ergens in Zuid-Afrika geregistreerd staat, zijn nog niet beantwoord. Terwijl het met de Pakistaanse id-kaart zo simpel is: scan de qr-code die erop staat en je krijgt een uitdraai uit de persoonsadministratie te zien, inclusief familiegeschiedenis en geloof. De IND, zegt de jurist tijdens de zitting nadat hij de kaart heeft bestudeerd, wil de authenticiteit ervan laten uitzoeken.
Twee groepen
Geloofwaardigheid zal in het asielsysteem dat Faber voor ogen heeft een nog grotere rol gaan spelen. Ze wil vluchtelingen in twee groepen, of ‘statussen’, splitsen: mensen met een directe vrees voor vervolging en mensen die vluchten voor oorlog of omdat ze tot een kwetsbare minderheid horen. Dat zal het aantal asielaanvragen beperken, denkt Faber, omdat het gezinshereniging moeilijker maakt voor die tweede, grotere groep – denk aan Syriërs.
Maar mensen uit die tweede groep zullen bij de eerste groep willen horen en daarvoor naar de rechter gaan, schreef de Raad voor de Rechtspraak in haar advies over het wetsvoorstel. Dat zal de druk op rechters, advocaten en IND „enorm” verhogen. Hetzelfde verwacht de Raad door een andere maatregel van Faber: het inkorten van de tijdelijke verblijfsvergunning van vijf naar drie jaar. De IND moet daardoor sneller opnieuw beslissingen nemen, met meer beroepszaken tot gevolg, en het is de vraag of de dienst daar genoeg medewerkers voor heeft. En het kabinet wil, aldus het hoofdlijnenakkoord, het hoger beroep in asielzaken schrappen.
Zo komt het asielstelsel in een juridische vicieuze cirkel van drukte terecht, verwachten advocaten. Zonder voornemens en zonder juridische bijstand aan asielzoekers in de eerste fase zullen de eerste besluiten van de dienst minder goed onderbouwd zijn, waardoor de IND bij de rechter meer beroepszaken zal verliezen. Zonder hoger beroep komen die direct weer bij de IND te liggen, waar de wachttijden door personeelstekorten toch al lang zijn. Asielprocedures worden dan niet sneller, zoals Faber wil, maar veel trager. Vrijdag maakte de minister wel bekend 115 miljoen euro uit te trekken om de wet „uitvoerbaar” te maken.
Na bijna twee jaar hoort Jamshaid „binnen zes weken” of hij wordt teruggestuurd en zo ja, waarheen. Nederland was nooit zijn bestemming geweest, zegt hij. Maar nu hij er is, en „in veiligheid leeft”, wil hij niet weg. En mocht hij blijven, dan hoopt hij ook z’n vrouw en zoontje te laten overkomen.
Lees ook
Sociaal advocaten verlaten het vak steeds vaker: ‘Dreigend tekort voor meest kwetsbaren’
Gebeurtenissen zo groot dat je ze niet in een hoekje van je hoofd kunt opbergen. Trump, Zelensky, Poetin. Op de veerpont, langs de lijn van het voetbalveld, in de speeltuin, het café en op de markt. Iedereen heeft ervan gehoord, maar niemand die precies begrijpt wat zich voordoet.
Staan we aan de vooravond van de Derde Wereldoorlog, vraagt een 28-jarige vrouw zich af, zittend op een bankje naast haar kinderwagen. Ze is twee weken geleden bevallen van een tweeling. Het wereldnieuws volgt ze via Facebook en TikTok, maar de laatste tijd swipet ze snel verder.
Vijf verslaggevers van NRC spraken afgelopen dagen met mensen in Nederland. Mensen van vijf generaties, tussen de 15 en 85 jaar. Voorbijgangers, onderweg in hun dagelijks leven. Allemaal wisten ze dat er iets groots speelt – allemaal, op één man na op de pont, die alleen de lokale krant leest. Denisa staart naar een hengel, Bo heeft bardienst in de voetbalkantine, Erik zit op de fiets naar huis en intussen kantelt de wereldorde.
Wat moet een mens daarmee in „zo’n klein landje”? Het lijkt te groot, te abstract, te beangstigend misschien ook. „Als er echt een atoombom valt…” – ook voor mensen die een halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog zijn geboren, staat de bom symbool voor het ongrijpbare worstcasescenario.
En dat terwijl, zo klinkt het op straat, mensen het gevoel hebben dat ze naar een schoolpleinruzie zitten te kijken. Tussen bullies, pestkoppen, mannen „met een grote muil” die „een spelletje Risk” spelen.
En wie zei nou wat? Die ene met dat rode petje? Die idioot met de kettingzaag? Veel mensen die we spraken, zeiden dat ze het minder willen volgen. Minder over het nieuws willen praten, het „niet al te serieus nemen”. Wegswipen. En ze zeggen, zoals de 85-jarige Eppo die de Tweede Wereldoorlog meemaakte: we hebben elkaar nog.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Deze spelers van SV Brandevoort in Helmond doen de tactiekbespreking na de voetbaltraining.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Deze spelers van SV Brandevoort in Helmond doen de tactiekbespreking na de voetbaltraining.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/03/09142331/data129080103-b73ae3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/rxh17lMOVXqstgqSJiFA-4Gx5Ok=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/03/09142331/data129080103-b73ae3.jpg 1920w”>
Deze spelers van SV Brandevoort in Helmond doen de tactiekbespreking na de voetbaltraining.
Foto’s Merlin Daleman
Helmond‘Tussen de oorlog en Nederland liggen nog een hoop landen’
Aan de rand van het hoofdveld staan Lars (17) en Taeke (17) uit te hijgen van hun eerste voetbaltraining na carnaval, beiden in een rood shirt met korte mouwen. De twee spelers van SV Brandevoort in Helmond hebben niet veel meegekregen van de spanningen in de wereld. „Ik heb alleen gehoord dat Trump en die Zelensky ruzie hebben”, zegt Taeke. Dat Europa en Nederland gaan onderzoeken of hun legers versterkt kunnen worden, geeft hem wel „een beetje een angstig gevoel”. Of ja: „Niet echt angst, maar het is niet dat er niks aan de hand is.” Lars: „Het komt in ieder geval dichterbij.”
De voetbalvereniging heeft vier velden, werd opgericht in 2008 en vernoemd naar de gelijknamige Vinex-wijk waarin de club ligt. In Brandevoort, ontworpen als modern vestingstadje, stemde bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen een kwart van de inwoners op de VVD en een kwart op de PVV.
Die partijen kunnen niet op de sympathie van Tessa (18) rekenen, die zichzelf omschrijft als „een beetje progressief, maar wel meer in het midden”, zo richting D66. Deze donderdagavond staat Tessa in haar eentje te kijken naar de training van haar team, leunend op een doeltje voor de dug-out. Ze heeft een knieblessure. Tessa leest weleens de krant, of kijkt het journaal. Of ze bespreekt de situatie in Oekraïne met haar ouders, vooral toen drie jaar geleden het conflict escaleerde.
Tessa (18).Foto Merlin Daleman
De meeste jonge voetballers bij SV Brandevoort volgen het nieuws niet zo actief en zijn (nog) niet politiek betrokken. Dat geldt ook voor barkeeper Bo (16). Natuurlijk, ze krijgen wel wat mee over Trump en zien al jaren oorlogsfilmpjes uit Oekraïne langskomen, vertelt ze. Op sociale media, Instagram voorop, gevolgd door TikTok. Sommigen noemen traditionele media die daarop actief zijn, zoals De Telegraaf en het AD. De 22-jarige trainer van Tessa noemt Cestmocro, een bij jongeren populaire Instagrampagina. Oorlogsdreiging voelen de jongeren nauwelijks.
Ook Tessa denkt dat Nederland zich niet druk hoeft te maken. „Europa wel, maar dan denk je meer aan landen als Polen en Finland die dichter bij de oorlog liggen. Er liggen nog veel landen tussen.” Ze hoopt dat Europa een rol kan spelen in een vredesoverleg, al moet dat volgens Tessa wel op een voorzichtige manier. „Poetin zegt: als we in conflict raken met de NAVO, is het een Derde Wereldoorlog. Daar moet je wel rekening mee houden.”
De Verenigde Staten te vriend houden is volgens haar belangrijk voor de handel, maar dat wordt lastig als dat land uit de NAVO stapt. Verder probeert Tessa Trump „niet al te serieus te nemen”.
Pim van der Hulst
Bibi Westerhuis (28) in Deventer. Foto Dieuwertje Bravenboer
Deventer‘Noodpakketjes gaan ons niet redden als er écht een atoombom valt’
Op een bankje in speeltuin De Ark in Deventer kijkt Bibi Westerhuis (28) tevreden in haar kinderwagen. De ruzie tussen de Amerikaanse president Trump en diens Oekraïense collega Zelensky, van 28 februari, speelde zich af vlak nadat Westerhuis was bevallen van haar tweeling. Toch wist het fragment door haar roze wolk heen te breken, via de televisie. „De beelden werden continu herhaald”, zegt ze.
Alles wat met Poetin te maken heeft, vindt Westerhuis eng, Trump vindt ze „een comedian”. Dat hij volgens haar nu de kant van Rusland lijkt te kiezen, maakt haar bezorgd. Komt er nu een Derde Wereldoorlog, vraagt ze zich af.
Tijdens de vorige verkiezingen stemde Westerhuis op Wilders, omdat ze zich zorgen maakte over de woningmarkt. „Maar als Wilders de kant van Poetin zou kiezen, dan is het gelijk klaar! Dat gaat me echt veel te ver.”
Het nieuws volgt Westerhuis voornamelijk via Facebook en TikTok, maar de laatste tijd swipet ze dat snel door. Zware gesprekken met vrienden of familie probeert ze te vermijden, dat begon tijdens corona. „Toen verdeelde het nieuws vriendengroepen en families. Dat wil ik niet meer.” Westerhuis acht het ook niet zinvol om continu op de hoogte te blijven van de actualiteiten. „We kunnen wel allemaal noodpakketjes gaan maken, maar dat gaat ons niet redden als er écht een atoombom valt.”
Thomas Kruissink (32) en Carline Hissink (30) spraken onlangs af om het minder over het nieuws te hebben. Dat wil nog niet erg lukken, vertellen ze tijdens hun lunch op een bankje in de zon. „Vanochtend hadden we het met elkaar wat we nu zouden stemmen, na alle ontwikkelingen van afgelopen weken”, zegt Kruissink. „We hebben op VOLT gestemd, een pro-Europese partij – dat is nóg belangrijker geworden nu Trump Europa steeds meer in de steek laat.” Maar Hissink voelt de noodzaak „om de volgende keer extra links te stemmen, als tegengeluid voor extreemrechts, dat overal om ons heen oprukt”.
Thomas Kruisink (32) en Carline Hissink (30). Stroe Alexomaro (27) en Denisa Kallo (24).
Foto’s Dieuwertje Bravenboer
Het nieuws maakt Hissink angstig. Haar vriend ziet het rationeler, zegt ze. „Europa zou hier bijvoorbeeld sterker uit kunnen komen. Nu de VS ons in de steek laten, moeten we zelfstandiger worden, investeren in onze eigen defensie”, zegt Kruissink.
Toch overheerst pessimisme op het bankje in de zon. Kruissink: „Het ziet er wel naar uit dat Oekraïne straks gewoon wordt weggegeven aan Rusland.”
Misschien is dat ook maar beter, zegt Stroe Alexomaro (27), terwijl hij zijn hengel uitwerpt. Op een klapstoeltje naast het visserstentje houdt Denisa Kallo (24) hem gezelschap. Het stel komt uit Roemenië en heeft daar veel familie en kennissen. Geregeld vlogen er drones over het grensgebied van hun land met Oekraïne.
Stroe vermoedt dat Trump uit is op de grondstoffen van Oekraïne, dat sprake is van een politieke oorlog en dat het land straks in tweeën wordt gesplitst. „Wat Trump precies wil en wat écht het beste is voor Oekraïne, wel of niet toetreden tot de NAVO bijvoorbeeld: dat weet ik niet. Maar het zou goed zijn als er vrede komt – hoe dan ook.”
Sheila Kamerman
Fietsers gaan aan boord van de veerpont bij Schoonhoven.Foto Bart Maat
Schoonhoven‘We kunnen niet afhankelijk blijven van Amerika’
Langs de oever van de Lek zijn de verschuivingen op het wereldtoneel ver weg. Het terras van Cafetaria de Veerpoort zit vol, bij de oprit naar de veerdienst sluiten een paar wielrenners aan in de rij. De voorjaarszon schittert op de zilverkleurige jas van Rianne van Mameren (36). „Als je hier zo staat”, merkt ze op, „voelt het niet bepaald alsof er gevaar dreigt”.
En toch, zegt ze wandelend met de kinderwagen over de kade, maakt ze zich weleens zorgen. „Rare ontwikkelingen” zijn het, die zich voltrekken sinds Donald Trump voor de tweede keer zijn intrek in het Witte Huis heeft genomen. „Ik heb het idee dat hij zich nog wel met Europa wil bemoeien, maar niet op de goede manier. Hij is een soort spelletje Risk aan het spelen.”
Zes keer per uur vaart de geel-witte veerpont in een rechte lijn naar de overkant vanaf het oud-Hollandse stadje Schoonhoven. Als de klep eenmaal omhoog is gegaan, ben je een minuut of drie later in de Alblasserwaard. Erik van Nieuwkerk (43) voegt zich bij de slinger wachtenden voor de slagboom. „Ik ben vooral benieuwd wat Europa nu gaat doen”, zegt hij. „Of ze nu eindelijk de handen ineenslaan en met een eigen plan komen.”
„Je hebt America first”, zegt de basisschoolleraar, „maar andere landen kunnen er ook wat van. Het zijn nu toch vooral eilandjes die hun eigenbelang vooropstellen.” Wat hem betreft is het de hoogste tijd voor een Europees leger. „We moeten veel meer zélf gaan doen. We kunnen niet afhankelijk blijven van landen als Amerika.”
Rianne van Mameren (36). Silvya den Hartog (44).
Foto’s Bart Maat
Silvya den Hartog (44) heeft haar e-bike op de standaard gezet en is gaan zitten langs het raam. Ze komt „van de overkant”, waar het wereldgebeuren volgens haar „niet zo speelt”. „Ik volg het nieuws nog wel, maar ik probeer het niet al te veel meer op me in te laten werken. Het maakte me onrustig. En ik heb toch geen invloed op de gebeurtenissen.”
„Ik denk dat in een land als Polen de urgentie meer gevoeld wordt dan hier”, zegt ze. Trump en Poetin ziet ze als „gewoon twee personen met een grote muil die denken dat ze alles voor elkaar kunnen krijgen”. Den Hartog: „Ze zijn vooral bezig hun macht te vergroten en te zorgen dat de dingen gaan zoals zij dat willen. En waar blijven wij als Europa’tje? We kunnen daar niet tegenop.”
Toch is ze niet ontevreden over het tempo waarin Europese regeringsleiders crisisberaden beleggen. „Ik ben blij dat bepaalde mensen de stap naar voren zetten. Die heb je nodig. De kleine landen moeten samen proberen één grote groep te vormen.”
Dat heeft wel nog veel voeten in de aarde, ziet Van Nieuwkerk. Waar het om draait, is het laatste wat hij kan zeggen voor de slagboom weer opengaat, is dat we „genoeg bagage hebben om ons te weren tegen bullies zoals Trump. Dat we voorbereid zijn als de nood aan de man is. En dat het recht zegeviert, in plaats van dat degene met de grootste mond wint”.
Stephan Pronk
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Café de Don in De Meern.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Café de Don in De Meern.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-13.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/03/09142329/data129081606-5ad32f.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-66.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-64.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-65.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-66.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/03/dat-de-wereldorde-kantelt-begint-door-te-sijpelen-in-nederland-en-zaait-bezorgdheid-trump-speelt-een-soort-spelletje-risk-67.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/a57lxjHZPhVZtQRzAsE2izUK3nI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/03/09142329/data129081606-5ad32f.jpg 1920w”>
Cafe de Don in De Meern.
Foto’s Olivier Middendorp
De Meern‘Europa is lui geweest’
Sinds twee maanden is café De Don in De Meern weer geopend. En dat is maar goed ook, want de Merenezen hebben een huiskamer nodig om te praten. Op deze doordeweekse avond zitten er zeven of acht mensen rond de bar, de meesten tussen de 50 en de 65 jaar. De muziek is uit de jaren zeventig en tachtig: Get Off van Foxy, Macho Man van The Village People. Niemand bestelt iets zonder aan de anderen te vragen of ze ook iets willen drinken.
Ze zitten allemaal zo’n beetje in de laatste fase van hun loopbaan, door reorganisaties vaak op een ander tracé gezet dan waarvoor ze ooit hadden gekozen. Patrick van Veen is geen drukker meer, maar leidinggevende in een distributiecentrum voor scheepsmotoronderdelen. Ad – die niet met zijn achternaam in de krant wil, ook al omdat hij familie is van een bekende politicus – is na een werkend leven in hotels en sportverenigingen bij een glasbedrijf terechtgekomen. Roy de Groot is nog steeds heftruckchauffeur in een kaaspakhuis; hij heeft alle mailtjes genegeerd waarin zijn bedrijf hem een computercursus aanbood. „Ik heb niet eens een Gameboy.”
Het nieuws volgen ze via de tv of de krant, het AD, voorheen Utrechts Nieuwsblad. Ze hebben gemengde gevoelens over Donald Trump. De één (Frank Weyns, 58) noemt hem „een tweedehands autoverkoper uit Virginia”. De ander (Roy de Groot, 46) noemt hem „een mafkees, een onruststoker”. Ad (66) zegt dat de Amerikaanse president misschien wel „een olifant in de porseleinkast” is, „maar of dat zo slecht is?”
Alleen softwareverkoper Gerben de Boer (50) vindt „de tendens van Trump en Elon Musk” ronduit „gevaarlijk”. Hij heupwiegt op Yes Sir, I Can Boogie naar het dartboard waar iedereen wel een potje met iedereen speelt. Die twee zorgen ervoor dat de wereld de hele tijd moet reageren, of het nu met tarieven is, of met oorlogsdreiging. „Ik vind deze tijd griezeliger dan de Koude Oorlog.”
Poetin kan in De Don op weinig bijval rekenen. „Een moordenaar.” „Dat ze die nog geen kogel door het hoofd hebben geschoten.” Hoewel Van Veen (56) vindt dat de Europeanen de Russen best wat minder neerbuigend hadden mogen behandelen, gezien hun inspanningen tegen de nazi’s.
Ad (66).Gerben de Boer (50).
Foto’s Olivier Middendorp
Voor de mannen van deze generatie is de Koude Oorlog een ijkpunt. Weyns ging in 1985 het leger in omwille van de dreiging vanuit de Sovjet-Unie. Als je ouder bent, kun je relativeren, vindt Van Veen: je hebt nu eenmaal om de zoveel tijd clashes. „Ik geloof niet dat we mekaar gaan uitroeien.” Toch zegt hij ook, terwijl hij een sjekkie rolt, iets over de „mooie jaren die we hebben gehad”.
De aftakeling van de verzorgingsstaat, hoge prijzen (die ze aan de internationale spanningen wijten) en vluchtelingen (Ad: „Hebben die jonge Oekraïners die met grote koffers uitstappen bij de Jaarbeurs geen taak in hun eigen land?”) – dat zit hen hoger dan oorlogsdreiging. Niemand die erover piekert het door de regering aanbevolen noodpakket aan te schaffen. Niemand die een hoge dunk heeft van de Nederlandse politiek. De Groot stemt niet meer sinds 1998, toen De Meern met overweldigende meerderheid koos tégen een fusie met Utrecht, en de fusie er toch kwam. Wat maakt het uit op welke partij je stemt, in een coalitie maken ze vooral onderling ruzie en schuiven de problemen voor zich uit. Dat nu ineens een meerderheid ijvert voor de herbewapening van Europa, dat bezien ze met cynisme. Nou mogen de pensioenfondsen wel investeren in defensiebedrijven. Nou is links wel voor een sterk leger. Een enkeling stemt links van het midden, de meesten ver rechts: PVV of JA21.
En Europa? „Europa is lui geweest”, zegt Weyns. Jarenlang geteerd op de inspanningen van anderen en maar preken. „Europa moet een vuist maken. Europa moet echt een unie worden”, zegt De Boer. „Anders zal Poetin over ons heen lopen.”
Bas Blokker
In Coevorden bespreken deze heren de geopolitiek.Foto Wouter de Wilde
Coevorden‘Mijn opa zei al over zijn tijd: dit gaat niet goed’
Op de Markt in Coevorden zitten vijf mannen tussen de 69 en 84 jaar in de zon. Het zijn vrienden, ze treffen elkaar daar dagelijks. Gevraagd naar het wereldnieuws van afgelopen weken, reageren ze aanvankelijk laconiek.
Je kunt je druk maken, maar wat kun je doen, vraagt Harm Vredeveld (75) zich hardop af.
Henk Moedejongen (80): „Ja, wat in godsnaam? We zijn zo’n klein landje.” Hij houdt duim en wijsvinger een paar centimeter van elkaar. „Als je je zorgen maakt, heb je geen leven. En ik wil graag nog even leven.”
Vredeveld: „Mijn opa zei al over zijn tijd: dit gaat niet goed. Mijn vader zei het ook over zíjn tijd. En nu zeg ik het ook over mijn tijd.” Het zal zijn tijd wel duren, wil hij maar zeggen. Voor zijn kinderen hoopt hij dat het losloopt.
„Ik maak me geen zorgen, maar Trump mag de kogel”, zegt Gert Hilbrink (82).
Ik maak me wel zorgen, zegt Albert Hilbrink (69). „Maar je wordt ook bang gemaakt, met verhalen over noodpakketten.”
Ze kijken lachend naar elkaar. Heeft een van hen een noodpakket? Niemand! Daar komt Jan Heerkes (84) aangefietst. Hij hoort waar de groep het over heeft. „Ik heb wel een noodpakket”, roept hij. „Een doos met frikandellen.”
De mannen lachen hard.
Koos Roddenhof-Van Buiten (79) en haar man Eppo (85). Foto Wouter de Wilde
Koos Roddenhof-Van Buiten (79) die met haar man Eppo (85) een boodschap doet, maakt zich meer zorgen over de veranderde mentaliteit van de Nederlanders dan over wereldvrede. Ze vindt dat ‘ikke, ikke, ikke’ de boventoon voert.
In de rest van de wereld gaat het ook niet jofel, zegt Koos. „God heeft de boel netjes geschapen”, zegt ze. „De mens heeft er een drama van gemaakt.” Dat de mens dat doet, kan ze niet plaatsen. Het punt is, zegt ze, dat ze zélf al genoeg op haar bordje heeft. Ze was zelf een tijdlang ziek, haar man kampt met zijn gezondheid.
Eppo lacht: „We hebben elkaar nog!”
Gelukkig wel. Koos lacht terug. „Vergeet je Mercedes niet”, zegt ze, wijzend op zijn rollator.
In Coevorden zijn ook genoeg 65-plussers te vinden met grote geopolitieke zorgen. Hennie (66) en Albert Smit (69), die samen op een terras zitten, worden al niet vrolijk van Nederlandse politici die alleen maar „praten, praten, praten” en weinig doen. Wat in de rest van de wereld gebeurt, vinden ze helemaal waanzinnig. Hoe kunnen Amerikanen nou geloven in „zo’n dwaas met een rood petje en een idioot met een kettingzaag”, vraagt Albert zich af.
Het lijkt wel alsof ze gehersenspoeld zijn, zegt Hennie.
Albert: „Trump zegt: als hij Groenland niet krijgt, dan neemt hij het gewoon.”
Hennie: „Hoe haal je het in je hoofd!”
Europa is veel te afhankelijk geworden van de VS, vinden ze. Nóg verschrikkelijker dan Oekraïne vinden ze Gaza. De mensen die daar van hot naar her moeten sjouwen en niemand die Netanyahu tegenhoudt. Hennie schudt haar hoofd. „Je ziet de kindertjes ontheemd rondlopen. En niemand lijkt zich er meer over op te winden.”
Wimmy Hofstra (86) eet met haar dochter een frietje in de zon. Ze vindt Trump „met zijn grote ego” heel beroerd, maar hoedt zich voor te veel pessimisme. „Het gaat altijd op en neer. Nu gaan we naar diepte, maar we gaan ook wel weer omhoog.”